Het is eind november en het winterweer bereikt ook zuidoost Europa. In Bulgarije en Albanië ontstaan problemen door hevige sneeuwval. Die landen grenzen aan 'ons' Griekenland en ook hier zien we dat we na maanden afscheid moeten nemen van het heerlijke zomerweer. De temperatuur zal kelderen en het weer wordt minder aangenaam en onbestendig. Overal in Griekenland? Nou, op Kreta -het zuidelijkste en grootste Griekse eiland- lijkt het nog best mee te vallen. Laat daar ook nog een aantal campings het hele jaar geopend zijn en de keuze is gemaakt: we pakken de boot naar Kreta en gaan daar nog twee weken rondfietsen: een mooi (hopelijk ook qua weer) slotstuk van onze fietstour van dik vier maanden door Oost en Zuidoost Europa.
We nemen een nachtboot naar het westelijk op Kreta gelegen stadje Chania. Om negen uur 's avonds vertrekt die uit Piraeus, in de buurt bij Athene, en komt dan de volgende ochtend na zessen aan. We verwachten aan boord lekkere luie stoelen die in bijna ligpositie kunnen worden gezet, zoals we die van de Canarische eilanden kennen, maar helaas, die zijn er niet. Gelukkig hebben we slaapmatjes en kussentjes en vinden we in de "nachtclub" van dek 11 voldoende ruimte voor een ongestoorde nacht. Het was overigens ook mogelijk om een cabin te huren voor de nacht maar die kost €125 extra en voor zo'n kort nachtje leek ons dat onzin. De tickets voor de overtocht kosten al €48 per persoon.
Onze voorverkenning laat deze dagen iets te wensen over. We komen namelijk niet aan in Chania, maar als de deuren zich openen staan we volgens onze mobieltjes in Souda, iets van 5 kilometer ten oosten van Chania en dat gebeurde ons de dag ervoor ook al in Piraeus. Onze mobieltjes hebben daarnaast een vervelende mededeling van onze provider BEN. Waar in het bericht 'Welkom in Griekenland' van BEN wordt gesteld dat bellen en data in Griekenland gewoon uit de bundel gaat, geldt dat klaarblijkelijk niet voor de territoriale wateren en wordt maar liefst €10 per Mb gerekend. Terwijl we lagen te slapen is zo €60 euro in rekening gebracht. Zo vervelend! We gaan er wel weer achteraan, net als in Bosnië en adviseren BEN de welkomsttekst aan te passen en te waarschuwen dat op veerboten een uitzondering kan gelden en er dan echt absurd hoge kosten worden gerekend. Beter om de mobieltjes op zee op vliegtuigmodus te zetten.
Goedemorgen Chania, uhhh Souda!!
Bij de haven liggen verscheidene koffiebarretjes en die al vroeg geopend zijn. In ene gaan we ontbijten en ons omkleden om daarna een eindje te kunnen fietsen. Roelie is ooit eerder met vriendinnen op vakantie aan de oostkant van Kreta geweest en wil graag nu ook de westkant zien en de beroemde Samaria kloof wandelen. De verwachting is dat de wind ons gaat helpen om naar het oosten te komen maar vandaag staat er nauwelijks wind en fietsen we zonder enig probleem verder westwaarts. Eerste halte is dan toch de stad Chania, een mooie oude havenstad, waar we wat lukraak doorheen fietsen.
We volgen vandaag de noordkust en dat brengt ons langs een aaneengesloten serie van gesloten supermarkets, restaurants, hotels, winkelcentra en resorts. Alleen in het dorp Platanias is her en der iets open en even buiten het dorp stoppen we bij een Lidl, die ook open is. In plaats van een parkeerterrein-pauze besluiten we terug te fietsen naar dat ene geopende koffiebarretje. Tijdens de cappuccino zoekt Harry tevergeefs naar de stekker en powerbank. Die zijn aan boord van het veer aan de stroom gehangen en er blijven hangen... Potver-scheisse!
We kunnen niet zonder en zullen snel een nieuwe stekker-oplader en powerbank moeten kopen. Voor nu wordt de zware mega backup powerbank uit Harry's tas opgediept en daarmee kan deze van de (inmiddels gelukkig zeer korte) lijst met "wel-meegenomen-maar-nog-niet-op-deze-trip-gebruikte-spullen" worden afgevoerd.
Ons doel vandaag is Kissamos, een waarschijnlijk aardig kuststadje in het uiterste noordwesten. Daar hebben we, met de verwachting van een slechte nachtrust op de boot en een regendag morgen, een leuk appartementje geboekt voor twee nachten. Hoewel het deel direct aan de kustlijn erg verlaten oogt, blijkt Kissamos gelukkig niet helemaal uitgestorven. Het centrum ligt landinwaarts en is leuk levendig, mede door een groot aantal Indiërs, Afrikanen, vluchtelingen of arbeidsmigranten, we weten het niet. De elektronicashop, waar wij een nieuwe oplader en powerbank aanschaffen, staat vol met deze heren, die allemaal mobiel bereikbaar willen zijn.
Het appartement is fijn en de gastvrouw aardig. Tegen eerdere weersverwachtingen in worden we meerdere keren gewaarschuwd voor slecht weer en met name de wind zal stormachtig worden. Al snel spelen we met het idee om ons verblijf te verlengen, maar dat zien we morgen wel. Nog voordat we goed en wel gesetteld zijn maken we kennis met onze Canadese bovenburen: John en Martha uit Novia Scotia. Het klikt meteen en terwijl bijna alle kleren in de wasmachine ronddraaien zitten we in de resterende, best aparte kledingcombinaties vroeg in de avond in hun ruimere appartement aan de wijn. Ze vragen ons de oren van de kop en vinden het amazing hoe we reizen en waar we allemaal al geweest zijn. John en Martha reizen overigens ook veel. Met moeite slaan we het zoveelste glaasje af en keren terug naar ons appartementje om het potje pasta te koken. Overigens lukte dat alleen door te beloven dat we morgen (om vijf uur: ze zijn vroege eters) met hun uit gaan eten. Geen probleem, John en Martha zijn leuk, open en interessant.
De volgende dag begint mooi, maar vanaf het middaguur begint het inderdaad te plenzen en blijven de regenbuien overtrekken. De weersverwachtingen tonen nu een heel ander beeld dan waarop wij de keuze hebben gemaakt om naar Kreta te gaan. We dubben, wegen en twijfelen en besluiten uiteindelijk om morgen wel te vertrekken en de lange etappe naar de zuidkant op te knippen in twee delen. Aan de zuidkant duiken we dan opnieuw onder in een appartement om twee dagen vol wind en regen te overbruggen. Het plan is gesmeed en we kunnen met onze Canadese vrienden uit gaan eten.
Griekenland, Kreta en in het bijzonder Kissamos telt veel katten. Sommige katten hebben een baasje maar velen niet en die zoeken onder andere eten in de afvalcontainers (en uit ervaring weten wij dat ook campings een geliefde hang-, bedel-, en miauwplek is). Bij deze containers tellen we tien katten, die ons aandachtig in de gaten houden terwijl we langslopen op weg naar de supermarkt. Martha heeft gehoord dat de katten de overlast van onder andere slangen, ratten en muizen verminderen, maar dat er hier echt een overschot is en daardoor overlast van katten.
Met maar een halve etappe voor de boeg vertrekken we 's ochtends lekker laat. Het waait hard vanuit het westen maar het lijkt te doen en kronkelen door olijfgaarden omhoog. We beseffen ons dan nog onvoldoende dat we vanuit een redelijk windluwe baai door een eveneens windluwe vallei fietsen.
Windvoorspelling voor onze startplek Kissamos, achteraf gezien het meest 'windluwe' deel van onze etappe vandaag
Pas als we boven zijn, en we vol tegen de wind in moeten kruisen, begrijpen we dat het toch echt wel stormt. In combinatie met de donkere wolken en de plensbuien komen ook de windvlagen. We vinden net op tijd een schuilplek in een verlaten schuur vol met rommel, geitenpoep en een karkas van een hond. Vanaf hier moeten we flink afdalen naar de westkust en dat schatten we nu in als een gevaarlijke, misschien zelfs hachelijke onderneming. Harry wil een nieuwe check doen op weersverwachting en eventueel alternatieve routes en loopt uit en om de schuur om de telefoon van zijn fiets te pakken, die achter de schuur geparkeerd staat. Hij wordt bij het ronden van het gebouwtje zowaar van z'n sokken geblazen. Verbouwereerd ligt hij op de grond en heeft zich gelukkig geen pijn gedaan. De regenbui trekt daarna snel weg, de windvlagen minderen in kracht, en het zonnetje keert terug. Het is dan al na 12 uur, en dan zou de storm ietwat moeten afnemen. We vinden ook geen beter alternatief en dalen af naar de westkust.
Gelukkig blijkt de afdaling mee te vallen; soms fietsen we bijna windluw beschermd door een bergkam en er is geen of nauwelijks ander verkeer. Het uitzicht op de woeste zee en de hoge golven, die op de westelijke rotskusten beuken, is imponerend. Zonder problemen komen we zo uit bij het dorpje Sfinari waar alle op het toerisme gerichte voorzieningen en accommodaties gesloten zijn. We zitten nagenoeg weer op zeeniveau en vanaf hier mogen we steil omhoog naar iets van 550 meter. Het hoogteprofiel voorspelt een brute klim, maar die blijkt erg mee te vallen. Onderweg vluchten we nog drie keer voor een donkere wolk gepaard met regen en zware windvlagen. De eerste schuilplaats, in een kapelletje dat op slot was maar met de sleutel in het slot, is ook meteen de beste. De volgende twee bieden wat minder comfort en bescherming, zullen we maar zeggen.
Harry heeft gebeld met Irine, een gastvrouw in bergdorp Kefali over een accommodatie en heeft sindsdien een leuk app contact. We worden in de taverne in het dorp hartelijk welkom geheten door Irine's moeder die zich verontschuldigt voor haar beperkte Engels en snel haar dochter belt. De fietsen gaan in de schuur tegenover de taverne en de dochter brengt ons naar een huis onderin het dorp. Het is inmiddels koud en na een warme douche wandelen we terug naar de taverne waar het houtvuur in de openhaard kabbelt en een deel van slechts 79 dorpsbewoners zich af en toe laat zien en koffie drinkt rond de haard. Wat een leuk inkijkje in de sociale omgang in dit in onze optiek authentiek Kreteaans bergdorp! Irines vader toast meerdere keren met ons, Irines zoontje drukt trots het knopje van de zingende kerstman in, Irines man draagt een lange dikke zwarte rok, vermoedelijk traditionele kleding hier en de man naast de haard trakteert, ook ons, op een rondje raki omdat zijn kleinzoon naamdag heeft vandaag.
De volgende morgen vertrekken we opnieuw laat. Dat kan ondat we weer niet zo ver hoeven te fietsen om aan de zuidkust uit te komen. De bewoners hebben de vreugdevuren alweer aangestoken om ons een passend uittocht uit Kefali te geven.
In een volgend bergdorpje moeten we een keuze maken of we via een onverharde weg gaan fietsen. Irine heeft geadviseerd om daar navraag te doen of na de storm de weg goed is. Ze hoorde dat in de omgeving veel beschadigd is. In het dorp vinden we echter een shortcut waardoor we geen hond tegenkomen en dus ook geen navraag kunnen doen. We besluiten te zien hoe ver we komen. Mochten we ergens terug moeten, dan hebben we daar vandaag de tijd voor.
De onverharde weg is het probleem niet en de klim is na een onmogelijke eerste kilometer ook best te doen. Op iets van driekwart moeten we een provisorisch gaashek openen en dichtmaken, dat in onze optiek eerder de geiten moet binnen houden dan dat het aangeeft dat het een privéweg is en niet betreden mag worden. De weg is mooi met uitzicht eerst op de zee ten noorden en daarna op de zee ten zuiden van Kreta.
Pas in het laatste deel van de afdaling worden de stenen wat grof en moeten we voorzichtig zijn. Daarna raken we wel wat geïrriteerd door de navigatie als een verbindingsweg niet blijkt te bestaan en kort daarna een weg blijkt weggeslagen en zo te zien niet door de afgelopen storm, maar al jaren geleden. We hebben de tijd om wat om te fietsen en zo rollen we uiteindelijk aan de zuidkust het stadje Paleochora binnen, opnieuw opvallend levendig!
Paleochora leeft van het toerisme, maar verandert niet in een deprimerend spookstadje als de toeristen weg zijn. De meeste koffietentjes zijn gewoon open met genoeg lokale gasten. Alleen het strand en de strandtenten liggen er verlaten bij, maar dat is bij dit gure weer toch geen plek om rond te hangen. Ons appartement is geweldig en we voelen ons er meteen helemaal thuis. We netflixen er op los en buiten dat schrijven we deze blog en worden routeopties voor de resterende anderhalve week in ogenschouw genomen. Daarbij kijken we 'vanuit de ooghoeken' naar de tracker maritiemtraffic, waar je scheepsverkeer op kunt volgen, want we hebben een bericht terug gekregen dat onze powerbank en toebehoren gevonden zijn en dat we die op onze veerboot, bij de receptie kunnen ophalen. Probleem daarbij is dat het schip constant onderweg is tussen Athene en Kreta... We zien wel.
En wat doe je als je vindt dat er tot nu toe maar weinig gefietst wordt op Kreta? Dan plan je een stoere etappe van ruim 90 kilometer en ruim 1900 hoogtemeters terug naar Chania aan de noordkust. Hiertoe worden we ook wel enigszins gedwongen omdat: 1. er geen route langste de zuidkust loopt, 2. de Samaria kloof, waar we ons zo op verheugden, van november tot mei gesloten is en de beoogde route daar naartoe komt te vervallen; 3. in het binnenland de accommodaties sowieso spaarzaam zijn, de meeste daarvan nu gesloten zijn en de paar die nog open zijn, duur zijn; 4. de veerbootverbinding tussen de kustplaatsjes aan de zuidkust (er loopt geen directe verbinding over land) niet vaart in de wintermaanden; 5. misschien hebben we in Chania (nou ja niet Chania maar 5 kilometer oostelijker in Souda) een weerzien met onze veerboot.
De stoere etappe begint met een mooi stil weggetje door een kloof.
We klimmen gestaag verder en hebben de weg zowat voor onszelf. We moeten 'm alleen maar delen met de vele kuddes blèrende geiten. Hun reacties op lopen uiteen van vooral niet opstaan, een arrogante blik en een ik-doe-je-wat-houding tot ongecontroleerd vlucht gedrag gedreven door een ernstige vorm van doodsangst. Die laatste reactie is wel sterk overheersend.
Eerder kwamen we hekken over de weg van gevlochten ijzer tegen om de schapen en geiten tegen te houden. Vandaag komen we een nieuwe versie tegen: twee honden die aan beide zijde aan de ketting vastzitten en er net ruimte is om als fietser tussendoor te komen zonder tandjes in de kuit.
Na de eerste klim naar 700 meter hoogte volgt een afdaling naar 450 meter en een langere tweede klim. In de tweede klim op 800 meter hoogte is een T-splitsing waar we een keuze moeten maken: linksaf is korter maar met veel op en afjes, rechtsaf is langer en door klimmen naar 1130 en dan een lange afdaling. We gaan rechtsaf en komen op het Omalosplateau waar dichtbij de entree naar de Samaria kloof ligt, die nu gesloten is. Hier komen we opnieuw de wegwaakhond tegen. Deze tweede keer is er maar één hond. Hij let niet goed op en is te laat om Harry te pakken, maar Roelie fiets er net erachter en ze schrikt zich kapot als de korte ketting aan een langer touw blijkt vast te zitten en hij de hele breedte van de weg kan bewaken. Ze springt van de fiets, en houdt schreeuwend de fiets tussen haar en de hond en raapt ondertussen stenen op om te gooien. De hond is voldoende onder de indruk en zo komen we er gelukkig weer ongeschonden uit. Geef ons maar gewoon een vee-rooster...
Het is weer een stukje klimmen om het plateau uit te komen. De afdaling daarna is heerlijk over een nieuwe gladde asfaltweg. We hebben er nul komma nul foto's van gemaakt. Waarom? Vele redenen zoals handschoenen, hoge snelheid, het is laat, niet willen remmen. Het schemert als we na 94 kilometer en 1950 hoogtemeters is Chania aankomen. We fietsen naar een hotelletje en zien de medewerkers verschrikt opkijken en naar de computer snellen. We hebben geen reservering maar hebben gezien dat er beschikbaarheid is. De vraag is of we onze fietsen veilig mogen stallen. Ondanks de ruime lobby willen ze de fietsen daar niet hebben en ook niet ergens anders. Eigenlijk komen ze helemaal niet gastvrij over en we vertrekken dan ook graag om iets anders te zoeken ook al zijn we moe en koud en is het inmiddels donker. Iets anders wordt Vranas hotel naast de kerk in het oude deel van de stad. Er is niemand aanwezig maar er hangt een telefoonnummer en in de verder verlaten en donkere lobby staan al een fiets en een scooter. We bellen het nummer en krijgen de code van een sleutelkastje, een heerlijke kamer voor een heel klein prijsje. Er is een waterkoker en een koelkast en 's ochtends kunnen we op de kamer ontbijten met koffie, Griekse yoghurt en brood terwijl we naar het bijna bezwerende gezang luisteren van de priesters in de kerk naast ons.
We zien dat de veerboot in de haven van Souda ligt en dat wordt vandaag de eerste stop. We beseffen dat we best wel wat mazzel hebben en dat bijna een wonder is om de adapter, kabel en powerbank op te kunnen halen bij de receptie op dek 7. We zien ook dat we niet de enige zijn die iets vergeten. In het analoge logboek staan heel wat nieuwe invoer onder die van ons.
We gaan de hereniging vieren met de lekkere cappuccino die we ook bij aankomst een week geleden hebben gehad. Daardoor stellen we het fietsen ook nog wat uit want de benen voelen zwaar aan na de pittige dag van gisteren. De drie kilometer klim op de snelweg daarna is ook niet leuk: het kent een brede vluchtstrook waar we op fietsen, maar het verschil in snelheid met de auto's en vrachtwagens is groot: zij minimaal 80, wij nog geen 8 km/h. Het is echter een flinke afkorting en relatief weinig hoogtemeters en daarom bijten we ons er even doorheen. Daarna zitten we meteen al weer op de rustige kleinere wegen en zo fietsen we een relatief korte etappe naar het dorpje Askyfou. Kort, maar toch weer met heel veel hoogtemeters. Sorry, beentjes, dit is Kreta.
Askyfou bestaat in feite uit drie gehuchten die om een hoogvlakte heen liggen. Even verderop ligt Imbros en de toegang tot een wandelpad door de Imbros kloof. Die is wel jaarrond te wandelen maar we hebben bedacht dat we fietsers zijn en op de fiets verder gaan met het verkennen van het eiland. Gelukkig vinden we een relatief goedkope overnachtingsplek in gehucht nummer 1 van Askyfou en daar blijven we een nachtje.
Vanuit Askyfou dalen we niet direct af terug naar de zuidkust maar blijven we wat door het binnenland fietsen. We hebben de Witte Bergen in de rug en als we ons omdraaien zien we op één van de toppen nu al een klein beetje sneeuw liggen.
We klimmen en dalen af door en langs grazende geiten en door kleine niet toeristische dorpjes. Vanaf de zee in het zuiden bereiken slierten wolken het eiland en die lossen dan langzaam op.
Op meerdere plekken ligt de weg bezaaid met geiten- en schapen keutels en -zeik. Als Harry later op de dag de tas van z'n bagagedrager haalt plakken er kleine stukjes aan, waarschijnlijk afkomstig van die keutels. Gatver!
Maar nu eerst terug naar de etappe want het mooiste stuk moet dan nog komen.
Eenmaal aangekomen op de Bourolospas (807m) gaan we niet afdalen maar klimmen we verder in een mystieke natuurgebied dat op de kaart wordt aangeduid als Perisinaki - Agriokefala - Manika. Er volgt een hele fotoreeks maar die haalt het niet om te laten zien hoe indrukwekkend we dit stuk Kreta vinden.
Aan het begin van de afdaling, bovenop een richel, staan we op gelijke hoogte met de rondcirkelende gieren met imponerende spanwijdte en dan volgt een brute afdaling Harry heeft een nadeel met zijn dropbar waarbij het moeilijker remmen is dan Roelie met haar MTB stuur (flatbar). En remmen moeten we want het gaat gigantische steil en lang omlaag. Omwille van de veiligheid betekent dat af en toe stoppen om de verkrampte handen even te ontlasten.
Pijnlijke handpalmen door de steile en ruige afdaling
En dan staan we weer aan de zuidkust van Kreta en fietsen over de kustroute naar het stadje Plakias waar we weer een goedkoop appartement hebben gevonden.
Plakias is wel weer een toeristisch dorpje, maar niet geheel uitgestorven. Er zijn zelfs meerdere supermarkten geopend. We slaan wat boodschappen in om te koken en te ontbijten. Als we de supermarkt uitstappen vindt Roelie het nodig om een foto te maken van de scooter voor de supermarkt omdat het licht van de lucht zo mooi is.
Van Plakias naar Agia Galini blijven we de kustroute volgen waar we gisteren op het eind van de dag ook al even op fietsten. Het wordt een dag met op- en afjes. Dat vinden we vaak zwaar dus we maken er een niet al te lange etappe van: zo'n 45 kilometer. Harry pakt na acht kilometer nog een extra paar hoogtemeters om de oude Prevali burg te pakken terwijl Roelie onder op de lelijke nieuwe betonbrug foto's schiet.
Weer vijf kilometer en een pittige op en af verder zetten we de fietsen even aan de kant. We zijn in de buurt van het Prevali palmbos, een kloof waarin palmen groeien langs het riviertje. Nu er nauwelijks toeristen zijn is het misschien de moeite waard om tien minuten heen en tien minuten terug te wandelen. Dus dat doen we. Op de plek om een foto te nemen, staan geen tientallen toeristen maar wel een grote genen gans, die als een soort gatekeeper voorkomt dat we al te dichtbij komen.
Na de korte wandeling pauzeren we op het parkeerterrein waar nu slechts een paar campers staan. We eten een banaan en een mueslireep en kunnen er weer vrolijk tegenaan. Het is heerlijk weer om te fietsen.
Wat we dan niet weten, is dat het nog een hele zware etappe wordt. De hellingen zijn weliswaar kort, maar talrijk en vooral absurd steil en we moeten vaak slalommen om te kunnen blijven fietsen. Er wordt verwenst, gevloekt en getierd bij het leven.
We slaan vlak voor Agia Galini van de kustweg af een gravelpad in om nog een paar laatste hoogtemeters te omzeilen en fietsen recht op het dorpje af. We willen vlak achter het dorp kamperen op de camping die het hele jaar geopend zou zijn. We hebben al tig keer gebeld maar krijgen geen gehoor. In het dorp bij café 'karma' vragen we of de camping open is. Nee dat is die niet. Het is bovendien opnieuw alweer vrij laat en de scherm if laat niet lang op zich wachten, dus we zoeken een hotelletje en vinden 'happy days'. We worden warm verwelkomd door de gastvrouw met lokale kerstlekkernijen en wijst ons op een traditioneel restaurant naast de deur en dat lijkt ons wel makkelijk na een zware dag.
Na Agia Galini eindigt de vervloekte kustroute en fietsen we het binnenland in. Het stadje Tympaki bruist van levendigheid. De vlakte voor ons staat bomvol olijfbomen en dat zorgt waarschijnlijk voor drukte en gezellig in de stad. Wij fietsen er doorheen en slaan daarna af naar rustige wegen.
Vlak voor het stadje Mires knapt een spaak in Harry's achterwiel. We weten even niet goed wat we moeten doen. De spaak ter plekke vervangen is geen optie. We zien in Mires geen fietsenmaker maar wel een brommer-/motorreparateur. We klungelen wat met de spaak en beschadigen daardoor het velglint waardoor er nu ook latex uit de naaf lekt. Dom dom. We springen op de fiets en zetten flink aan. In Harry's achterwiel zit al een flinke slag en de latex pruttelt maar door. We sjezen door -voorzover we dat we in de gauwigheid meekrijgen- wederom een levendig en druk stadje. De motormonteur zelf zegt ons niet te kunnen helpen, maar hij helpt ons juist enorm omdat hij weet dat er dus wel een fietsenzaak in de stad is. We zetten nogmaals aan en zijn al blij als de zaak open blijkt te zijn. De mechanicien zelf is niet aanwezig maar zijn vader en moeder wel. Moeder spreekt een aardig woordje Engels en vader kan wel een beetje repareren. Een goede combinatie en terwijl we geduldig wachten op het stoepje voor de winkel valt het op dat bij Roelie's achterwiel zelfs twee spaken kapot zijn. De vader en moeder stellen voor omwille van de tijd die het hun kost om er binnenbanden in te doen en niet tubeless. Dat vinden wij prima. We zijn al heel blij dat we weer verder kunnen en vinden twee uur stoephangen ook wel lang genoeg.
We hebben een reserving voor een herenhuis in het dorp Charakas. Er was maar één optie in de wijde omtrek en op basis van de de foto's op booking verwachten we dat het geen probleem is om de fietsen veilig te stallen. Het heet Katerina's Rest Stone House en we hebben in het Engels een paar berichten kunnen uitwisselen. Aldaar aangekomen kunnen we het niet helemaal vinden en staat in de berichten om dan Katarina te bellen. Die spreek helaas geen Engels en blijkt zeer slecht ter been. Ze haalt ons uiteindelijk met de auto op en laat ons dan binnen. We begrijpen niets van wat ze zegt, maar begrijpen ook niets van wat we zien. We komen namelijk in een huis wat overduidelijk bewoond wordt. Er staan overal tierelantijntjes en familiefoto's, zowel de koelkast als de vriezer zijn afgeladen vol, de keukenkastjes puilen uit en in de kledingkasten is geen ruimte voor de kleding van gasten. Hebben we een kamer geboekt in huis bij Katarina? Het was met €30 wel erg goedkoop, maar de omschrijving op booking geeft aan dat het een heel huis voor ons is. Er zijn nog geen reviews om er meer van te begrijpen. Dann vertrekt Katarina en laat ons alleen. Wij kleden ons uit, gooien de kleren in de handwas en nemen een douche die net als in veel Aziatische landen boven de wc hangt. Daarna koken en eten we in de keuken en gaan daarna in de woonkamer op de bank zitten. Als we net zitten wordt het slot van een binnendeur omgedraaid en komt een jongeman binnen. Hij begint een praatje maar zijn Engels is beperkt (maar een stuk beter dan ons Grieks, laten we wel wezen). Hij is sportleraar en komt uit een andere stad. Dan gaat hij de deur uit die wij als voordeur gebruiken en die Katarina van het slot heeft gehaald. Dat was vreemd. Was hij nou ook een gast? We checken de tweede buitendeur en die blijkt niet op slot te zijn en ook niet op slot te kunnen. We parkeren onze verbazing en gaan maar gewoon slapen in het gezellige bed van 1,20 meter breed.
Vandaag staat weer een wat langere etappe op het programma, dus de wekker staat op half zeven. In de blote kont rennen we naar het badkamertje, want je weet maar nooit of de “huisgenoot” weer komt binnenvallen. Als we de fietsen zadelen zit er een oudere man op het terras. Ook hij huurt iets in dit huis. De communicatie met deze meneer gaat wel soepel, want hij komt uit Duitsland en spreekt Engels. Hij overwintert elk jaar op Kreta en fietst hier een tijd rond. We kletsen wat en springen dan op de fiets.
We blijven nog een tijd over het plateau fietsen voordat we echt gaan klimmen. Komoot heeft voor ons een onverharde weg tussen de olijfboomgaarden gevonden en het is prachtig. We komen niemand en bijna geen hond tegen en genieten van de rust, de bergen aan de horizon en van het feit dat de weg vrijwel vlak is. “Dat is lekker, we maken gewoon eens meters”, merkt Roelie op.
Na een tijdje draaien we de provinciale weg op, die ook hier heel rustig is. Gisteren had Harry dit plateau al omgedoopt tot pick-up land en ook nu is negen van de tien auto’s hier een pick-up. Sommige zijn nog niet zo oud maar de meesten zijn zeker ouder dan 30 jaar en het is een wonder dat ze nog rijden, zeker al ze zijn volgeladen met jutezakken olijven. Opvallend ook is dat alweer negen van de tien pick-ups van het merk Toyota, Nissan en Mitsubishi zijn. De Japanners doen hier goede zaken, maar ze hebben de pick-ups bijna onverwoestbaar gemaakt, wat weer niet zo slim is. Na een poos fietsen we door het dorp Demati en vanaf daar moet er geklommen worden. We verwachten een easy klim in twee etappes. Dat laatste klopt maar dat eerste niet. We beginnen rustig nog de provinciale weg volgend, maar bij het dorpje Skinias draaien we een gravelweg op die uiteindelijk loeizwaar, maar gelukkig ook mooi blijkt te zijn.
We fietsen voornamelijk door de olijfgaarden, als we in de verte een bouwval zien dat van een keuterboertje moet zijn. Al van grote afstand wordt ons door een paar honden blaffend duidelijk gemaakt dat we niet welkom zijn. We gaan er vanuit dat ze vastzitten aan een ketting of opgesloten achter een hek. Maar als we dichterbij komen zien we dat de honden vrijlopen en ons tegemoet komen. En het zijn er geen paar, maar meer dan tien. Een boer of boerin is niet te zien en we moeten ons er schreeuwend, scheldend, dreigend met een stok en gooiend met stenen er doorheen wagen. De honden blijven hierdoor op afstand en we kunnen nog net zien dat er op een viertal palen de kop van een geit is gespietst. Lekker luguber. Als we voorbij de meute zijn, krijgen een paar honden opnieuw wat moed om nog een aanval in te zetten maar onze achterhoede wordt door een ditmaal doeltreffende stenengooier ingenomen (Roelie). Het is duidelijk dat men niet verwacht dat hier een fietser of wandelaar voorbij komt, maar deze boer is gewoon een Griekse oetlul. We bikkelen verder naar de eerste top op iets van 650 meter hoogte en draaien daar weer een asfaltweg op om daarna een stuk af te dalen naar het verrassend leuke en authentieke bergdorp Kato Viannos. Daar genieten we tussen de pick-up mannen van een goede cappuccino en iets lekkers hartigs. Met nieuwe energie klimmen we van Kato Viannos door naar iets van 750 meter en zien we de Libische zee alweer liggen.
Wat volgt is een mooie afdaling naar om en nabij zeeniveau en de laatste 20 kilometer volgen we de kustlijn naar Ierapetra. Die kust is hier helemaal niet mooi, maar staat volgepakt met tuinbouwkassen van plastic. Ontzettend lelijk om te zien. Het schijnt dat een Nederlander deze typisch Nederlandse lelijkheid in de zestiger jaren hier heeft geïntroduceerd waardoor de boeren ineens meerdere malen per jaar hun oogst van tomaten, paprika’s en komkommers kunnen binnenhalen en hun inkomen flink zagen toenemen. Van de Nederlander staat zelfs in een van de dorpen een buste. Wij zien vooral dat het landschap (en de waterhuishouding) nogal wat geweld wordt aangedaan. Centrum van deze agri-industriële bedrijvigheid is Ierapetra en de lelijkheid zet zich voort in de buitenste regionen van de stad.
Gelukkig is het centrum, met haven, strand en veel horeca een stuk mooier, maar om de stad nu “bruid van de Libische Zee” te noemen, gaat ons wat ver. Ierapetra schijnt de meest zuidelijke stad van Keta, en dus Griekenland, en dus Europa, én dus van onze transcontinentale tour te zijn. Morgenvroeg fietsen we heel even nog iets zuidelijker, maar dat mag geen naam hebben. Ook is het, op de twee komende overnachtingen na, het meest oostelijke punt van onze tocht. Voor de topografische fetisjisten zoals Harry: vertrokken op (afgerond) 51 graden NB en 5 graden OL en hier slapen we, na ruim 7.500 fietskilometers, op 35 graden NB en 26 graden OL.
In Griekenland heb je het als verkeersbord niet makkelijk. In de rest van Griekenland word je vooral beklad, vaak met de cijfers 07 en 13, die duiden op de gates waar doorheen de hersenloze hooligans van respectievelijk voetbalclubs Olympiakos en Panathinaikos naar hun tribunes gaan. Het is een ware plaag met name op rond Athene. Op Kreta echter word je als verkeersbord vooral beschoten. Soms met fijne hagel, soms met grover geschut. Op een of andere manier kunnen we bij deze laatste vorm van vandalisme een glimlach niet onderdrukken.
Vlak voor Ierapetra hoort Roelie weer iets knakken. Geen spaak maar de veer in de verende zadelpen. Harry roept 'ik ben blij dat het jou als eerste overkomt' (volgens de gebruiksaanwijzing was Harry namelijk aan het begin van de trip iets te zwaar voor het type vering in onze zadelpen). We hebben reserve-veren en vervangen de gebroken veer, een eenvoudig klusje, aan het strand, met een biertje: wat een uitstekende werkplek.
Ierapetra
De volgende dag fietsen we van de zuidkust naar de noordkust. Dat betekent hier niet zoveel kilometers, maar natuurlijk wel heuveltje op en heuveltje af. Voor we dat heuveltje van 450 meter hoogte gaan beklimmen volgen we de zuidelijke kustlijn richting oosten. Het is heerlijk fietsen: het zonnetje schijnt en de vrij stevige wind is in ons voordeel.
Het doel van vandaag, Sitia op 60 kilometer, wordt dan ook een stuk sneller dan de voorspelling van Komoot gehaald. Sitia is een stuk idyllischer en een stuk kleiner dan Ierapetra. Het ligt beschut in een baai, deel uitmakend van een veel grotere baai en een leuk haventje volgepropt met restaurantjes en terrassen. Negen van de tien zijn ook nu ver buiten het seizoen, open. We fietsen naar een hotel en krijgen voor weinig een kamer met balkon en zicht op al deze gezelligheid. Als we later op de avond met enige keuzestress langs de vele restaurants lopen zien we dat er opmerkelijk veel kinderen op de been zijn. Bij een kerkje is een happening en wordt er gezongen en we beseffen ons dat het vandaag 6 december is en dat het vandaag de naamdag van Sinterklaas of Sint Nicolaas is, en dat deze naamdag samen met alle Grieken die iets met Niko of zoiets in hun naam hebben (en dat zijn er heel veel) hier ook gevierd wordt. We zien dat bij veel restaurants de tafels aan elkaar worden geschoven en we vermoeden dat na het kinderfeest er nog lekker getafeld gaat worden. Om die, ongetwijfeld luidruchtige, meute voor te zijn gooien we de keuzestress overboord en duiken hetzelfde restaurant in waar we vanmiddag een biertje hebben gedronken.
De volgende dag belooft een pittige te worden met een heleboel hoogtemeters over een relatief korte afstand. We proberen zoveel mogelijk de grotere wegen te omzeilen, niet omdat ze druk zijn (dat zijn ze niet in december) maar omdat we er veel minder van genieten. Dat betekent voor vandaag dat we eerst achterlijk steil over veelal betonnen landbouwweggetjes door olijfboomgaarden omhoog klimmen. We weten inmiddels al langere tijd dat beton gelijk staat voor zeer steil: op asfalt wordt op zeer steile stukken door betonwagens beton gemorst omdat het op die stukken overloopt. En op achteraf weggetjes wordt er beton gestort op de zeer steile stukken om het wegspoelen van de weg te voorkomen. Enfin, we klimmen krakend naar de eerste top, iets van 300 meter hoger.
We vrezen nu de slotklim naar 900 meter hoogte, want die ziet er in het hoogteprofiel van vandaag veel steiler uit. Via eerst een stukje asfalt en daarna vooral onverharde paden (jaja en met de gevreesde stukjes beton) zwoegen we naar het dorpje Parasporion, waar we ons op de foto zetten met een kale boom vol ballen (potentiële kerst-“kaart”!).
Wat volgt is een relaxter stuk over asfalt naar een tweede top op ruim 600 meter hoogte. Via diezelfde super rustige weg dalen we een beetje maar blijven we vervolgens een beetje op dezelfde hoogte rond de 500 meter fietsen tot aan Chrisopigi. Aan de voet van de slotklim stoppen we om ons een beetje op te laden met de bekende bananen en granola repen.
En als je het ergste vreest, dan valt het altijd mee. Dat geldt ook voor deze klim: hij is zwaar maar we kunnen in het zadel blijven. Boven op de winderige en koude top moeten we een hek door en dat begint een zeer zware afdaling. Regelmatig moeten we even stoppen om de handpalmen te ontlasten. Maar wat is het weer fantastisch mooi!!
Het begint licht te regenen als we voor de accommodatie in Kavousi staan. Dan blijkt dat we voor de verkeerde deur staan. Het moest de tweede deur zijn. We gaan snel naar binnen en zetten de verwarming aan en de knop voor de cv voor warm water. Dat is normaal hier: in het meterkastje moet de stop worden omgezet en na een kwartier is er warm water en -de Grieken zijn zuinig- moet de stop weer worden omgezet.
De volgende ochtend doen we het rustig aan en wandelen naar de bakker en door het dorp. Na een laat ontbijt fietsen we een korte etappe naar Agios Nikolaos. Eigenlijk komen we twee dagen te laat aan in deze stad van Sint Nicolaas, maar goed we hebben in Sitia ook wel iets meegekregen van de 6e december. In Agios Nikolaos hebben we voor heel weinig een super-de-luxe appartement geboekt. Dat is ook zo mooi aan deze periode op Kreta te zijn: de accommodaties kosten nog geen fractie van wat ze in het hoogseizoen (durven te) vragen. Hoe dan ook, gezien de weersverwachting (harde wind vanuit het westen) en dit buitenkansje, besluiten we om een extra nacht te boeken.
Daarmee resteert er een allerletste etappe naar Heraklion op zondag. We kunnen al vroeg in het appartement, doen vroeg boodschappen, douchen vroeg en zitten vroeg op de bank. Voordat we aan het Netflixen gaan, maken we plannen voor de twee weken dat we in Nederland zijn: het beloven drukke weken te worden maar het aanstaande weerzien van familie, vrienden en Pilot-wereldfietsen, zorgt ervoor dat we ons enorm verheugen! Nog één etappe.
De laatste etappe begint met klimmende en met medefietsers. Een groepje wielrenners en een groep e-bikes halen ons in en groeten vrolijk. En die vrolijkheid voelen wij ook want lang is voorspeld dat dit een koude regendag zou worden maar dat is het niet. Uiteindelijk hebben we best lekker weer cadeau gekregen van Kreta.
Maar dat het kan spoken is ook wel gebleken. Zo vreemd is het niet dat het toeristenseizoen hier volledig op z'n gat ligt. Dat blijkt ook nog eens als we kilometers lang van Malia tot aan Chersonissos tussen de afgesloten en afgeplakte gevels rijden. Het zou zo een scène uit Walking Dead of I am Legend kunnen zijn. Harry is op zoek naar een mooie invloed van de vele Nederlandse toeristen hier, bijvoorbeeld een 'Friet van Piet'. Piet zien we niet, maar wel café 'Leidseplein', natuurlijk dicht. Pas even voorbij het Leidseplein vinden we een eerste en enige open koffiebar.
Ook verderop in Knossos (wereldberoemd van het Suske en Wiske album 'Knokken in Knossos') is er niets te beleven maar hoofdstad Irakleio (of Heraklion) is op deze zondag dan wel weer levendig, druk en gezellig. Zo druk dat we besluiten uit te wijken naar een restaurant dat de Canadezen Martha en John hebben getipt een eindje uit het centrum. We hebben met Martha en John, op hun aangeven, in een knus klein gezellig restaurantje in Kissamos gegeten en we hadden beide dus weer zo'n soort establisment voor ogen. We schrikken er een beetje van als we bij een afgeladen volle vreetschuur uitkomen, waar alles om vlees draait, veel vlees. Niet echt ons ding maar wel authentiek Grieks deze tent. Enfin, er komt net een tafeltje vrij voor het raam waar we de fietsen in het oog kunnen houden, dus stappen we naar binnen en zitten daar de tijd uit totdat de veerboot naar Athene vertrekt.
Het zit erop, de laatste step in Polarsteps wordt in de vreetschuur geplaatst. We zijn klaar met deze eerste tour door Europa en verheugen ons op nog een paar dagen Athene, de kerstperiode met familie en vrienden én het vervolg van het avontuur in Zuid Amerika in het nieuwe jaar.
Iedereen een hele fijne kerst gewenst!