Panamá

Gepubliceerd op 6 februari 2025 om 03:35

Het is een dik jaar geleden dat we in Buenos Aires aan onze reis naar Canada begonnen. Bijna dertien maanden hebben we genoten van het Zuid-Amerikaanse continent. In Panama-City starten met de route door Midden-Amerika, nadat we een heerlijke week samen met zoon Harjan op Curaçao vakantie hebben gevierd.

 

Om eerlijk te zijn verheugen we ons niet enorm op de tocht door Midden-Amerika richting de Verenigde Staten. We kunnen er niet echt een vinger achter krijgen, maar het speelt vast mee dat routeverslagen van andere fietsers niet heel inspirerend zijn. En we hebben het gevoel dat de kers op de taart van onze reis achter ons ligt en dat het daarna een beetje gaat tegenvallen. Waar we ook rekening mee houden, is de vochtige hitte.

 

Helaas bevestigt Panama wat we vreesden: te heet en saai om te fietsen. Dat komt omdat er maar één doorgaande weg van oost naar west loopt: de Panamerican highway en die is gewoon niet leuk om te fietsen. Gedurende anderhalve dag weten we aan die snelweg te ontsnappen en dat is het hoogtepunt van onze reis door dit land. We fietsen in no-time naar de grens met Costa Rica: op fietsdag nummer zes steken we de grens over. We zijn dan negen dagen in Panama geweest en ervaren veel verschillen met de voorgaande landen. Al met al genoeg ervaringen om een blog te vullen.

 

Als je, zoals wij, aankomt in Panama-City, dan waan je je in een on-Latijnse kosmopolitische stad.  Vanuit het vliegtuig springt de langgerekte kust met een (of beter meerdere) skyline vol wolkenkrabbers in het oog. Architecten uit de hele wereld hebben zich hier flink kunnen uitleven. We landen op het vliegveld aan de oostkant van deze megastad. Dat betekent nog iets van dertig kilometer fietsen door een miljoenenstad. Het gaat bijna schemeren en er zijn veel wijken in de stad die als zeer gevaarlijk worden omschreven. We hebben geen idee, waar deze liggen, maar hebben geen zin om daar al fietsend achter te komen. Zo laten we de fietsen nog in hun dozen zitten. De dozen zien er overigens nogal verfomfaaid uit, laten we hopen dat de fietsen er straks heelhuids uitkomen. In no-time zitten we in een taxi-busje. De kosten vallen mee: US$50. Ja US dollars is hier het geaccepteerde betaalmiddel. Er bestaat een Panamese munt, de Panamese Balboa en die is gekoppeld aan de dollar en dus evenveel waard. Ze hebben er alleen de muntstukken van. Wij hebben nog best een stapeltje US$ vanuit Ecuador meegenomen, dus we hoeven in Panama geen geld te pinnen. Scheelt weer een boel courtagekosten. 

 

Over kosten gesproken: Panama is mede opgestuwd door Amerikaanse toeristen en residents over het algemeen duurder dan de voorgaande landen, maar gelukkig hebben we in Curaçao al mogen wennen aan hoge prijzen. Met name accommodaties en restaurants zijn aan de dure kant. Iets van een factor twee of drie duurder dan Colombia, maar gelukkig wel goedkoper dan Curaçao. 

 

We hebben een piepklein modern studiootje gereserveerd voor een redelijke prijs. Het zit in een cultureel-industrieel complex dat een beetje doet denken aan Strijp-S in Eindhoven. Het ligt nabij het sjieke koloniale centrum als een soort bruggenhoofd in een armoedige sloppenwijk. Beetje bij beetje probeert men blijkbaar die wijk met dit soort invullingen te upgraden en herstructureren, maar het contrast is groot en het valt ons op dat er, naast de bewakers van het complex, aan de overkant dag en nacht twee politiemannen geposteerd staan.

 

Op de binnenplaats van het cultureel centrum zetten we de fietsen in elkaar en er lijkt geen schade te zijn opgelopen. Althans niet door de vlucht. Er blijkt wel een schade te zijn ontstaan aan het frame van Roelie. Haar achterband -of beter de modder aan de achterband- heeft blijkbaar langdurig geschuurd tegen de liggende achtervork en naast een gleuf zit er zelfs een gaatje in. Op het frame zit gelukkig een levenslange garantie. Maar Pilot Cycles is na een faillissement net aan een doorstart begonnen, dus die gaan we vooralsnog nog niet lastig vallen met dit probleem. We maken ons geen zorgen om de stabiliteit maar stel dat we ergens een keer een titanium lasser tegen komen, dan moeten we dat toch laten repareren. We sturen berichtjes vooruit naar fietsenzaken met veel goede reviews en krijgen er vooralsnog geen antwoord op.

 

Wat verder te doen in Cuidad de Panama? Nou ja dat is toevallig: fietsen! Dat kan op de Armador Causeway, een pier langs de uitmonding van het kanaal en op de Cinta Costera. Die laatste is een fietspad langs een rondweg door de zee om het koloniale centrum tot aan het exclusieve Punta Paitilla dat bomvol hoogbouw staat. We gaan ook direct langs bij Decathlon in de hoop om een gasblikje te scoren. Daarbij moeten we even van die fijne fietspaden af en merken we al snel dat de rest van de stad niet zo heel fietsvriendelijk is. En dan komen we ook nog eens terug zonder blikje. Een andere outdoorshop in dezelfde shopping mall is opgedoekt. We besluiten de andere zaken eerst te vragen of ze blikjes verkopen voordat we de stad verder moeten doorkruisen. Hierbij krijgen we wel antwoord maar blijkt niemand de juiste blikjes te verkopen. Alleen 'Do-It', een 'Gamma-in-het-kwadraat', verkoopt Griekse(?!) blikjes camping gaz... Jeweetwel, van die prikblikjes. Totaal onpraktisch voor fietsers, want er moet een brander op en die mag na het doorprikken van het blikje, er niet meer vanaf. Hmmm even over nadenken. Tja, ook al kamperen we niet met nachttemperaturen tegen de dertig graden, een kop koffie in de ochtend is wel erg lekker. We doen het.

 

Het koloniale centrum bezoeken we op een tweede dag te voet. Dit is niet waar de stad ontstaan is, dat deel -Panama-Viejo- ligt weer vijftien kilometer verder naar het oosten.. Een piraat heeft de brutaliteit gehad om dat oude centrum nagenoeg met de grond gelijk te maken en daarna is besloten om elders een nieuw, beter te verdedigen, centrum te bouwen. Bij uitzondering staat er een bouwval en loop je onder een soort afdak om de vallende pleistersteen en brokstukken op te vangen. Maar het meerendeel van de panden wordt uitmuntend onderhouden en huisvest chique hotels, boetieks, koffiebarretjes, winkels en restaurants. Op advies van Emma en Robbert, Nederlandse fietsers annex mega koffie-liefhebbers, drinken we een erg goede cappuccino in Café Unido, maar he, dat kost dus wel even €4,10 per stuk, en dat hebben we nog niet eerder meegemaakt in Zuid-Amerika.

 

Panama is natuurlijk vooral bekend van het Panama kanaal en dat staat momenteel vaak in het nieuws omdat Trump de prijs voor een doorvaart te hoog vindt voor Amerikaanse boten en zich beroept op de bemoeienis van de Amerikanen met de aanleg en daarom nu het kanaal wil annexeren. Zijn expansiedrift kent letterlijk geen grenzen; waar hebben we dat eerder gezien? Bijzonder feit, wat bijna niemand weet, is dat de Fransen de bouw zijn gestart en daar een hoge prijs voor hebben betaald. Door onder andere malaria hebben destijds meer dan 20.000 Fransen de dood gevonden. Daarna pakten de Amerikanen de bouw op, na eerst ervoor gezorgd te hebben -met zogenaamde 'kanonneerbootdiplomatie' (zoek maar op in Wikipedia)- dat Panama uit de Verenigde Staten van Colombia vertrok. Misschien ook een idee voor Westcoast staten, zoals California, om zich af te scheiden van de VS?


Is een doorvaart duur? Zwemmen is niet duur maar dat mag niet meer. Dat koste US$0,36. Een privé jacht betaalt iets van US$3.000 en een vrachtschip US$200.000. Er gaan iedere dag zo'n 40 schepen door de 12 sluizen en omdat het halen van het tijdslot heel belangrijk is, liggen er veel schepen op zee te wachten. De maximale maat van een schip om door de sluizen te kunnen is bepalend in de zeevaartbouw. De Panamax heet dat en is 294 m lang, 32 m breed en 12 m diep. In 2016 zijn de sluizen vergroot en bestaat er een nieuwe maat, de Neopanamax: 366 m lengte, 49 m breedte en 15 m diepgang. Door het Suez-kanaal kunnen nog grotere schepen (400 meter) en daar wordt dan veel meer voor betaald (US$500.000). Tja, dus is het duur? Ja, maar het staat iets tegenover en omvaren is vele malen duurder.

We hebben veel gelezen dat het fietsen over de vierbaans brug over het kanaal, de Puente de las Americas, geen pretje is: druk en geen schouder. We zijn dus voorbereid. Tot onze verrassing zien we dat er tijdens de ochtendspits drie rijbanen zijn gereserveerd voor inkomend verkeer. Op zich logisch natuurlijk, maar voor ons betekent dit dat het verkeer minder ruimte heeft om ons te passeren. Maar de snelheid ligt laag, men geeft elkaar voldoende ruimte en houdt goed rekening met die twee gekke gringo's op hun fiets. Achteraf viel het allemaal best mee, maar we hebben niet of nauwelijks een blik geworpen op dat wereldberoemde kanaal onder ons. De weg na de brug is enorm: diverse wegvlakken, vele rijbanen en alles voorzien van heerlijk rollend ZOAB asfalt. Het bijzondere is, dat er nauwelijks verkeer op zit. Dit is lekker!

 

Helaas houdt dat na een kilometer of tien op: het wordt erg druk, het gladde asfalt wordt verruild door ongelijke, gescheurde en verbrokkelde betonplaten en de geasfalteerde vluchtstrook wordt een strook met los grind, begroeiing, glas en afval of ontbreekt geregeld zelfs in het geheel. We zijn gedwongen om over de rijbaan te fietsen terwijl het verkeer, toeterend langs ons heen knalt. Over die eerste dag kunnen we kort zijn: onveilig, oersaai (tenzij je van de adrenalinekick houdt dat een zesasser jou rakelings passeert) en bloedheet. Dolblij zijn we als we na dik 90 kilometer een klein dorpje aandoen en voor veel te veel geld een kamertje krijgen. Dat kamertje gaat wel gepaard met voor hier belangrijke items: koelkast, airco en zwembad, al is die laatste van het formaatje XS. Het te dure kamertje compenseren we (deels) met een spotgoedkope maaltijd bij 'de Chinees' van het dorp. We zijn enorm hongerig, maar proberen ons te beheersen. We bestellen één loempia en één bord vol nasi en verbazen ons uiteindelijk dat we het allemaal op krijgen.

 

Dag twee op dezelfde Panamerican highway is een kopie van dag één. Veel te heet, best gevaarlijk, slechte of niet aanwezige vluchtstrook, toeterend verkeer, en vooral oersaai. Twee verschillen: meer kilometers (ditmaal >100 kilometer) en minder hoogtemeters. We zweten er op los en we drinken er op los. Zoveel. dat er geen eten bij kan. Alleen een milkshake bij een airco-gekoelde Mc Donalds, het hoogtepunt van de dag, gaat erin.

 

We overnachten in Aguadulce, opnieuw een lelijke Amerikaans aandoende stad met lelijke dozen als gebouwen. We vragen wat na bij een tweetal hotels. De eerste is sjiek en duur, de ander is goedkoop en shabby. Zo komen we uit bij nummer drie: een typisch snelweghotel maar oké genoeg. Pal tegenover is een winkelcentrum met een supermarkt uit de top drie van Panama: de Super99. Hier scoren we heerlijke parmaham en een miniblok superoude kaas. In de avond gaan we iets verderop naar een Peruaans restaurant en daar bestellen we twee 'oude bekenden': een Causa de Pollo en een Lomo(tito) Saltado. De Lomo was goed en de Causa was redelijk, maar zou ook 'mayo met stukjes aardappel en kip' genoemd mogen worden.

 

Net als gisteren staan we om vijf uur 's ochtends op. Op een of andere manier zijn we langer bezig en zitten we niet om half zeven maar tien voor zeven op de fiets. Boeien, over dik vijftig kilometer mogen we deze *#@$* snelweg voor anderhalve dag verlaten! Maar eerst naar Santiago. De verloren tijd maken we snel goed omdat er weinig verkeer is, een betere vluchtstrook, weinig hoogtemeters, weinig wind, etcetera. Belangrijkste factor is misschien wel dat het bewolkt is vandaag en daardoor een stuk minder heet en gezweet. We blazen over de snelweg. Een vrachtwagen had minder geluk met het over de snelweg blazen en ligt om. De cabine staat nog gewoon overeind, en de chauffeur zal met schrik zijn vrijgekomen. Niet veel verder is het hekwerk van een voetgangersbrug over de weg voorzien van een mooi tafereel van surfers op weg naar de golven.

 

De stad Santiago heeft een zowaar plaza, een centraal plein. We waren al bang dat die hier niet waren. Het is chinees nieuwjaar en de kerstversiering heeft plaatsgemaakt voor rode lampionnen. Santiago is ook de plek om af te slaan van de Panamerican highway en over te stappen op een smaller, rustigere tweebaans  weg. We gaan dan misschien niet zo snel meer als eerder -het heeft een boel hoogtemeters- maar het is zoveel leuker fietsen. Soms dreigt de zon de bewolking op te lossen, maar uiteindelijk blijft het toch grotendeels bewolkt. Wat een fijne fietsdag!

 

In het dorp Soná liggen drie hotels op een rij en de middelste lijkt ons het beste. Airco is er. Er is geen koelkast maar dat is niet erg omdat we aan de overkant een ontbijt kunnen halen in de ochtend, met een voucher van het hotel. We checken het zwembad op het dak maar besluiten dat het mogelijk niet door de keuring komt als het gaat om de hygiene. Het water lijkt dik en slijmerig en er drijft van alles in, waaronder een boel haren, vermoedelijk van een hond. Dan liever de koude douche, die overigens nooit niet heel koud is. 's Avonds willen we bij het restaurant naast het hotel eten, maar dat blijkt hermetisch gesloten, terwijl het volgens Google de hele avond open zou moeten zijn. We lopen hooguit twintig meter verder en zien een shoarmazaakje met een paar zitjes voor de deur. We bestellen allebei een shoarma kip met frietjes voor in totaal US$10. Lekker en goedkoop, dus we zijn blij.


En dan dat ontbijt. Dat kunnen we pas na zeven uur krijgen en dan zouden we in principe al een half uur op de fiets willen zitten. Maar goed, we waren de dag ervoor ook pas laat weg. Laat maar gewoon doen dan. Toch ergeren we ons een beetje. We zitten al een tijd te wachten na het inleveren van ons bonnetje, iedereen om ons heen is later gekomen en zit al te eten en dan komt er iemand alsnog vragen wat we voor ontbijt willen... En al die tijd staren we naar de wolkenloze lucht. Het gaat heet worden vandaag. Pas tegen acht uur zitten we op de fiets. Gelukkig hebben nog een heel stuk fijne weg voor de boeg met de bonus van schaduw van bomen. 

 

Aan alles komt een eind, zo ook aan al het moois. Bij Harry borrelt het idee op om na Mexico naar Europa te gaan in plaats naar de VS. De dagelijkse stoet aan achterlijk Trump nieuws begint ons aardig de keel uit te hangen en te verontrusten. Waarom zouden we daarnaar toe gaan als het merendeel van de bevolking wederom voor deze man heeft gekozen. Met alles wat we inmiddels over hem weten...? Al snel worden we enthousiast van het idee om de VS te boycotten en daarmee onze steun te betuigen aan Panama, Denemarken, Canada en Mexico en alle groepen mensen die door hem en die idiote Musk -op zijn zachts gezegd- in de verdomhoek worden geplaatst en in de steek worden gelaten.

 

Met frisse zin draaien we weer de Panamerican Highway op waar het echter (nog) heter is dan de dagen hiervoor. We vluchten bij een tankstation naar binnen om de korte termijn plannen af te stemmen. De camping dichtbij is misschien niet zo fijn nu het zo heet is. Bovendien hebben we 'm niet kunnen zien en zijn we er net langs gefietst. Wel zagen we een 'Te koop' bord staan. Zou het gesloten zijn? Nadat we wat zijn afgekoeld besluiten we nog iets verder door te fietsen op die hete snelweg naar Las Lajas, een dorp nabij 'het langste strand van Panama' met veel accommodaties. Vanaf de snelweg en ook het dorp is het strand overigens nog ver weg en kiezen wij voor iets dicht bij de snelweg. Het hotel van de eerste keuze lijkt opnieuw gesloten en te koop te staan. Van de volgende, dat gerund wordt door een Duits stel, zijn we direct gecharmeerd en liggen we al snel in hun uiterst schone zwembadje. Even later, op ons tranquillo balkon/terras, besluiten we al snel een dagje bij te boeken. 

  

Het extra dagje bij de Duitsers is heerlijk. We hoeven niets te doen, dus deze rustdag is geen 'to do'-dag, maar een echte rustdag. De benen en billen zijn er (ook) blij mee. Alleen even naar de supermarkt waar we besluiten een eigen maaltijd te koken (chili con carne). Voor de rest doen we weinig, drijven we in het zwembad en 'werken' we aan deze blog. Verder zetten we een planningsschema in elkaar naar Mexico, dat we begin of midden april hopen te bereiken voor een vlucht naar vermoedelijk Lissabon. De teerling is geworpen (maar nog geen ticket hoor, hahaha).

 

De etappe naar David is weliswaar kort met minder hoogtemeters, maar we starten toch vroeg in de ochtend om rond het middaguur te kunnen stoppen. Het is weer een stralende dag op de Panamerican highway. De weg is ondanks dat het een werkdag is niet erg druk. Dat is prettig want op de vluchtstrook is niet altijd fietsen.

 

Op vele plekken rukt de begroeing op het -door aanleg van de weg- verloren stukje natuur terug op te eisen. Over het algemeen is de vluchtstrook goed te fietsen. Het blijft wel oppassen voor glas en kapotte banden. Vooral de vrachtwagenbanden met dunne staaldraadjes kunnen zelfs in lekbestendige banden hele kleine gaatjes prikken. Nieuw is ook het uitwijken voor paardenpoep. Je kunt het je misschien niet voorstellen dat er paarden lopen op de vluchtstrook van een vierbaans snelweg. Wij ook niet totdat we een cowboy tegenkomen.

 

Hebben we al geschreven over dat er veel supermarkten in Chinese handen zijn? Voor zover ons diepgaand onderzoek reikt, zijn er langs de Panamerican highway alle supermarkten in Chinese handen. We stoppen regelmatig om water, elektrolyten, sportdrank, iced koffie of ice tea in te slaan. Harry heeft daarnaast een nieuw favorietje gevonden in voorverpakte zoete kaneelbroodjes., vol met conserveringen dus voor altijd lekker 'vers'. We horen dat de Chinese mafia de achterliggende oorzaak is van het fenomeen. Die hebben in heel Midden-Amerika geïnvesteerd in ondernemingen en er Chinezen naar toe getransporteerd om de zaak te runnen en met dikke rente terug te betalen. Wonderlijke witwaspraktijk, niet?

Wat ook wonderlijk is, zijn de verbodsborden langs de weg. We komen hetzelfde bord een aantal keer tegen en proberen te begrijpen wat er verboden wordt. We zien meerdere totaal verschoten (haha) borden met iemand met een geweer die ergens gericht op schiet, met een streep erdoorheen. Is het een verbod op het gericht schieten met een geweer? En zo ja, mag vanuit de heup schieten dan wel? Later zien we een nieuw bord met toelichting: aha, 'jagen verboden'. 

Om 12 uur rijden we David binnen. Het is wellicht nog wat vroeg om bij hotels aan te kloppen. Even rondhangen in de koelte van een McDonalds met een milkshake is naast fietsen een tweede hobby geworden. Dus dat doen we eerst. We checken nog eens de hotels in de buurt en komen op dezelfde keuze als gisteren. Daar aangekomen vinden we een goedkoop klein kamertje zonder raam maar met een vriendelijk ontvangst. We kunnen gebruik maken van wasmachine en keuken en dat is erg fijn. Na een verfrissende koude douche wandelen we door een muur van hitte naar de supermarkt. Daar zien we zowaar La Trappe in de koeling staan en dat is zo grappig. La Trappe is een dagelijks terugkerende melding onderweg van 'hoe ver nog'. "Heen en terug La Trappe!" is nog 34 kilometer en alleen "La Tappe!" is nog 17 kilometer. Toen we nog in Oirschot woonden was de abdij van La Trappe (of beter het terras met de La Trappe bieren) een populaire bestemming 'als fietstocht'. Juist, toevallig vandaag, roept Harry bij het 'La Trappe-punt': "daar zou ook nog eens eentje van lusten"  Vreemd genoeg laat hij de La Trappe blond staan en kiest hij voor een Panamees light 'ice' biertje. Zal iets met oververhitting te maken hebben.

 

Rest ons naar de grens te fietsen. Het is wederom een nogal hete dag op de Panamerica highway en die is al vroeg vandaag ook nog eens verschrikkelijk druk. Het blijft druk tot aan het stadje La Concepcion. Het briesje brengt gelukkig een beetje verkoeling. Verder gaat alles voortvarend waardoor we vergeten om de laatste muntjes aan Panamese geld uit te geven voor we bij de grens komen. Het is ook raar om al na een week een land uit te fietsen, maar we hier houdt Panama op. Costa Rica wacht op ons! 

 

Vulkaan Barú op de achtergrond.

 

Geen statistieken deze keer om af te sluiten, maar nog een paar extra opmerkelijkheden ten opzichte van eerdere ervaringen in Zuid-Amerika:

  • Weinig motoren en brommers. Auto's hebben geen nummerbord voor.
  • Duur(der)! Met name de accommodaties en ook de restaurants. Supermarkten vallen mee.
  • De traditionele kleding bij de Panamese vrouw is een fel gekleurde katoenen soepjurk met een borduurstrook.
  • Voor de ingang van supermarkten zitten vaak een lotenverkopers. Twee keer per week is de trekking live op tv en radio. Een lot (US$1) heeft vier cijfers en alle cijfers goed levert maximaal US$2.000 op. Kleine kans, toch populair.
  • Amerikaanse invloed: veel Amerikaanse toeristen en overwinteraars. Veel Amerikaanse producten en fastfood ketens zoal McD, KFC, Starbucks, Subway, Wendy’s. Veel tweetalige menu’s. 
  • Weinig tot geen terrasjes. Wel veel bars, maar die hebben een scherm voor de ingang zodat je van buiten niet kunt zien wie er binnen zitten. 
  • Heeeeel veeeel Panamese vlaggen. Overal, aan elke lantaarnpaal.