De naam Guatemala is afkomstig uit één van de vele Maya-talen en betekent land van de vele bomen. Het is drie keer zo groot als Nederland en heeft ongeveer evenveel inwoners. Het is een veelzijdig land met archeologisch restanten van de Maya cultuur, (actieve) vulkanen met toppen rond de 4000 meter, regenwouden en tropische stranden. Wij gaan door de zuidelijke helft fietsen maar zoeken het wel hogerop, waar het wat koeler is en daar zijn we aan toe na een snikhete fietsmaand door Centraal Amerika.


Het passeren van de grens gaat ongewoon soepel. Er zijn geen wachtenden voor ons, de beambte stelt geen lastige vragen, bagage hoeft niet gecontroleerd te worden en we hoeven niets te betalen. Op de stempel wordt handmatig bijgeschreven dat ons nog 78 van de 90 dagen CA4-visum resteren. Vier landen, Nicaragua, El Salvador, Honduras en Guatemala, zijn al lange tijd zelfstandig nadat ze ooit deel uitmaakten van de Verenigde Staten van Centraal Amerika. Nu werken ze samen als het gaat om een visum. Voor die vier landen samen krijgt een toerist 90 dagen. Wel handig dus dat de beambte even uitrekent hoeveel er van over is, ook al zijn we door Nicaragua en El Salvador 'gevlogen' en hebben we Honduras overgeslagen.
We passeren de grens samen met de Spanjaard Edu. Hij fietst vandaag met ons mee, maar hij heeft het heel erg zwaar. Hij heeft gisteren namelijk tussendoor een pot voetbal met een lokaal team meegespeeld. Zijn benen willen niet en hij heeft erg veel last van de warmte. Hij pakt zijn eigen tempo, lange pauzes en zegt in zijn beste Engels 'Go ahead', het verzoek om niet op hem te wachten. Edu heeft 68 dagen over. Hij kiest een andere route laag langs de kust en de missie om uiterlijk begin augustus in Alaska te finishen. Opschieten dus, maar vandaag even niet.
We zien Edu aan het eind van de middag weer terug bij La Combi, een evenemententerrein van Javier en Isabel waar reizigers van harte welkom zijn om te overnachten. Ze zijn uitzonderlijk gastvrij en laten talloze mogelijkheden aan ons zien. Zo kan je hier in een busje, stationsauto of heuse camper overnachten, die her en der op het grote terrein staan. Wij kiezen er voor om onze tent op te zetten. Overal kan je barbecuen, er is een keukentje met gasfornuis en een eet-/relaxgedeelte. Javier is duidelijk een man met twee rechtse handen die echter ook handen tekort komt. Hij moet wel tientallen onafgeronde projecten hebben staan en alles ziet er een beetje chaotisch en tegelijk uitnodigend uit. Dit alles maakt het terrein zo bijzonder. Kamperen kost niets, of beter; het heeft geen prijs. Dankzij de app iOverlander weten wij dat een donatie op prijs wordt gesteld. En die geven wij, samen met een bedankje in het gastenboek.
Ons tentje zetten we onder een afdak; we gebruiken alleen de binnentent en willen niet nog een keer 's nachts verrast worden door een regenbui(tje) en aan de horizon hangen al wat donkere wolken. Javier zet bij onze tent twee heerlijke campingstoelen én een ventilator neer. Later gaat het inderdaad regenen en blijkt dat we onze tent iets te dicht bij het einde van de overkapping hebben gezet met als gevolg dat het water van het dak een kant van de (binnen)tent heeft bespetterd en bemodderd.
Edu kiest voor een bus als slaapplek. Hij laat weten dat hij er volledig doorheen zit en morgen een rustdag nodig heeft. Wij verzorgen voor hem een barbecue-dinner op houtvuur. Het vlees is helaas ietwat taai, maar de pastasalade met watermeloen, ui en zoute witte kaas, is een schot in de roos. Na het eten nemen we al afscheid van Edu, want we gaan weer vroeg vertrekken en hij gaat uitslapen. We zullen hem misschien niet meer terugzien, want wij slaan af de bergen in.


Het is heiig. De top van de vulkaan Agua is in contour te zien en toont zijn actieve status met een pluim
Dan volgt de eerste volledige fietsdag in Guatemala. Zoals gezegd slaan we af naar het hogere deel van het land. We fietsen nu nog praktisch op zeeniveau. Allereerst willen we Antigua bereiken, een oud-koloniaal stadje en een toeristische hotspot. Dat ligt op meer dan 1500 meter hoogte, en daar gaan we twee dagen over doen. Vandaag fietsen we wat 'op- en afjes' en doen dan een stuk vals plat van in totaal 25 kilometer naar de stad Escuintla. In de verte zien we enkele vulkaanreuzen, maar het is heel heiig, zeer waarschijnlijk door smog. De smog is afkomstig door roet uitbrakende vrachtwagens en bussen, door het massaal stoken op houtvuur en het verbranden van afval en oogstresten. De 'mistige' vulkanen die we zien zijn bijna 4000 meter hoog en wij fietsen nog onder de honderd meter. Deze prominentie, of relatieve hoogte, is enorm en indrukwekkend.


Wat verder vandaag opvalt is dat helaas en verschrikkelijk om te zien, ook in Guatemala (net als in El Salvador), op grote schaal afval wordt gedumpt langs de wegen, beken en rivieren. Wat een groot probleem, wat een aantasting van milieu en natuur. Voor ons als fietsers positief ten opzichte van voorgaande landen, is de aanwezigheid van een vluchtstrook, ook al ligt die vaak vol met (van de vrachtwagens afgewaaid) suikerriet, met grind en heel veel glas van bierflessen en autoruiten. Onze 'unplattbaren' zijn in deze omstandigheden goud waard.
De hitte wordt gaandeweg weer bijna ondraaglijk als we vanuit het zuiden de buitengrenzen van Escuintla bereiken. Roelie heeft op GoogleMaps een koffietent gevonden, met goede kritieken. Wel een beetje raar dat deze zo aan de rand van de stad ligt.

De koffietent is sfeervol, hip en duur. Van het feit dat hier een dergelijke koffietent bewaakt wordt door een bewaker met shotgun in de aanslag, kijken wij allang niet meer op. Een beetje zichzelf respecterende winkel heeft er ene. We bestellen twee frappe cappuccino en een typical breakfast, dat niet zo heerlijk is als dat van Nicaragua, maar wel nog steeds erg lekker: gebakken eitje, blokje kaas, tortilla, een dotje gepureerde bonen en een lekkere rode saus van tomaat. Voor de overnachting hebben we een relatief goedkoop appartementje via Airbnb geboekt en we mogen eerder inchecken. Het appartementje bevalt ons prima en via de achtertuin lopen we zo het parkeerterrein van een moderne shopping mall op, met onder andere een grote supermarkt. We doen boodschappen voor opnieuw een pastasalade met meloen, aangevuld met chorizo-worstjes van de slager.
De dag erop beginnen we op tijd, maar niet meer zo (belachelijk) vroeg, aan een echte klimetappe. De etappe is kort, iets van 40 kilometer, maar er moet zo'n 30 kilometer geklommen worden. We starten op 300 meter hoogte en eindigen boven de 1500 meter. Escuintla is een drukke, lelijke stad. We hebben verhalen van reizigers gelezen, dat ze zich er niet veilig voelden. Dat ervaren wij op de vroege ochtend niet, maar het verkeer is wel chaotisch. Ook hier zien we op een grote rotonde een David-ster, overigens omgeven door een paar rollen prikkeldraad. Later lezen we dat zowel El Salvador alsook Guatemala op zeer goede voet staan met Israël, gefundeerd door de grote wapenleveranties van Israël en beide landen.

De klim begint gestaag, met iets van vijf, zes procent. De weg is best okay, maar druk, vooral met zwaar vrachtverkeer. De vrachtwagens maken allemaal een kolere herrie, bergaf én bergop, echt niet normaal. Als je de vrachtwagens met rietsuiker ziet, is het niet meer vreemd waarom de vluchtstrook er vol mee ligt.


Soms laat de bewolking toe dat we de top van de vulkaan kunnen zien. Niet heel duidelijk, maar toch gaaf. De klim gaat voortvarend en op ideale momenten doet zich steeds een stopplekje voor. De ene keer is dat een tankstation waar een koelkast met koude drankjes hoog wordt gewaardeerd, de volgende keer een winkeltje dat een watermeloen-ijsje verkoopt, waar we in ZO-Azië er zoveel van hebben gehad en de laatste fijne stop is bij een koffie-foodtruck die ons naast iced coffee ook een typical breakfast voorschotelt.


Vanwege de hoge ligging heeft Antigua een heerlijk klimaat: overdag iets van 25 graden en 's avonds koelt het 10 graden af. Wat hebben we zin in wat koelte! We voelen het al als we boven aankomen en nog een aantal vlakke kilometers mogen doen om de stad in te fietsen. Een laan ligt vol met paarse bloesem van de laanbeplanting die gelukkig ook nog wat bloesem aan de takken heeft. Dit ziet er mooi uit. De geveltjes, het centrale park en de poort zijn mooi. Door de poort is de vulkaan Agua te zien, maar nu dus niet heel duidelijk. Ondanks dat we weten dat Antigua toeristisch is, verrast het ons om opeens weer een boel witte toeristen te zien.



Eerlijk gezegd zien we niet heel veel van de stad, want de kasseien vragen alle aandacht. We denken dat we inmiddels wel wat gewend zijn, maar dit slaat echt alles. Naast de bobbelige ongelijke kasseien zelf, zijn er vele hobbels, kuilen en er zijn soms zelfs verkeersdrempels in aangelegd, van kasseien natuurlijk. Wat een drama om op te fietsen.
Wat absoluut geen drama is, is het appartement dat we geboekt hebben. We waren weer op zoek naar zoiets als in Escuintla, maar vanwege het toeristische karakter van dit stadje is het aanbod ons iets te ruim en iets te duur. We beperken ons dan maar op Airbnbmet een keuken en zien prijzen die eigenlijk te hoog zijn voor ons budget. Gelukkig hebben we nog een troef achter de hand. Roelie's ouders hebben Harry een cadeau gestuurd voor zijn verjaardag begin januari en dat is nog niet gebruikt. Dat doen we hier en we hebben een reservering voor een heuse villa voor twee nachten aan de rand van het centrum. Het is in onze optiek geen villa maar een prachtig herenhuis in een gated community. Het huis is zo fijn dat we besluiten om direct boodschappen te doen voor de twee nachten en onze "compound' pas te verlaten als we moeten uitchecken. Zelfs het verwarmde zwembad laten we aan ons voorbij gaan. Nou ja, ook weer niet helemaal. In de ochtend als er nog niemand in ligt gebruiken we 'm om een minuscuul gaatje op te sporen in een slaapmat. Met succes (na een dik kwartier)!


Het cocoonen in dit huis bevalt erg goed. Misschien is het een zegen, dat het geboekt is door anderen en we na twee nachten moeten vertrekken, anders zaten we er waarschijnlijk nog steeds. We plannen om via de hoofd-uitvalswegen de stad te verlaten. Zo hopen we die rotte kasseien te ontwijken, maar dat blijkt tevergeefs: ze liggen overal. Zo hobbelen we de stad uit, wederom met al onze aandacht op deze geweldige ondergrond. Als de kasseien zijn verdwenen kunnen we om ons heen kijken. Het is veel helderder dan de afgelopen dagen en we zien de vulkanen hoog uittorenen boven de stad. Als we een kruispunt oversteken, staat er een groot 'standbeeld' van een... laars? We fietsen verder en zien een aaneenschakeling van kleine lederbewerkende bedrijfjes annex winkeltjes in lederwaren: vooral riemen, tassen en inderdaad cowboylaarzen.

We fietsen verder en doen een drietal dorpen aan. Het valt ons op dat het overgrote deel van de dames (jong en oud) hier traditioneel gekleed zijn. We zijn het Maya-cultuurgebied ingefietst. De klederdracht kan ons bekoren: het is kleurrijk en smaakvol en de dames zijn over het algemeen slank en de brede band stof rond het middel tussen de strakke wikkelrok en dito blouse, accentueert dit. Een groot verschil met de Cholitos uit Bolivia en Peru met hun opgepofte rokken en buik die er bij vele van die dames eroverheen hangt.

Na dorp nummer drie moeten we aan de bak. We pakken een stuk onverhard steil omhoog. Guatemala is berucht om idioot steile hellingen en, gezien het hoogteprofiel, lijkt deze er eentje te zijn. Tot onze verrassing kunnen we de hele klim in het zadel blijven zitten, terwijl we verwacht hadden dat we de fiets zouden moeten duwen. Het pad hebben we nagenoeg helemaal voor ons alleen en het is dus een flinke omschakeling als we de snelweg weer bereiken: druk, lawaai en uitlaatgassen. We zijn dus opgelucht als we na een kilometer of tien kunnen afslaan richting Patzún. Om die stad te bereiken, moeten we drie kilometer klimmen, waar we ruim 300 meter hoger uitkomen: een gemiddelde van meer dan 10%. Deze klim valt ons zwaarder dan het onverharde stuk, dat ongeveer hetzelfde hellingspercentage had.



In Patzún liggen niet veel accommodaties, dus geen keuzestress. We fietsen naar een hotel in het centrum van de stad. Daar krijgen we een kleine, kleurrijke kamer met een elektrische ('suïcide'-) douche van een type waar we nog niet eerder onder hebben gestaan. De douche doet zijn werk (niet onbelangrijk; we zitten weer op ruim 2000 meter hoogte) en wij hebben het weer overleefd. Daarna lopen we de stad in om een paar boodschappen te doen. Ook hier zijn bijna alle dames traditioneel gekleed. Het lukt ons nu wel om stiekem (we durven niet te vragen) een paar foto's van hen te nemen. De stad zelf is niet mooi, maar de kerk heeft een mooie voorgevel. We lopen even naar binnen en vinden hem ook van binnen, met al dat hout en eenvoud, heel mooi.




Als we de volgende ochtend om half acht vertrekken, is het in de stad al een drukte van belang. We fietsen langs een publieke wasplaats, waar al een aantal dames druk kleding staan te schrobben. Direct na Patzún kelderen we een paar honderd meter naar beneden, een prachtige canyon in. De weg is lekker rustig, goed geasfalteerd en loopt lang door deze groen beboste canyon. Natuurlijk is het niet vlak, we gaan op en neer: heerlijk 'cruisen' in de afdaling maar ook af en toe weer waanzinnig steil klimmen.



Het mooie asfalt is op één plek weggeslagen door een rivier. Een vrachtwagentje zien we diep wegzakken en we besluiten over de keien naar de overkant te lopen. Als we aan de andere kant zijn komt er een personenwagen die de route op links pakt en daar is het water helemaal niet diep. We hadden er gewoon doorheen kunnen fietsen.

In een wat langere steile klim suizen de Nieuw Zeelanders Ben en Natalie naar beneden. Ze knijpen in de remmen en moeten een stukje terug omhoog om een praatje te kunnen maken. Zij zijn kort geleden in Cacún, Mexico gestart en hopen Ushuaia te halen.
In het dorp Godinez heerst weer een heerlijke chaotische drukte. We kopen bij een straatverkoper een beker met fruit en hebben dan nog meer trek. Bij de buurman kopen we een tortilla met vlees en aan Harry's gezicht kun je wel aflezen of hij het lekker vindt.

Na Godinez slaan we af om een stukje te fietsen van een bikepacking.com route. Die route is in zijn totaal veel te zwaar maar een kort stukje moet kunnen. Direct bij aanvang krijgen we een prachtig uitzicht op het grote, blauwe Atitlan kratermeer, dat iets van 500 meter lager ligt. Dat hoogteverschil overbruggen we in een waanzinnig steile afdaling naar de oostoever van het meer. De weg is deels onverhard en heeft dan een dikke stoffige zandlaag en deels beton op de heel steile (>20%) stukken en dat zijn er best veel.


Langs het meer liggen dorpen tegen de wanden opgebouwd. Op Wikipedia wordt vermeld dat er aan het meer 12 dorpen liggen, die vernoemd zijn naar de 12 apostelen (gevolgd door 'La Laguna'). Het dorp/stadje, waar we halt houden, heet Panajachel. Nou weten wij zeker niet alle apostelen op te noemen, maar een Panajachel zat er niet tussen. Panajachel is één van de grootste dorpen aan het meer en we stoppen eerst bij een fietsenzaak. Eén van Harry's twee fietsshirtjes laat het wat afweten en we vinden er een nieuw tenue maar die kost bijna €100 en dat is ons iets te veel en afdingen lukt niet, dus gaan we zonder shirtje de winkel uit. Harry neemt wel fietshandschoentjes mee om meer grip te hebben op de shifter in geval van zweethanden. Eigenlijk had hij die in Panama City moeten kopen en de temperaturen te hoog werden, maar goed het wisselen van versnellingen was daar niet zo'n punt en hier wel.

Panajachel is een toeristisch dorp en heeft een hele reeks fancy koffietentjes. Wij komen terecht bij Loco Café en na een eerste gouden beker met iced cappuccino bestellen we gewoon een tweede beker met precies hetzelfde. Lekker, heel lekker! Daarna fietsen we door naar een hotel waar we volgens iOverlander een tent mogen opzetten al vragen ze daar volgens de reviewers wel iets teveel voor. Volgens de laatste berichten is dat 100 Q (€12) per persoon voor tentkampeerders als wij. De dame bij de receptie lacht heel vriendelijk en gaat een collega bellen om navraag te doen wat het kost. Roelie denkt dat ze het niet goed verstaat en dat ze geen 250Q maar 50Q per persoon doorgeeft, maar dat is niet zo. Ze bedoelt toch echt 250Q per persoon. Een nachtje kamperen in een tentje voor twee personen zou dan meer dan €60 kosten. WAT? Echt? Ja echt. Oké, gelukkig is er een camping iets verderop en daar vragen ze 100Q per persoon voor, nog steeds vrij prijzig, maar daar krijg je dan wel een zwembad en met name een fantastisch uitzicht op het meer en de twee (eigenlijk drie) vulkanen aan de overkant voor terug. We zetten onze tent neer op een mooie plek op de eerste rang aan het Atitlan meer. Links van ons staan al een handjevol overlanders van verschillende pluimage: twee luxe omgebouwde vrachtwagens, een bestelbus met de laadbak naar benden als veranda en glasachterwand, een antiek verroest VW-busje, een pick-up met opzet kampeer-'huisje' en een 4x4 met daktent. Later zetten een niveautje lager en rechts van ons Guatemalanen, met wisselende vaardigheid, hun tentjes op. Het is zaterdagavond en een kampeerweekendje lijkt hier wel populair te zijn. Achter ons parkeren twee Duitse jonge dames een Oostenrijkse 4x4 zonder daktent.
We spreken af met de Duitse dames om samen te eten. We halen ingrediënten voor een salade en de Duitse dames bakken flat breads en warmen de hier populaire gepureerde bonen op. 's Avonds komt de Japans-Amerikaanse Kato met zijn husky Max bij ons zitten en zo hebben we een gezellige avond met elkaar.
Rond zes uur 's ochtends staan we op terwijl de voorbereidingen in volle gang zijn voor een zwemwedstrijd in de baai. Een aantal deelnemers huppelt al rond in zwemkleding terwijl wij volledig gekleed, en met zelfs donsjassen aan, zitten te koukleumen. De start is pas anderhalf uur later en we moeten uiteindelijk bekennen dat een wedstrijd open water niet heel erg boeiend is om naar te kijken. Men is in verschillende groepen gestart en zwemt naar verschillende boeien waardoor volstrekt onduidelijk is, wie voorop ligt en vanuit welke groep wint. De prijsuitreiking gaat ongelooflijk lang door, dus lijkt het alsof iedereen iets heeft gewonnen in een bepaalde categorie. Als iedereen iets wint, is dat wel zo leuk.

Kamperen met onbetaalbaar uitzicht!


Tentjes om ons heen van Guatemalanen
De fietsen kunnen/mogen gelukkig mee op het kleine bootje
Het duurt even voordat de zon over de bergkam piept en ons natte tentje laat drogen. Zodra die droog is pakken we in en nemen een bootje naar de volgende camping, ene die op iOverlander geweldige reviews krijgt. We hebben al contact met eigenaar Pierre gelegd om onze komst aan te kondigen. We laten ons afzetten op de privé steiger van Pierre en dat blijkt niet de beste zet te zijn voor ons met onze bepakte fietsen. Pierre klimt net uit het meer na het zwemmen en vertelt dat het beter was geweest om in Tzununa, een dorpje eerder, uit te stappen en dan anderhalve kilometer te fietsen. Nu wachten er heel wat steile traptreden op ons. We halen de bagage van de fiets en beginnen aan de tocht omhoog: eerst met de tassen en daarna met de fietsen.
De framebag van Harry doet onverwacht en ongewenst mee als los bagageonderdeel. Dat is balen. De framebag is hartstikke nieuw. De rits (het zwakke onderdeel van de framebag) van de vorige heeft het een paar dagen geleden begeven. Harry fietst sinds Medellin, Colombia met een reserve framebag rond in een fietstas. De Amerikaanse meefietster Traile had destijds voor Harry en Roelie een framebag uit de US meegenomen. Die van Roelie was allang stuk en meteen vervangen en die van Harry was nog goed genoeg. In Antigua hebben we de framebag gewisseld voor de nieuwe framebag en dus pas sinds twee dagen zit de nieuwe tas in het frame. Nu niet meer... De lijm (een ander zwak onderdeel van deze framebag) heeft aan alle drie kanten losgelaten. Er is ook geen spoor van lijmrest te zien. Dit is wel even balen. De framebag is onmisbaar (in die van Harry zitten onder andere de tentstokken en -haringen, de kookspullen en het gasblik) en bovendien vinden we de fiets zonder framebag er maar raar en kaal uitzien.

Eenmaal boven geeft Pierre ons een prachtige plek met opnieuw een geweldig uitzicht op het meer en de omringende vulkanen. Een niveau lager staat de 19 jarige Engelsman Scott die de andere kant op fietst en hier voor twee weken is neergestreken om, in het nabij liggende dorp San Marcos, Spaanse lessen te volgen.
Op het terrein staan verschillende moderne, zeer luxueuze villa's. De bewoners en kampeerders komen 's middags om 17 uur bij elkaar om wat bij te kletsen en zowel Scott als wij zijn ook welkom en maken kennis met deze bijzondere groep welgestelde, oude 'hippies'. Ze noemen het happy hour en we horen dat de meeste bewoners terugkeerders zijn. Sommigen komen ieder jaar een aantal maanden, sommigen hebben er jaren geleden lang gewoond en sommigen komen terug "als het meer hen roept".


De sfeer op het terrein is zo harmonieus dat we al snel beslissen om een dagje te blijven plakken. Op die dag pakken we een bootje naar het dorp San Pedro en brengen daar de framebag naar een schoenmaker. Hij kan de tas niet direct repareren want er is geen stroom. Dat was ons nog niet opgevallen. Oh ja, toch wel, toen we de camping verlieten was de wifi verdwenen en toen zeiden we nog tegen elkaar dat het stroomuitval kon zijn. Daar hebben we in Ecuador voldoende ervaring mee opgedaan. We spreken met de schoenmaker af om de volgende dag terug te komen mits in de tussentijd de stroom terugkeert. Dus blijven we gewoon nog een dagje extra en dat is geen straf. Gevolg is wel dat we te weinig cash hebben en we lopen door naar een pinautomaat. We hebben een paar stappen gezet als we ons realiseren dat die dan waarschijnlijk ook geen stroom hebben. We lopen toch even door (want hier en daar loeien de noodaggregaten) en weten daarna dat pinnen inderdaad nu niet lukt.
We hebben nog wel wat cash en kopen boodschappen in San Pedro en nemen daarna de boot naar het kleiner dorpje San Marcos. Inmiddels kennen we de namen van vier 'aposteldorpen', naast de voornoemden weten we nog San Juan en San Pablo te liggen. In San Marcus zit een hele goede bakker, Circles genaamd, en dat is een populaire plek voor de velen toeristen, bijna allemaal hippies, in dit hippie dorp. We zijn er op de eerste dag ook al even geweest en hopen dat ze een aggregaat hebben en dat ze iced cappuccino schenken. En ja het aggregaat staat luidkeels te ronken. De cappuccino en het gebak zijn werkelijk van topkwaliteit, maar wat de zaak extra leuk maakt is het 'hippie-kijken'. Het lijkt erop dat de hippies elkaar proberen te overtreffen met hun outfit: veren, kralen, kettingen, amuletten, doeken, gewaden, noem maar op. We stellen ons zo voor dat deze toeristen met een koffer vol van deze items naar Guatemala-stad vliegen en eenmaal hier aangekomen kan de grote verkleedpartij beginnen.


In de middag sluiten we weer aan bij de happy hour en blijven met Scott over om een potje bloemkoolcurry met bonen te koken. We zien rondom het meer dat alle dorpjes weer stroom hebben, maar bij ons wil het nog niet vlotten. Er is ook geen water meer en dat maakt het toiletteren, koken en afwassen wel wat lastig. Ergens in de nacht keert ook bij camping Pierre de stroom gelukkig weer terug.
De dag daarna keren we terug naar de schoenmaker en hij heeft de klus geklaard. Hij geeft aan dat het knap lastig was om de tas te stikken. We zijn niet heel tevreden over het resultaat, maar doen het ermee. Benieuwd hoelang het goed gaat met deze tas. We worden al sinds Australië (2019) niet meer gesponsord door Blackburn, het merk van de tas, dus we mogen nu best hardop zeggen: wat een kl*te-merk!


San Pedro La Laguna
Als we terugvaren naar San Marcos komen we erachter dat de stroom weer is uitgevallen. We lopen naar Cirkels, maar horen hun generator niet. Dat klopt, blijkbaar was de diesel op. Als de generator eenmaal is opgestart, moeten we nog twintig minuten wachten voordat het barrista-koffieapparaat klaar is om voor ons de iced cappuccino uit te spuwen. Het wachten vullen we op met het inmiddels vertrouwde 'hippie-kijken' en hun heerlijke baksels opeten.
Inmiddels leggen we telefonisch contact met Carl, een Warmshowers host, waar we de volgende dag willen overnachten. Carl is een aparte host: normaal is het zo dat men verwacht dat je na één nacht weer doorgaat, maar Carl wilt juist dat je zo lang mogelijk blijft. We horen dat hij fietsers, die aangeven dat ze na een nacht weer doorfietsen, liever niet host. Carl blijft maar tegen Roelie kletsen en somt een boel activiteiten op die we beslist allemaal vanuit zijn adres moeten ondernemen, onder andere een tweedaagse wandeltocht naar een vulkaan en een fietstocht op vrijdag. Het is aandoenlijk, maar geeft ook een beklemmend gevoel. Onze vrijheid wordt enigszins geclaimd door de gastheer. Harry heeft wel zin in die fietstocht op vrijdag, maar geen zin in die tweedaagse wandeltocht. Dus..., besluiten we (tijdens het happy hour) nog een dagje in het paradijs van Pierre te blijven, een dag later naar Carl te fietsen, op vrijdag die fietstocht met hem te doen en op zaterdag verder te fietsen richting Mexico. We sturen, in het kader van verwachtingsmanagement, naar Carl een bericht met dit voornemen.
Op onze derde 'vrije' dag op de camping, gaan we met het bootje naar Panajachel om boodschappen te doen bij de grote supermarkt La Torre. Ook doen we een ultieme poging om een nieuw gasblikje en/of een fles wasbenzine te kopen. We kloppen aan bij een aantal grote en kleine ferreterias, winkels voor ijzerwaren en doe-het-zelf materialen, en nog bij een grote winkel met van alles wat, waaronder kampeerstoven. Maar ons gasblikje hebben ze allemaal niet. Ook wasbenzine, bencina blanca, zit bij niemand in het assortiment, niet bij de supermarkten en niet bij een 'schoonmaakwinkel'. Even overwegen we om een fles Zippo aansteker benzine in een van-alles-wat winkel te kopen, maar die is wel best duur en we zien er uiteindelijk van af. Het blijft toch iets heel raars dat wasbenzine, dat je in Nederland bij elke supermarkt kunt kopen, in Latijns-Amerika (met uitzondering van Chili) niet te verkrijgen is.

Vanwege stroomuitval heeft Pierre een aggregaat aangezet en kunnen de camping gasten en appartementsbewoners devices opladen. Alle stekkers zijn bezet.

Koude koffie bij een 80's tentje in Panajachel

Pier met de veerbootjes in Panajachel, het grootste dorp aan het meer.

'Happy hour' op de camping: wie zin heeft, komt met een eigen drankje naar de grote tafel bij de bbq. Pierre staat links voor. Bill met het rode shirt woont in Michigan maar is van oorsprong Groninger en dat is nog goed te horen (en te zien).
Als we terug naar de camping varen, kijken we bij het dorpje Tzununa omhoog, waar we morgen naar boven moeten klauteren met de fiets. Bill, een Nederlandse Amerikaan, zit ook in de boot en hij vertelt dat hij dat stuk een keer naar beneden heeft gelopen en er tweeëneenhalf uur over heeft gedaan. Die mededeling doet onze motivatie geen goed. Misschien kunnen we iemand met een pick-up charteren? Gastvrouw Aska, de partner van Pierre, adviseert ons in tegenstelling tot haar man, om de asfaltweg te nemen. De onverharde weg is niet alleen heel erg steil, maar ook heel erg slecht. Tenslotte krijgen we nog te horen dat er blokkades zijn aangekondigd. Dan misschien toch maar via de asfaltweg omhoog? Maar een onverhard bergpad zullen ze niet blokkeren. Nog maar langer blijven? Pff, lastig hoor. Het is hoe dan ook al lastig genoeg om deze prachtige plek te verlaten.
's Ochtends vroeg halen we de (droge) tent neer. Het gasblikje geeft er bijna de brui aan, maar het lukt nog net om een tweede kopje koffie te zetten en dat is toch echt een teken dat we op pad moeten. Met een zwaar gemoed verlaten we in alle vroegte Pierres camping. We zouden hier zo makkelijk lang kunnen blijven hangen maar we hebben een plan en een sommetje gemaakt voor de rest van de reis tot aan de grens met de Verenigde Staten. De VS willen we uiterlijk 1 juni bereiken en Mexico is groot en dat land willen we compleet fietsen, wat ongeveer tweeënhalve maand in beslag zal nemen. Dat betekent dat we wel weer eens een stukje moeten doorfietsen.
We starten aan een waanzinnig steile beklimming achter San Marco over asfalt en dus niet onverhard vanuit Tzununa. Het lijkt al snel ondoenlijk om te proberen Carl te halen. Bovendien heeft Harry een pijnlijk kloppende, dikke enkel door een allergische reactie op een insectenbeet gisteren. In dat soort situaties wil een hooikoorts pilletje wel eens helpen en die hebben we nog in onze EHBO-tasje zitten. Maar halverwege de ochtend al sturen we Carl een bericht dat we eerder stoppen en niet bij hem zullen langskomen. Om eerlijk te zijn had Harry daar überhaupt niet zo veel zin meer in, toen het hem duidelijk was dat Carl een nogal overenthousiaste en tegelijk een (te) veel claimende gastheer is.

Om de 'laagte' van het Attila meer te verlaten moeten we twee keer fel klimmen: de eerste brengt je 500 meter hoger in 5 kilometer, de tweede 560 meter hoger in maar 4,5 kilometer. De weg is rustiger dan verwacht en we kunnen redelijk veel slalommen over de breedte van de weg. Dat is nodig want het gaat echt heel steil omhoog. We blijven in de eerste klim alle 18 haarspeldbochten in het zadel zitten, maar het allerlaatste rechte deel is meer dan 20% en dan moeten we passen en toch echt wel duwen. Het uitzicht op het meer en de dorpen rondom is adembenemend, en een goede reden om heel vaak stoppen om op adem te komen. De tweede klim is dus nog steiler en het mooie uitzicht is verdwenen. Deze klim moeten we vaker de fiets duwen. F*ck wat is dit steil, echt niet normaal.


Even na twaalven zijn we ruim 1000 meter gestegen en hebben we de twee steile klimmen achter de rug. Tot onze verrassing krijgen we nog één keer zicht op het meer: het is adembenemend mooi! We parkeren de fietsen en kopen iets te eten en te drinken bij de straatventers. Uiteindelijk blijven we hier lang plakken en bekijken we de opties waar wel te stoppen om ergens naar toe te werken. Het oog valt op Totonicapán, één stadje eerder dan waar Carl woont, ondanks dat het vanaf hier nog best ver is en ook nog de nodige hoogtemeters telt. Maar we gaan er voor!



Na een lang stuk over de drukke Panamerican highway en een laatste klim, weten we dat we het gaan halen! We verlaten de snelweg en dalen af naar Totonicapán. We dalen echter iets te veel, want als we er bijna zijn, zien we dat het stadje weer een stukje hoger ligt. Niet heel veel, maar 70 meter omhoog na de eerdere 2000, is niet iets waar we nog zin in hebben. Gelukkig hoeft dat ook niet. Aan de westkant, buiten de stad, ligt volgens GoogleMaps tussen de vele 'Auto Hotels' ook een normaal hotel. Als we daar kunnen overnachten, hoeven we niet meer te klimmen. Bovendien ligt dat hotel niet ver van onze favoriete supermarkt in Guatemala, La Torre. We fietsen de laatste 5 kilometers er naartoe en kloppen aan. De prijs valt reuze mee en de kamer ook, ook al stinkt het er wel een beetje. Maar het heeft een raam en dat kan open. Verder is het hotel prima, is het personeel vriendelijk en heeft onze douche warm water. Als kers op de taart heeft het hotel een restaurant met een keurige menukaart tegen fijne prijzen. Behalve wat boodschappen bij La Torre hoeven we dus het hotel niet meer uit.
Het diner en ontbijt bij het hotel zijn best oké en we starten aan weer een lange etappe. De weg van Totonicapán af is opeens druk, maar dat is nog niets vergeleken bij de Panamerican die we tien kilometer verderop opfietsen. Het wordt een lange en saaie etappe op een smal vluchtstrookje. De hele dag de herrie van het verkeer in de oren, blijven concentreren en anticiperen op (mogelijk) onveilige situaties en de fratsen van de chauffeurs van de 'chicken bussen', roetzwarte uitlaatgassen en ontluisterend veel afval in de berm.

We hadden een hotelletje bij de stad Huehuetanango op het oog, maar dat volgens iOverlander al enige tijd gesloten is. Zoekend naar iets anders zijn er twee opties, ene aan de snelweg en ene in de stad naast een La Torre supermarkt. Die aan de snelweg ziet er super fijn uit, is wel boven ons budget, maar de prijs ($47) is inclusief ontbijt en we besluiten het te doen. We zijn er wel klaar mee voor vandaag en hoeven geen boodschappen te doen; het biertje en zak chips halen we bij de Shell naast de deur en nuttigen we op het smalle balkon voor onze kamer. Het voelt zeer verdiend, want het was toch best intensief vandaag. De volgende ochtend vraagt de receptioniste of we het goed vinden dat ze foto's van ons maakt. Ja dat mag zeker en graag ook een foto met onze telefoon.

De eerste paar kilometer door of eerder langs Huehuetenango zijn weer druk maar daarna wordt het rustiger en rustiger. We hadden eenzelfde niet fijne etappe verwacht als die van gisteren, maar eigenlijk is de etappe naar La Mesilla, de laatste van onze reis door Guatemala, best leuk. De weg slingert de hele dag door een dal, langs een rivier en al dat geklim van eerdere dagen betaalt zich vandaag uit: heel veel afdalen.

Fruitstalletje zoals er zoveel zijn, maar dan met tomaten XXXXXXXL

Vanwege eerder succes, vandaag weer een noodle soepje tussendoor

Kweken en verkoop van koffieplantjes langs de kant van de weg

Weer een gloednieuw tankstation

Het is al maanden droog seizoen en er valt erg weinig regen. Alles oogt nogal droog.

De standaard wastafel: in bijna elke voortuin of patio te vinden

Een doorsnee tienda: erg klein, maar voor ons erg fijn

Hout te koop

Tuktuk

'Chickenbus', een oude US schoolbus
We naderen de grens met Mexico en wellicht daarom zien we gaandeweg de leuke, mooie traditionele klederdracht van de dames uit het straatbeeld verdwijnen. Er wordt vandaag opvallend veel naar ons gezwaaid en iets geroepen: meestal in het Engels (hello of bye bye). Bij sommigen zit er overigens al flink wat bier achter de kiezen; het is zaterdagmiddag en men neemt het er van.
Als we na het laatste klimmetje afdalen naar het grensstadje La Mesilla, valt ons op hoe keurig hier de bermen zijn. Vrijwel vrij van afval, mooie boompjes en struiken met bloemen. Ook het stadje zelf valt niet tegen. Natuurlijk is het er druk en chaotisch, zoals alle stadjes, maar het biedt best wat voorzieningen en accommodaties van een beter niveau dan je van een grensstadje mag verwachten. Wij vinden een goed hotel met een kamer met airco en dat is erg fijn, want we zitten weer ruim onder de 1000 meter dus is het weer warm. Het hotel biedt veel voor een goedkope prijs, maar helaas bereikt het wifi signaal onze kamer niet. We werken daarom aan deze blog op een gemeenschappelijke vide, met af en toe de wietgeur van enkele jonge medegasten in onze neus.
Van alle Centraal-Amerikaanse landen hebben we waarschijnlijk het meest van Guatemala genoten. We hebben er 6 nachten gekampeerd en we hebben de hitte kunnen ontvluchten door de bergen in te fietsen. Maar wat zijn daar de wegen vaak belachelijk steil, dat hebben we misschien alleen in Ecuador zo meegemaakt. En jongens, dat afval..., overal en zo ontluisterend veel..., wat doen jullie je eigen land aan.
Eerst nog wat statistieken over Centraal Amerika en dan op naar Mexico!
Centraal Amerika | dagen | fietsdagen | afstand (in km) | gemiddelde afstand op een fietsdag (in km) | hoogtemeters | gem. aantal hoogtemeters per dag |
---|---|---|---|---|---|---|
Panama | 8 | 7 | 561 | 80 | 5.575 | 796 |
Costa Rica | 8 | 7 | 604 | 86 | 6.995 | 999 |
Nicaragua | 5 | 3 | 360 | 120 | 2.130 | 710 |
El Salvador | 4,5 | 3,5 | 333 | 95 | 3.130 | 894 |
Guatemala | 12,5 | 7,5 | 467 | 62 | 8.320 | 1109 |
totaal | 38 | 28 | 2.325 | 83 | 26.150 | 934 |
Centraal Amerika | |
---|---|
Duur | |
- totaal aantal dagen | 38 |
- aantal fietsdagen | 28 |
- aantal rustdagen | 10 |
- aantal ziekdagen | 0 (jippie!) |
Afstanden | |
- totale afstand | 2.325 kilometer |
- gemiddelde afstand op een fietsdag | 83 kilometer |
Etappes | |
- langste etappe | 140 km van Granada naar Leon, Guatemala |
- kortste etappe | 41 km van Antigua naar Patzún, Guatemala |
- meeste hoogtemeters | 2050 van het Atitlan meer naar Totonicepan, Guatemala |
- minste hoogtemeters | 90 van Uvita naar Parrita, Costa Rica |
Kamperen | 9 nachten, waarvan 3 in Costa Rica en 6 in Guatemala |
Liften / taxi | 0 (maar wel twee veerdiensten) |
Aantal valpartijen | 0 (jippie!) |
Aantal lekke banden | 1x Harry achterband (wss opgelopen op de laatste dag in Nicaragua) |
Versleten en/of kapot | Hoofdlamp Roelie, fietslamp Harry, framebag Harry |
Duurste overnachting | € 71 voor de villa in Antigua, Guatemala |
Goedkoopste overnachting | € 9 bij Pierres camping, Guatemala |
Hoogtepunten | Panama City, kamperen, Granada, Leon, frappés bij de restauratie van benzinepompen in El Salvador, AirBnB-villa in Antigua, Atitlan meer (campings, Pierre en happy hour) |
Dieptepunten | Hitte, afval langs de snelwegen en snelwegfietsen |