El Salvador

Gepubliceerd op 25 februari 2025 om 22:57

El Salvador is zo ongeveer half zo groot als Nederland en heeft meer dan zes miljoen inwoners. Best wel dichtbevolkt dus, zeker als je in ogenschouw neemt dat een deel van het land uit vulkanen bestaat. Het toerisme staat nog enigszins in de kinderschoenen na een lange periode van politieke instabiliteit, bendegeweld en burgeroorlogen. Velen zijn toen naar het buitenland gevlucht. In de Verenigde Staten wonen zodoende ook nog eens een miljoen Salvadoranen. We hebben gehoord dat de mensen erg vriendelijk zijn en blij zijn dat je hun land bezoekt. We zullen het eens checken!

 

Zo zijn we nog nooit een land binnen gekomen. Het is eb en de pier van La Union ids onbruikbaar voor bootjes. We worden van onze boot opgehaald met een handkar. Eerst gaat de voorste helft van de passagiers op zo'n kar en wij gaan als tweede lading en daarna wordt een kar volgeladen met alle bagage inclusief fietsen. De zwoeger krijgt USD 1,50 per persoon. De lokale munteenheid is jaren geleden ingewisseld voor de Amerikaanse dollar. In de vorige landen (Panama, Costa Rica en Nicaragua) hadden ze naast de dollar ook nog eigen geld (de Panamese balboa's, Costaricaanse colonnes en Nicaraguaanse cordobas), ofwel alleen in munten of zelfs ook brief geld. Alleen maar dollars is voor ons wel zo makkelijk en we hoeven niet uit te rekenen hoeveel we nodig hebben voordat we het volgende land bezoeken: dollars zijn overal gewild.

Ondertussen is de begeleider van de boottrip vanaf Nicaragua naar de douane gegaan om alle paspoorten te laten stempelen en moeten we nog even wachten omdat de douane een foto wil maken. Niet van ons voor registratie, maar van de hele groep. De douane-ambtenaar heet de groep vervolgens van harte welkom in El Salvadot. Wat een bijzondere en tegelijkertijd relaxte grensovergang is dit. 

 

Als we weg fietsen om een hostel te zoeken springt Harry direct alweer van de fiets en knijpt in z'n achterband. Shit, een lekke. Dat is lang geleden, meer dan een jaar. Te voet lopen we naar hostel die volgeboekt is, en dat is de volgende ook en bij de derde alweer geen plek. Pas bij de vierde kunnen we inchecken en dat blijkt ook nog eens een heel fijn hostel te zijn met een ruime schone kamer met hoog plafond, airco en een gemeenschappelijke keuken voor USD 30. Terwijl Harry op zoek gaat naar een supermarkt, zoekt Roelie een heel klein gaatje in de band. Beide succesvol. De gevonden supermarkt, Super Selectos, blijkt een goede met vers fruit, verse groenten, slager en ruim assortiment. Het is een keten en we gaan daar nog regelmatig gebruik van maken in de komende fietsdagen door El Salvador.

 

In alle vroegte en zo stil als we kunnen om andere gasten te laten slapen, staan we op om vóór zonsopkomst te vertrekken en de koelere ochtend, of beter de eerste uurtjes, maximaal te benutten. Beoogde eindpunt vandaag is Usulutan, een 'jonge' stad omdat het door een aardbevingen in 2001 ernstig beschadigd raakte. Als we die bestemming in navigatieapp Komoot invoeren stuurt die ons door de stad San Miguel. De meeste fietsers nemen echter de zuidelijke variant en wij dus ook. Dat betekent 10 kilometer en 500 hoogtemeters meer. Zijn we dom gezien de hitte? We zullen het meemaken want we doen de zuidelijke route. Dat betekent een heuvel van bijna 200 meter hoog om aan de kust komen en een heuvel van meer dan 400 meter om weer inlands te geraken. Die eerste is een makkie, voor de tweede nemen we even een goede pauze bij een winkel langs de kant van de weg. 

 

Een man spreekt ons aan en vertelt dat hij ook fietst zoals wij. Hij is twintig jaar geleden van Montreal, Canada terug naar hier gefietst naar hier: zo'n 200 meter verderop staat z'n huis. Hij heeft in Canada gestudeerd en gewerkt. Nu is hij warmshowershost en laat ons allemaal filmpjes zien van fietsers die recent bij hem hebben overnacht. Wat een aardige kerel! Het is pas negen uur en wij gaan de klim van de dag doen. 'Acht kilometer, ongeveer een uur' zegt Jose ' daarna is alles weer vlak'. En dat klopt. 

 

Na de top krijgen we zicht op een (van de vele) vulkaan. Die heet San Miguel, is actief (laatste uitbarsting in 2013), steekt 2130 meter omhoog. De velden staan vol suikerriet en het is oogsttijd, daardoor zien we niet alleen suikerriet op de velden, maar ook veel van de vrachtwagen gevallen stukjes rietstengels op de vluchtstrook. De bermen liggen vol afval en het stinkt op veel plekken. De riviertjes die we kruisen zijn vaak open riolen met stinkend bruin water. Wat ook stinkt zijn de road kills, maar gelukkig is het meestal  gedumpt slachtafval. Ergens onderweg zien we een afval opruim ploeg maar er staan geen zakken vol afval langs de kant. Wel zien we iets verder dan de berm tussen de struiken heel veel afval liggen. Maken ze alleen de vluchtstrook schoon kieperen ze het afval twee meter verderop in de struiken? Bemoedigend is een bord waarop staat dat er best hoge boetes staan op het weggooien van afval, maar misschien is het net als in Peru een cultuur die zich moeilijk laat aanpassen.  

 

Voor het eerst sinds lange tijd (Argentinië) zijn er goed uitgeruste tankstations langs de weg. Ze hebben schone toiletten en een restaurant/shop met airco waar het heerlijk vertoeven is. Bij zo'n pauze zien we dat er op AirBnB moderne schone kamers worden verhuurd met een gemeenschappelijke keuken aan de westkant van Ulusutan. Dat gaan we wel halen vandaag en we reserveren de tweepersoons kamer voor USD 50 wat redelijk goedkoop lijkt te zijn in deze regio. In de bevestigingsmail wordt echter een adres aangeven dat 6 kilometer oostelijker is gelegen. Dat is lekker voor vandaag, maar dat betekent dat we niet meer langs de pinautomaten komen en dat er geen supermarkt in de buurt is. We sturen heel wat berichten heen en weer om duidelijkheid te krijgen en balen er een beetje van. We kunnen ook niets beters vinden dus doen we het maar. Het is vandaag dus 6 kilometer minder, maar dan moeten we wel nog op de fiets naar een supermarkt die 1,5 kilometer verder ligt. De kamer is brandschoon, modern ingericht, lekker koel door de airco die al aan staat, heel klein en heeft geen kast of plank voor bagage. We zetten onze fietstassen langs de muur en hebben dan nog net wat loopruimte naar de deur en de badkamer. De gemeenschappelijke ruimte is daarentegen gigantisch maar bloedheet onder het golfplaten daken. Er staan twee mobiele airco's die we na wat puzzelen aan de praat krijgen maar die niet tegen de hitte op kunnen boksen. De keuken heeft geen kookvoorzieningen. Die hebben we gelukkig zelf bij ons. Na een heerlijke pasta a la Harry keren we snel terug naar het koele kamertje.

 

In het centrum van Usulutan is het 's ochtends om zes uur al gezellig druk. De markt is al volop gaande en overal lopen mensen rond of staan op de bus te wachten, of op welke kar ook die mensen meeneemt. In de stad proberen we een pinautomaat, maar krijgen er geen geld uit. We zullen er vandaag nog een aantal tegenkomen bij tankstations en hopen dat die wel geld geven. We zijn redelijk door de dollars heen en willen ook voor Guatemala en Mexico wat dollars achter de hand houden. 

 

De eerste kilometers staan er gigantische veel stalletjes langs de kant van de weg die allemaal niet gebruikt worden. Na enige tijd staan er achter elkaar door kraampjes met opgestapeld enkele zakjes pinda's. Weer iets verder komen we bij de afdeling bananen aan en die is toch een aantal kilometers lang wel bemand en gevuld. Vraag maar niet of de kraampjes voldoen aan een bouwkundige keuring.

 

De volgende hoge vulkaan op de route heet San Vincente en is 2182 meter hoog. In de inheemse taal wordt de berg Pipi, de vrouwelijke boezem, genoemd wat verwijst naar de vorm van de vulkaan met een dubbele top, Het is een hete dag vandaag met weinig bewolking en weinig schaduw. We fietsen van tankstation naar tankstation. Het laatste tankstation waar we stoppen, heeft dit keer geen gekoeld restaurant. Er is wel een klein barretje wat koude drankjes verkoopt. We zijn inmiddels wel een beetje klaar met het water dat niet lang koel blijft in de bidon en met al die zoete drankjes en bestellen een biertje. Het is vanaf hier nog 17 kilometer naar La Libertad, een kustplaats met heel veel accommodaties. 

 

We kloppen bij een hotel aan dat op Booking goede reviews krijgt en kunnen daar een fijne kamer krijgen. We besluiten meteen een nachtje extra te blijven. Het ligt direct aan het strand en om af te koelen trekken we snel de zwemkleren aan en lopen naar de woeste golven van de Pacific. Het water is eigenlijk heel erg warm en geeft maar weinig verkoeling. Die golven zijn wel echt heel gaaf maar soms ook een beetje eng. Er staat een sterke stroming en de golven zijn wel heel hoog. Er loopt een lifeguard rond die mensen terugfluit als ze te ver de zee in gaan. Wij gaan er al snel uit en koelen af onder een heerlijke koude douche. Deze douche is uitzonderlijk, want het geeft ook warm water, waar we misschien wel voor betaald hebben, maar zeer zeker geen gebruik van willen maken.

 

Op de rustdag plaatsen we een verhaal op Instagram over Nicaragua met als slot dat we nu El Salvador gaan verkennen. Spanjaard Edu reageert op de post. Hij is net als ons ooit in Ushuaia begonnen en in 2020 in Argentinië vast komen zitten met Covid. Hij zat vast in Salta en net ten noorden van die stad kwamen we hem een jaar geleden tegen. Edu had toen net de dag daarvoor zijn wereldreis weer opgepakt, net zoals wij dat vanaf Buenos Aires deden. Hij blijkt vandaag ook naar La Libertad te fietsen en we ontmoeten hem rond lunchtijd bij een wegrestaurant om de hoek. Hij fietst nog iets verder door en we spreken af om de volgende dag hem op te pikken en verder samen op te fietsen in de richting van Guatemala .

 

Nee dat is niet Edu op de foto hierboven met de rode tasjes, dat is de bakker. We lopen elkaar namelijk mis. De pinautomaten waar we in alle vroegte de volgende ochtend dollars wilden scoren zijn gelegen op het terrein van een klein winkelgebedje en dat is afgesloten. De poort gaat pas om 7 uur open en we hebben om 6:30 met Edu afgesproken. Niet dat we wachten tot de poorten open zijn, maar wel dat we bij benzinepompen verderop proberen te pinnen. Dat lukt wel, maar we zijn daardoor een kwartier te laat en zien Edu niet. Hij heeft geen sim kaart en zijn camping geen wifi, waardoor we hem niet kunnen bereiken. We nemen maar aan dat hij is vertrokken en dat we elkaar wel gaan zien vandaag bij een pauze. Maar dat gebeurt dus uiteindelijk niet. 

 

Het eerste deel van de etappe kent heel veel korte klimmetjes en korte afdalingen. We willen daar zoveel mogelijk van doen voordat het om 9 uur alweer eigenlijk te warm is voor de klimmetjes. Maar we blijven aardig doorstampen. We hebben de meeste klimmetjes en hoogtemeters achter de rug als we na 50 kilometer in het dorpje Mizata afslaan naar NAWI Beach House, een strandtent waar we een lekker lange pauze willen houden na de korte 'vangrail'-stops eerder. Ondanks dat er voor de deur wordt aangekondigd dat er valet parking service is, moeten we onze fietsen zelf naar het parkeerterreintje schuin tegenover brengen. De beveiliger zegt dat het veilig is om ze daar achter te laten en daar vertrouwen we maar op. Vanaf het terras hebben we geen zicht op de fiets en normaal houden we daar niet zo van.

 

Eenmaal binnen worden we door een keurig engels sprekende gastvrouw naar een tafeltje gebracht naast de infinity pool. Het is een hele sjieke grote standtent met uitsluitend witte, Amerikaanse gasten. De menukaart is geweldig en de prijzen flink hoger dan Salvadoraans. Nu vinden we het een beetje decadent om hier wat te gaan eten en drinken en we realiseren ons dat dat vroeger anders was. Voordat we het roer omgooiden was dit typisch een plek voor ons om ultiem te kunnen genieten. Onze conclusie dat er hier uitsluitend witte Amerikanen zijn, wordt vlak voordat we weggaan weerlegt door een zwarte, corpulente dame met minuscule  bikini dat weinig bedekt en vooral veel laat zien.

 

We krijgen een berichtje van Edu. Hij heeft een sim kaartje gekocht om bereikbaar te zijn en hij was nog om de camping toen wij te laat waren aangekomen. Hij zit dus helemaal niet voor ons, maar hij is achter ons. We vertellen hem dat we een lekker lange pauze gaan houden bij dit tentje en hem hopen straks te zien. Dat lukt alleen weer niet. Edu heeft ook al ergens eerder een lange pauze nodig.

 

Even tussendoor een ode aan de boom. Hoe bijzonder mooi kan een boom zijn. Hierboven staat er ene op de foto, en daar zijn er tentallen zo niet honderden van op een dag als vandaag. Ze zijn niet alleen allemachtig mooi maar ze geven ook schaduw en nemen hitte weg. Bij deze een driewerf hoera voor de boom.

 

Driewerf hoera ook voor de restauraties bij tankstations. Die zijn zo fijn! Airco, zitjes met schone stoelen, schone wc's en dan ook nog eens een keur aan heerlijke dranken, hapjes en maaltijden. Hier staat Harry in het raam te kijken of zijn helm recht op z'n hoofd staat, iets wat bij Roelie nogal vaak fout gaat. We weten nog niet dat dit de laatste van een lange reeks fijne pauzes bij benzinepompen is. Hierna nog 15 kilometer en na zo'n pauze doe je die fluitend (en ook zwetend in de 35 graden vol in de zon). 

  

Onze laatste overnachting in El Salvador komt eraan. Er is aan het strand bij Metalio een restaurant waar je gratis kunt kamperen als je wat eet en drinkt. We hebben mooie plaatjes gezien van tentjes bovenop een veranda. Maar het is zondag en het is er best druk, alles is bezet en ook bovenop de veranda zitten mensen. Voor een leuke tentplek zullen naar verwachting nog een uurtje of drie/vier moeten wachten, terwijl we oververhit zijn. De super sympathieke gastvrouw heeft ook een kamer met een net nieuwe airco voor USD 40 inclusief avondeten. Eh... nee daar hoeven we niet lang over na te denken. Die doen we. Zonder er bij stil te staan, gaan we voor het eerst maar ook het laatst op het strand zitten voor de zonsondergang in de Stille Oceaan. We hebben dan nog niet door dat we morgen de Pacifische kust gaan verlaten en dat het zomaar zou kunnen dat we Pacific mogelijk lange tijd niet- of misschien zelfs nooit meer zien.

 

Edu had het plan om naar dezelfde plek te komen maar hij raakt ernstig vertraagd als hij uitgenodigd wordt om mee te voetballen met een lokaal team. Laat in de avond zet hij z'n tent op bij een tankstation aan de snelweg waar wij de volgende dag ook zullen langskomen. Als je het ons vraagt, is dat een vreemde beslissing van de Spanjaard: kamperen bij een 24/7 tankstation in het volle licht, terwijl hij ook hier aan het strand kan staan. Maar het boeit ons niet zo; voor wat betreft dat tankstation: wij willen daar dan ontbijten. Als we aankomen zien we Edu zijn tentje afbreken, maar geen super fijn, of beter helemaal geen restaurant zoals bij eerdere tankstations. We besluiten naar ene verderop te gaan. Edu heeft nog even wat meer tijd nodig om in te pakken en komt dan ook. Opnieuw dus ene zonder restaurant, maar wel een winkeltje waar we het een en ander kunnen kopen en eten en drinken. Edu komt niet veel later aan en als ook hij zijn ontbijtje heeft gehad kunnen we eindelijk vertrekken en fietsen we samen het laatste stuk naar de grens. Dag El Salvador, dag vriendelijke, vrolijke en hartelijke mensen!