Een van de meest iconische routes ter wereld en misschien wel de gaafste kustroute of te fietsen is de Great Ocean Road. De weg ligt langs de zuidkust van Australië, onder Adelaide en dicht bij Melbourne. De route is een aaneenschakeling van ruige kliffen, rotsformaties, zandstranden en toeristische badplaatsen.
Op weg naar dorpje Portland maken de weilanden op de heuvels steeds vaker plaats voor enorme houtplantages. De bomen rijzen hoog boven ons uit en sporadisch is een gebied gerooid of is men met bezig met rooien. De vrachtwagens met boomstammen rijden af en aan en maken de idyllische route van vandaag iets minder idyllisch. Het enige ander smetje op deze prachtige fietsdag zijn de twee dode koala’s in de berm. Zo vreselijk jammer dat de roadkills bijna altijd voor onze eerste ontmoeting ‘zorgt’ met een bijzonder en typisch Australisch dier. Laten we hopen dat we nog levende Koala’s tegen zullen komen.
Als we aankomen in Portland en een paar boodschappen doen, worden we aangesproken door Peter en Felicity uit New Zealand. We herkennen ze eerst niet en ze moeten ons even helpen herinneren dat we hun ontmoet hebben op de Coast to Vines route onder Adelaide. Aaaaah ja natuurlijk, toen zagen we ze in hun fietspakjes en met zonnebrillen en helm op. Ze overnachten in een motelkamer van het caravan park, maar Peter komt ons die avond nog even opzoeken in de camp kitchen en geeft ons geweldig goede tips over fietsroutes door New Zealand, zodat we voor een groot deel de gevreesde highways daar kunnen omzeilen. We verheugen ons weer een stuk meer op NZ!
Na de mooie dag van gisteren volgt een druilerige, grijze dag. Het is weer koud en het opstaan gaat niet snel. Als we daarna in de relatief warme camp kitchen zitten, lukt het ons maar niet om deze te verlaten. Als we naar buiten kijken, zien we de fietsen in de miezelregen staan. Bah, geen zin om te fietsen, nog maar een kopje koffie. Misschien wordt het later vandaag of anders morgen weer beter? Een check van het weerbericht haalt ons uit die droom: morgen wordt het zelfs nog slechter met de hele dag regen en nog kouder en… de harde wind weer tegen en met stevige rukwinden. In deze koude en winderige nattigheid hebben we weinig zin! Niet om te fietsen en niet om te kamperen. Harry oppert om ons eens op iets met een dak boven het hoofd te trakteren en morgen lekker binnen zitten en eens te luieren voor een TV terwijl het buiten regent.
We kijken op Warmshowers, Booking.com en Airbnb, wat er zoal mogelijk is in Warrnambool, een dikke 100 kilometer verder naar het oosten. Warrnambool is een relatief groot stadje (32.000 inwoners) en heeft wel wat te bieden op de drie sites. Warmshowers valt af want een hele dag binnen bij andere mensen op de bank zitten, lijkt ons niet heel relaxed. Booking valt vervolgens af vanwege de hoge prijzen die ze in Australië durven te vragen voor een kleine hotelkamer, waarop het ook niet leuk zal zijn om een hele dag te hangen. Blijft Airbnb over; de prijzen zijn ook niet mals, maar we hebben het gevoel dat we wel iets hebben verdiend na twee maanden Australië. Ons oog valt op een oud historisch huisje dat we in zijn geheel kunnen betrekken en dat al het gemak en luxe heeft, om het ons heel erg naar de zin te maken. We boeken het en gaan met een brede verwachtingsvolle glimlach op de natte fiets zitten. Vamos a Warrnambool, zin in!
De wind heeft ons beloofd dat hij ons vandaag nog een dagje zal helpen voor dat hij weer uit het oosten zal gaan waaien. Westenwind dus en dat is lekker! We vliegen over het asfalt en het is dan ook opmerkelijk dat we met die snelheid een koala in een boom zien zitten. In de boom ernaast zien we er nog één en even later zien we er nog twee, waarvan één een kleintje vasthoudt. We stappen af en maken foto’s. Zo leuk om deze gelukkig nu levende beertjes te zien. Dat en het feit dat de miezerregen is gestopt, maakt dat de dag niet meer stuk kan.
Het enige plaatsje dat we onderweg tegenkomen is Port Fairy. We hebben gehoord dat het een leuk, historisch stadje zou zijn, met veel winkeltjes en horeca. Als we het stadje bereiken, besluiten we even tegen de wind in te fietsen voor een cappuccino in het centrum. Die vinden we in een leuk en gezellig druk café-restaurantje en we classificeren deze cappuccino als de lekkerste tot nu toe op onze wereldreis. We weerstaan de neiging om nog eentje te bestellen en vervolgen onze tocht.
Vlak voordat we Warrnambool bereiken komt het enige klimmetje, naar Tower Hill, eraan. Als we de top bereiken zien we ten noorden van ons een prachtig ruig landschap. Het blijkt een gigantische krater van een dode vulkaan die als laatste krachtinspanning zichzelf als het ware heeft opgeblazen. Wat nu resteert is een uniek gebied van een groot kratermeer met diverse eilanden erin, waarvan eentje is verbonden met de oever. Het geheel wordt scherp begrensd door een grillige, zwaar geërodeerde, diagonaal gelaagde kraterwand. Het schijnt een unieke habitat te zijn voor veel flora en fauna en prachtig om er te wandelen. Dat doen wij niet want het is al na vieren en we moeten nog een stukje en verheugen ons ook teveel op ons huisje.
De oude krater Tower Hill
Warrnambool is een leuk stadje naar Australische maatstaven met veel “oude” gebouwen uit de laat 19e, begin 20eeeuw. Zo ook ons huisje, dat we zonder enig probleem weten te vinden. De sleutel krijgen we door een kluisje met cijfercode open te doen en als we naar binnen gaan worden we heel vrolijk. Het huisje overtreft onze stoutste verwachtingen! De inrichting is authentiek en klassiek, maar aan de andere kant luxe en comfortabel. Alle moderne gemakken zijn aanwezig en, niet onbelangrijk met dit natte en gure weer, er is moderne een gashaard. Wat het nog eens leuker maakt is dat de grote supermarkten om de hoek liggen en voordat we gaan douchen doen we nog een paar boodschappen. Op dat klein stukje worden we aangevallen door een magpie. Zowel op de heen als op de terugweg en daar blijft hij volhardend in de volgende dag en de dag daarop als we Warrnambool verlaten…, klote-beest.
Dat verlaten van het (‘ons’) huisje gaat ons overigens moeilijk af. We hebben zelfs gevraagd of het huisje een extra dag beschikbaar is en dat was helaas niet het geval. De eigenaar tipt ons om het slechte weer van de komende drie dagen in het eerstvolgende dorpje af te gaan wachten. Slecht weer? Wat? Drie dagen? Wat? Ja, vandaag is het weer nog redelijk goed, maar daarna zijn er drie erg koude dagen met storm voorspeld; wat is het toch met die lente in Victoria? Aan de andere kant: oktober hier is april in Nederland en “april doet wat ie wil” toch? De komende dagen fietsen wij op de beroemde Great Ocean Road. Er zijn veel campings, die vaak cabins verhuren en andere accommodaties aan deze weg. We zien wel hoe ver we elke dag komen (en hoe nat en verkleumd we ergens aankomen, hihi).
En oh ja wat we ook nog toevallig van onze gastheer te horen krijgen is dat we vanaf komend weekend kunnen genieten van 'daytime saving', oftewel zomertijd, oftewel we zetten onze tijd een uurtje vooruit! Haha, het tijdverschil met Nederland is nu gegroeid naar negen uur en zal, als Nederland in het laatste weekend van oktober naar de wintertijd terugkeert, verder groeien naar tien uur: als wij opstaan, zitten jullie nog naar GTST (bestaat dat nog wel?) of het 8uur-journaal te kijken.
Bay of Islands
ook Bay of Islands
De eerste ontmoeting met de kalksteen kustlijn van de Great Ocean Road, is de Bay of Islands en de omschrijving als “een baai met rotsen” klinkt te banaal om recht te doen aan de pracht en grootsheid van het tafereel met de (ook in niet zonnig weer) turquoise zee en de gigantische golven die tegen en rondom de restanten van de eenzame rots-eilanden rollen. Het dorp vlakbij heet Petersborough geeft een verlaten indruk. We drinken er een niet zo lekkere kop koffie bij de general store en als we in het volgende dorp Port Campbell aankomen, zijn we blij met een totaal andere vibe dan Peterborough. Voordat we vertrekken waarschuwt de koffiejuffrouw ons voor de gevaren op de weg: veel toeristen uit Azië stappen direct na aankomst op het vliegveld (vermoeid) in een huurauto en realiseren zich niet altijd dat er in Australië links wordt gereden. Bij elke uitrit staan borden langs de kant van de weg om rechtsrijdende chauffeurs te waarschuwen: “in Australië rijden we links”. Wij vragen ons onderling af wat we het meest vrezen: een spook-rijdende Chinese toerist of een geïrriteerde, toeterende Australiër met dikke caravan die ons zonder enig tijdverlies wil inhalen terwijl er tegelijkertijd een vrachtwagen tegemoet komt. De eerste zie je tenminste nog aankomen...
Jaja op links dus in Australië
Niet veel verder dalen we te voet af naar The Grotto, waar de golven een creatief gat hebben geslagen in de kust. Diezelfde golven hebben kort geleden, in 1990, London Bridge gesloopt. Voorheen was de boog, die nu nog resteert, verbonden met het vaste land. De overspanning stortte in toen er toeristen op het uiterste deel stonden. Ze zijn met een helikopter van de rots gehaald. Nu heet het eigenlijk London Arch, maar niemand noemt het zo.
London Bridge die zijn contact met moeder Australië heeft verloren
De camping van Port Campbell is drukbezet en op de weg ernaar toe zien we dat veel accommodaties ‘no vacancy’ borden hebben uithangen. Het dorp ademt uit dat het een typisch vakantiedorp is en mensen met een Aziatisch en Indisch uiterlijk domineren de dorpsstraat. Er is zelfs een brouwerij in het dorp en wel in hetzelfde gebouw als het backpackers hostel. Wij bezoeken de plaatselijke general store om boodschappen voor het avondeten in te slaan en weerstaan de uitnodigende sfeer van de koffietentjes, cafeetjes en restaurantjes.
Het is de hele dag niet warmer dan 13 graden geweest en deze nacht ervaren we het bijzondere fenomeen dat de temperatuur stijgt. Rond een uur of vijf in de ochtend is het 19 graden en is de wind wederom aangetrokken. Er blaast een warme maar harde föhn over het kampeerterrein en over onze tent. In plaats van de slaapzak dichtritsen gooien we ‘m juist aan de kant. Als we opstaan is het nog steeds best warm maar daalt de temperatuur alweer met rasse schreden. Rond een uur of een ’s middags, normaal bijna het warmste moment van de dag staan we na 50 kilometer fietsen te rillen bovenop Lavers Hill. Geen idee hoe koud het is, maar onze adem condenseert en we vluchten een koffietentje binnen. Eerst genieten van een cappuccino, maar als de storm de regen horizontaal langs het raam jaagt en de wolken deze heuveltop opslokken, besluiten we om ook maar een kop soep te nemen om nog niet naar buiten te hoeven. Tijdens de warme drank en soep en de ongein buiten, hebben we een goedkoop motel gevonden en geboekt in Apollo Bay en dat ligt nog 50 km verderop. Dus nu moeten we wel verder. Ondertussen zien we dat we toch wel aardige foto’s hebben kunnen maken van de Twelve Apostels.
Twelve Apostels
Wind, regen en kou bij de afdaling van Lavers Hill
De afdaling in de regen en storm is gelukkig niet half zo naar als dat we in ons hoofd hebben gehaald boven de pittige en lekkere Thaise pompoensoep. We dalen door een bosgebied en de hoge bomen geven aardig wat luwte van de windvlagen en lager op de heuvel en dichter bij de kust, regent het al minder hard en houdt de regen uiteindelijk zelfs helemaal op. Het blijft wel koud totdat we weer een eindje mogen klimmen. We zijn de hele dag bezig met kleding aanpassingen: meer kleren aan bij afdalen, minder bij klimmen door te varieren in been- en armstukken en met jassen: dan weer de regenjas, dan weer de nieuwe rode Adelaide jas met en dan weer zonder zijn handige afritsbare mouwen en heel soms even geen jas. Maar we zijn het gewend en plus en min opties zat, zullen we maar zeggen.
Het dorpje Apollo Bay is een maatje groter dan Port Campbell. Hier zijn niet alleen heel veel toeristen, maar er wonen ook mensen en we denken dat er daarnaast ook de beter vermogenden uit Melbourne hier een ‘tweede huisje’ bezitten. Opnieuw weerstaan we alle verleidingen van cafés en restaurants en rijden door naar ons motelkamertje. We vinden al snel uit hoe we de airconditioning op de heating stand ingeschakeld krijgen en stappen dan snel onder de warme douche. We blijven het herhalen: zooo heerlijk!!!
De volgende dag wordt tegen alle weersverwachtingen in een best aardige dag. De weg van Apollo Bay naar Lorne ligt direct langs de oceaan en we genieten volop van de bochtige weg met de heuvels op links en de zee op rechts. Her en der is op een hoger punt een uitzichtpunt ingericht, maar eigenlijk slaat dat helemaal nergens op, want gedurende de hele weg is en blijft het uitzicht magnifiek. Rond het middaguur arriveren we in Lorne, weer zo’n fijn dorpje en opnieuw best toeristisch maar dit keer lijken vaste bewoners (en opnieuw mensen uit Melbourne die daar een tweede huisje hebben) een groter aandeel te hebben in de populatie.
Groots genieten van de Great Ocean Road tussen Apollo Bay en Lorne
We waren van plan om in Lorne te blijven overnachten en daar het aangekondigde slechte weer uit te zitten, maar gelukkig komen de weersverwachtingen (nog) niet uit en het slechte weer laat (nog) even op zich wachten. We bellen Bob op, die we regelmatig hebben ontmoet in Western Australia en met wie we daarna bijna dagelijks contact hebben gehouden. De afgelopen weken heeft Bob ons regelmatig geadviseerd over de route (en hoe om te gaan met die vervelende Magpie’s). Hij woont met zijn vrouw Mary in Geelong en dat ligt nog zo’n 65 km verderop en we zouden wel een poging willen doen om dat vandaag nog te bereiken. Bob zegt dat ons nog een aantal pittige klimmetjes te wachten staan, maar dat hij inmiddels wel weet dat wij Geelong wel gaan halen en dat we natuurlijk ook vandaag van harte welkom zijn. We klimmen dus weer op de fiets en krijgen een vervolg op de ochtendetappe met geweldige uitzichten. Op advies van Bob fietsen we door Angelsea en Torquay, waar we overspoeld worden door het golfsurfen: surfscholen, sufklasje in de zee, surfkleding, surfboards, surf dudes. Wat de naam is van de kust hier? Ja, inderdaad Surf Coast.
Vanuit Torquay is het nog 20 kilometer de peninsula oversteken om in Geelong bij Bob en Mary de oprit op te rijden. Vanaf daar worden we totaal in de watten gelegd met een warme douche, een biertje met een kaasplank, een heerlijk diner en een groot bed met stapels dekens. Nog voor tien uur kruipen we met dat heerlijke fietsersgevoel, heerlijk moe en heerlijk voldaan in dat heerlijke bed en worden 11 uur later pas weer wakker. We willen de veerboot nemen naar Melbourne en die vertrekt 35 kilometer van Geelong vanuit Portarlington. Vanaf december vertrekt het veer ook uit Geelong, maar nu dus nog niet. De ogen zijn nog niet helemaal open maar tot onze schrik zien we dat het veer vandaag maar één keer koers zet naar Melbourne en al om 11.00 uur. Dat gaan we nooit niet halen! Reddende engel Bob biedt aan om de fietsen op de auto te zetten en ons naar de pier te rijden. Nadat Bob ons favoriete ontbijt met yoghurt, fruit en muesli voorzet, start hij de voorbereidingen aan de auto, Roelie boekt tickets voor de boot en een appartement in Melbourne en Harry pakt de tassen in en zo arriveren we met ons vieren mooi op tijd in Portarlington. We nemen oneindig dankbaar voor hun gastvrijheid en hulp afscheid van Mary en Bob. Hopelijk tot ziens geweldig lieve mensen!
nieuwe vrienden: Mary & Bob
Skyline Melbourne
Vanaf het water is de aankomst in Melbourne best indrukwekkend. De boot brengt ons tot Docklands, aan de voet van de wolkenkrabbers van het CBD (Central Business District). Hier in Melbourne is het CBD geen klinische kantorencentrum, maar een geweldige architectonische, culturele, dynamische ‘hotpot’ We zoeken ons een weg over fietspaden, trottoirs, trambanen en wegen en komen ondanks de wegafzettingen uiteindelijk aan bij het appartement eveneens in het CBD. Na wat gezeur van een bewoner over de regels met betrekking tot het toelaten van een fiets in het gebouw, vinden we de stalling en kunnen we van de grote stad gaan genieten. Het appartement ligt direct boven een aantal stegen die veel bezocht worden vanwege de street art.
We struinen twee en halve dag door de stad en bezoeken fiets- en kampeerwinkels. We gaan op woensdag naar de Queen Victoria Market, maar op woensdag is die dicht, we gaan op donderdag naar de South Melbourne Market, maar op donderdag is die dicht. We wandelen langs het enorme stadion Melbourne Cricket Ground waar zondags de marathon start en finisht en de voorbereidingen in volle gang zijn. We wandelen door Melbourne Park, langs de Yarra River en door de botanische tuin. Er is teveel te zien, er is teveel om van te genieten en om te ervaren. We zouden graag langer willen blijven. We zouden graag nog een dag langer blijven en onze minister president Mark Rutte ontmoeten, die Melbourne bezoekt. We zouden graag nog het weekend willen blijven en dan zondag de marathon zien. Maar ja we zouden ook graag op tijd in Sydney willen arriveren voor de vlucht naar New Zealand. We gaan weer verder!