NZ kliekjes

Gepubliceerd op 31 december 2019 om 12:00

Kliekje: een kliekje is een restje eten dat van een maaltijd is overgebleven. Soms wordt zelfs in bepaalde huishoudens een kliekjesdag gehouden waarbij restjes van verschillende maaltijden worden bewaard om ze later na opwarming alsnog te nuttigen (Wikipedia). Niet zelden worden kliekjes als lekkerder ervaren als de oorspronkelijke maaltijd (eigen toevoeging).

 

Wij introduceren hier een nieuwe variant: een kliekjes blog. We hebben nog wat restjes over die we graag willen consumeren, maar in dit geval hoeven de kliekjes niet te worden opgewarmd. Omdat er niet veel kliekjesdagen meer resteren, moet de bereidingstijd tot een minimum worden bereikt.

 

We zijn te vroeg in Queenstown gearriveerd; pas volgende week kunnen we een camper ophalen om die in één ruk naar Auckland te rijden. Tot dan hebben we dus nog zo’n zes of zeven dagen en ons plan is om nog een zogenaamde Great Ride, ditmaal de ‘Around the Mountains Trail’ te fietsen, weer een van de lijst van meest fantastische fietsroutes in Nieuw-Zeeland. We willen dat combineren met een uitstapje naar het stadje Te Anau en (een busreis naar) de Nieuw-Zeelandse fjorden Doubtful Sound of Milford Sound.

 

We zijn vroeg opgestaan, omdat het ’s middags zal gaan regenen, en zijn helemaal klaar voor vertrek, of niet. Vertrekken wil namelijk maar niet lukken en we zetten nog eens en nog eens een kop koffie. Er wordt namelijk niet alleen voor de middag maar voor de hele komende week heel slecht weer verwacht: kou, harde tegenwind en heel veel regen. Bah, we kampen met serieuze motivatieproblemen om onszelf dit aan te gaan doen. Ja hoor, noem ons gerust mooi-weer-fietsers. We houden inderdaad van zon en in de brochures staan overigens altijd alleen maar mooie zonnige foto’s, zelfs van plekken waar jaarlijks meer dan drie meter regen valt en het twee van de drie dagen regent. Nooit eens chagrijnige bibberende mensen met regenjassen over de donsjassen en dat alles om hen heen grijs en grauw is. En we hebben ons einddoel - Queenstown dus - inmiddels bereikt. Om een boel overwegingen lekker te samenvatten: dezelfde dag nog huren we een absurd goedkope en gloednieuwe auto om de kans te verhogen om pica’s te maken van de ongetwijfeld mooie omgeving rond Queenstown. Ons plan om wel de fietsen mee te nemen valt in het water als blijkt dat ze niet in de auto passen zonder deze serieus te beschadigen. Zo krijgen onze titanium rossen een welverdiende rust in de garage van de camping waar we overnacht hebben. Het plan? We hebben een lijstje van de kliekjes om te zien en beleven, en de weersverwachting bepaalt welke kliekjes wij de komende dagen daadwerkelijk zullen nuttigen.

 

Hoogst genoteerd op dat wensenlijstje staan de fjorden van Milford Sound. Die willen we - ondanks de te verwachten “annexatie” door toeristen uit China - graag bezoeken. Het was te ver en bovendien gevaarlijk om ernaar toe te fietsen. We zouden dan sowieso iets van een toertje moeten boeken. Doubtful Sound, de fjorden bij het stadje Te Anau is niet zo populair bij Chinezen en een mooi alternatief ware het niet dat de toertjes aardig prijzig zijn. We zetten in onze rental direct koers naar Milford Sound omdat de weersverwachting ons dat vandaag toefluistert. Het is zo’n 4 uur rijden en de weg er naartoe, met name de laatste 10 kilometer zijn onbeschrijflijk mooi: steile tot kaarsrechte bergwanden met (verse) sneeuw op de top en overal, echt overal, valt water naar beneden. Het is één grote waterval om ons heen. Onderweg en terug stoppen we zo her en der bij bijvoorbeeld een ‘Mirror Lake’ waar de bergen in zouden weerspiegelen als het niet vol zou staan met waterplanten en er geen (stormachtige) wind is. En we stoppen bij een bulderende rivier waar een prachtige Kea, de boute en stoute papagaai-achtige vogel die in hier in de hooglanden leeft, de dakgeul van onze huurauto kapot knaagt. Harry jaagt hem met moeite weg, waarna hij doodleuk het rubberen raamkozijn van de geparkeerde auto achter ons gaat vernielen. Roelie probeert hem nog eens weg te jagen, maar maakt blijkbaar nog minder indruk op deze Kea. We wensen de auto achter ons veel sterkte toe en vervolgen onze weg.

 

De auto-etende kea laat zich niet wegjagen

De huurauto

Onderweg tussen Te Anau & Milford Sound

 

Als we door een eenbaanstunnel aan de andere kant van de berg uitkomen, prikt er zelfs voorzichtig een zonnetje door de wolken en de massa’s Chinezen zitten waarschijnlijk alweer in een bus of boot want er zijn naast ons bijna geen mensen in Milford Sound. Onze kin hangt inmiddels zo’n beetje op het dashboard: wat is het hier onbeschrijflijk mooi en wat voelen we ons bevoorrecht om hier nu te mogen zijn!

 

Milford Sound

 

Op de heenweg naar al dit moois hebben we al een aantal kampeerplekken van de DOC, een overheidsministerie, bezocht. Ze zijn relatief duur, terwijl ze niets meer te bieden dan een riekend composttoilet. Eentje, de Cascade Creek campsite, biedt echter meer: een enorm weids terrein waar in vele kleuren de lupines groeien in de strook tussen een wilde beek en het bos, een prachtig uitzicht op de bergen om ons heen én een shelter waaronder we kunnen koken als het gaat regenen. We spreken af naar deze plek terug te keren voor de nacht.

 

Cascade Creek campsite

 

’s Avonds is het gelukkig nog droog en we houden de hordes bloeddorstige sand flies op afstand door ons te hullen in een wolk insect repellent met dik percentage DEET. ’s Nachts regent het gestaag maar tegen de ochtend is het bijna droog en piept de zon tevoorschijn. De tent begint al lekker op te drogen in de nog steeds harde wind. We besluiten naar de shelter te gaan om uit de wind te ontbijten en koffie te drinken in de hoop om een volledig droge tent in de auto te kunnen leggen maar het begint te druppen en steeds  harder te regenen totdat het begint te hozen. Een uur of wat later breken we in de stromende regen de tent af en gooien een kletsnat vod in de auto. We keren terug naar de bewoonde wereld met mobiel internetontvangst om te kijken waar de weersverwachting ons naar toe brengt.

 

Bij de i-site van Te Anau, dat is hier de naam van de VVV, vragen we na wat onze opties zijn. Na ons bliksembezoek aan Milford Sound staan hoog op ons wensenlijst 1) een Great Walk wandelen, zijnde de mooiste meerdaagse wandelpaden in Nieuw-Zeeland en 2) de gletsjers Fox en Franz Josef, maar waarvoor zover wij weten, verscheidene wegen nog steeds zijn afgesloten vanwege het aanhoudende slechte weer. De dame achter de balie heeft goed en slecht nieuws voor ons: de wandelpaden zijn allemaal geopend en de weg is pas achter Franz Josef afgesloten, dus deze kliekjes zijn mogelijk te degusteren. Het slechte nieuws: de weersverwachtingen zijn belabberd! We vragen of i-site omwille van de aanhoudende regen negatief adviseert waarop de dame in de lach schiet: in Te Anau regent het meer dan 200 dagen per jaar en een nat pak wordt als een gegeven beschouwd. Het hoort er gewoon bij. Stoere taal van deze dame, die ons folders aanbiedt met daarin alleen maar zonnige foto’s van deze totaal verregende gebieden. Maar toch goed om onze mindset aan te passen: dit kliekje moet niet opgewarmd maar aangelengd worden.

 

De optie om meerdaags te wandelen blijkt desondanks lastig te worden. In Nieuw-Zeeland noemen ze meerdaags wandelen tramping, wat bij ons andere associaties oproept (met ‘the lady is a tramp’ bedoelt men niet dat de dame een meerdaagse wandelaarster is), maar dat geheel terzijde. Op de wandelroute liggen campings en hutten of beter slaapzalen om te overnachten. Op deze zeer populaire wandelroutes blijken alle stapelbedden in de hutten volgeboekt en de campingsites zijn onlogische gesitueerd en liggen voor wandelaars te ver uit elkaar. We zijn er wel wat verbaasd over dat de hutten met stapelbedden volgeboekt zijn. Niet alleen voor morgen maar voor veel langer en wildkamperen is absoluut niet toegestaan. Overigens, beste ministerie DOC, hoe durft u NZ$ 130 per persoon (dubbeltarief voor buitenlanders, omgerekend bijna € 80 en dus ver boven ons dagbudget) te vragen voor een slaapzaal met 40 stapelbedden zonder douche, etc? En hoe zouden de wandelaars van de Te Areroa, de trail van vier maanden van Cape Reinga in het uiterste noorden naar Bluff in het uiterste zuiden, dat doen? Die zullen (en kunnen) dit zeker niet vooruit reserveren, als ze het al kunnen veroorloven? Anyway, voor ons betekent het dat we ons beperken tot een, op zich pittige, dagwandeling op de Kepler Track vanuit Te Anau.

 

De Kepler trail wordt op internet van de Great Walks het hoogst gewaardeerd en achteraf vinden we dat absoluut niet vreemd. We wandelen door een magisch regenwoud en wanen ons in sprookjesland. Het schijnt dat hier scenes van ‘Lord of the Rings’ zijn opgenomen. Halverwege, we zijn bijna bij de plek waarbij we weer zullen omdraaien, wandelen we heel even boven de boomgrens en zien de besneeuwde bergen van het Fjordland National Park in een 360 graden view en kijken we van boven neer op Lake Te Anau en Lake Manapouri. Het regent heel licht, de zon schijnt en het waait hard als we bovenop de berg onzemeegenomen  boterhammetjes oppeuzelen.

 

allemaal Kepler trail

 

Meteen al aan het begin van de afdaling protesteren Harry’s bovenbeenspieren en slaat een zweepslagachtige kramp toe. Hij kan bijna niet lopen en we vermoeden dat het een hele lange weg terug gaat worden. Daarna doen ook nog eens zijn voetzolen heel erg pijn en daarna zit hij er gewoon helemaal doorheen. Roelie heeft ook pijntjes, maar die hoor je niet. Wat een geweldige vrouw is dat toch en ze sleurt en ondersteunt manlief liefdevol mee naar beneden…

Ho wacht even, deze blog is grotendeels aan Roelie’s pen ontsproten, maar hier moet ik – Harry en deze keer verantwoordelijk voor fijn-slijperij en eindredactie - toch even inbreken en de waarheid laten zegenvieren! Dus: door het constante kopwerk, het dragen van proviand en watervoorraad en het op sleeptouw nemen van zijn lieftallige echtgenote 1000 meter bergop, zijn de bovenbeen spieren van Harry overbelast geraakt en schieten zij bergaf in een abnormale kramp. Roelie biedt aan om de inmiddels lege rugzak van hem over te nemen. Ongeacht het feit dat wandelen absoluut niet “zijn ding” is, stapt hij zonder morren door richting het (voor hem) gewenste doel van deze dag: de auto op de parkeerplaats.

 

Nog meer Kepler trail

 

De regen en de onvermijdelijke spierpijn zitten we de volgende dag uit in de Ophir Lodge waar we eerder zijn geweest toen we de Otago Rail Trail fietsten. Terwijl een houtkachel ons warm houdt en de regen op het dak tikt, zitten wij in een grote gezellige leefkeuken en kijken naar de vierdelige Hugergame filmserie op Netflix. De enige andere gast is Hanna uit Duitsland en ze zit gezellig mee te kijken. We zijn zelfs lichtjes jaloers als Hanna besluit om nog een dagje extra blijft hangen. Wij vertrekken en rijden door de regen naar Wanaka, ook een kliekje. Voor Wanaka is mooi weer voorspeld voor morgen en daar willen we maximaal gebruik van maken. Bij de gletsjers van Fox en Franz Joseph blijft het helaas te slecht weer.

 

In het in wolken gehulde Wanaka doen we bij de i-site navraag of de Rob Roy Glacier Trail open is. Dit kliekje is favoriet geworden na wat internetspeurwerk en dan zien we toch nog een gletsjer. Helaas blijkt zowel de weg ernaar toe als de trail afgesloten te zijn. De i-site noemt de Ishtmus Trail als beste alternatief. De volgende ochtend zijn de wolken geweken en zien we hoe mooi de omgeving van Wanaka daadwerkelijk is. Overal hoge bergtoppen met verse sneeuw en dat bij het begin van de Nieuw-Zeelandse zomer. De rit naar het beginpunt van de trail langs Lake Hawea is geweldig mooi. Er is maar een klein parkeerterrein en er parkeren net twee andere wagens. Verder is er niemand, we hebben er helemaal zin in. Opnieuw zo’n 6 uur wandelen verwachten we en Harry’s benen zullen wel minder protesteren nu. Een jongeman, die net iets eerder vertrekt, komt echter al snel teruggelopen. We kijken hem verbaasd aan en krijgen te horen dat de trail dicht is vanwege fawning, wat schijnbaar iets te maken heeft met pasgeboren hertjes. Het is een flinke domper want de enige resterende dagetappe is Roys Peak en die is drukst en saaist. Bovendien moeten we nog een stuk rijden en wordt het al met al vrij laat om aan de klim te beginnen. Op de terugweg komen we langs een andere zeer eenvoudige en populaire trail: Mount Iron van maar 1,5 uur en we besluiten die dan maar te lopen. Ach ja, ook gewoon super mooi.

 

Startpunt van de Ishtmus Trail die i.v.m. fawning helaas is gesloten

Uitzicht vanaf Mount Iron

Mount Iron trail

 

Vanaf de camping lopen we naar #thatwanakatree, een 70 jaar oude boom in Lake Wanaka en een uitdaging voor fotografen om hun beste plaatjes te posten op Instagram. De boom staat tot halverwege de kruin in het water en een mooie foto is niet te maken, maar we doen natuurlijk wel een amateur poging met onze iPhone.

 

#thatwanaketree

 

Tijdens het wandelen evalueren we Nieuw Zeeland. Ja het is wonderschoon maar… op de fiets is het best gevaarlijk. We hebben zeven Great Rides aangedaan. Drie daarvan (Hauraki, Te Ara & Otago) waren voor het overgrote deel behoorlijk saai en ‘Around the mountains’, die we hadden willen fietsen, zag er vanuit de auto eveneens saai uit. De andere vier (Great Lake, Timber, Alps2Ocean & Queenstown) waren juist geweldig mooi. De routes zijn niet eenvoudig na elkaar te fietsen en dat betekent dat we vaak over hoofdwegen moesten fietsen die ronduit gevaarlijk zijn. Het verkeer is echt wel een dingetje. Het is niet druk op de wegen en juist daarom kan er zo gescheurd worden, hetgeen ook mag (althans tot 100 km/u), maar dan hebben we het niet over de A2, maar over een smalle, bochtige, bergachtige wegen zonder vluchtstrook. Ondanks alle ‘Share the road’ borden en borden met de verplichte afstand tussen fietser en auto (1,5 meter), in onze ogen het meest genegeerde verkeersbord van Nieuw-Zeeland, raast verkeer te hard en te dicht langs je en dat geeft je een heel unheimisch gevoel.

 

 

Zeer bepalend, althans voor ons, is het weerbarstige weer in Nieuw-Zeeland geweest. We wisten vooraf dat het hier vaak regent en daardoor overigens alles prachtig groen is, versieren wilde bloemen de bermen en de gele brem de kloven van rivieren. Maar de regen is ook koud en erger het gaat gepaard met laaghangende wolken waardoor soms hele dagen niets, maar dan ook helemaal niets te zien is van de prachtige omgeving. De wind heeft ons meer geteisterd dan de regen.

We moeten ook constateren dat we weinig contact hebben met Nieuw-Zeelanders. Het land is zo ontzettend populair onder toeristen. Waarschijnlijk zijn er meer buitenlanders op de eilanden dan dat het land inwoners telt en de autochtonen zullen allemaal aan toeristenvermoeiheid leiden. Wel is het leuk dat we best veel andere lange afstand fietsers zijn tegen gekomen: uit België 1, Duitsland 3, Frankrijk 2, Slowakije 1, Argentinië 2, Australië 2, Japan 1 en Taiwan 1. En ja, inderdaad: Nieuw Zeeland 0 (die weten wel beter…).

Wat is ons eindoordeel? Qua beste fietsland so far, na 28 landen? Turkije blijft toch op 1.

 

Gezien bij een benzinepomp: een hondenwasstraat alleen dan in een tobbe in plaats van een straat, met de keuze uit zachte shampoo of antivlooien shampoo, conditioner en föhnen (warm/heet)  

 

Bij het vliegveld van Queenstown leveren we de auto in en halen de camper, of in dit geval een motor home op. De fietsen in de garage van de camping worden uit hun slaap gewekt maar mogen lekker verder rusten in de ruime camper. We rijden (chronoligisch) in één halve, één hele, één halve en tenslotte één driekwart dag naar Auckland en dat is aardig aanpezen. Op de eerste dag worden we wat al snel wat slaperig en besluiten we op het eind van de middag te stoppen bij Lake Pukaki. Langs het meer mogen aleen zogenaamde ‘self contained vehicles’ overnachten. Ook dat is een klein ergernisje geworden. Er zijn heel veel prachtige kampeerplekken in Nieuw-Zeeland, maar die mogen alleen gebruikt worden door campers met een ‘self contained’ sticker wat aangeeft dat alle afvalstoffen kunnen worden opgevangen: een toilet, een watersysteem met stromend water en een afvalbak met een deksel. Er rijden best wat zogenaamde spacewagons rond waarbij de zittingen achterin verruild zijn voor een matras die ook zo’n sticker en het is voor iedereen absoluut duidelijk dat de mensen die daarin rijden geen gebruik maken van het “toilet” of het “stromende watersysteem”. Wildkamperen mag niet, dus blijven voor ons op de fiets met de tent de vaak toch aardig prijzige kampeerterreinen over en moeten we die geweldig mooie plekken waar vaak gewoon ook een toilet is voorbijfietsen. Misschien onbedoeld, maar de regering van Nieuw-Zeeland frustreert hiermee reizigers die op een schone manier door het land willen reizen, in plaats van een huurauto, -spacewagon, -camper of motor home. Nu wij een motor home hebben, kan free kamperen wel.

 

De terug te rijden motorhome @Lake Pukaki

 

Lake Pukaki is ongetwijfeld de mooiste designated kampeerplek in Nieuw-Zeeland en het is gratis! De volgende dag rijden we in totaal 10 uur waarvan de laatste 8 door de stromende regen. We vinden een kampeerplek op 10 minuten van de veerboot naar het Noordereiland en staan wederom met ons self contained vehicle gratis op een prima plek met picknick tafels en een prima toiletgebouw! Wederom: verboden voor fietsers met een tent…

 

We staan ’s ochtends op in een dichte mist en rijden tot onze verbazing in dat korte stukje naar de havenstad Picton de mist uit om in een onbewolkte haven de boot op te rijden. Wederom genieten we van de prachtige oversteek, als is deze ruiger dan een dikke maand geleden: diverse mensen moeten van de alom aanwezige kotszakjes gebruik maken.

 

Met de veerboot van Zuidereiland naar Noordereiland door Marlborough Sound

 

In de middag proberen we zo ver mogelijk te komen op het Noordeiland. Als we de inactieve vulkanen van Tongariro National Park (de plek van de populair Great Walk Alpine Crossing) in zicht krijgen, rijden we langs een kampeerplek achter een militair museum. Een plek met groots uitzicht en opnieuw gratis, mits… ja jullie weten het wel inmiddels. Helaas vormen zich al vrij snel wolken rond de vulkanen en is er steeds minder van te zien, maar de bewolking is de volgende ochtend helemaal weg. Met vrij zicht op de geweldige met eeuwige en nieuw gevallen sneeuw getooide vulkaantoppen beginnen we aan het laatste deel naar Auckland.

 

Caravan parking achter het Army Museum met zicht op vulkaan Mount Ruapehu (Tongariro National Park)

 

Bij aankomst in Auckland resten ons nog 6 dagen tot onze vlucht naar Buenos Aires, naar deel twee van onze fietstocht rond de wereld, naar de tweede helft van onze 3-jarige tour. In die resterende dagen hebben we onze zinnen gezet op nog een laatste GodsOwn kliekje: Coromandel, een schiereiland op 2 uur varen van Auckland. De fietsen mogen gratis mee op de overtocht. Wat een heerlijk woord is dat toch: gratis.

 

Ferry van Auckland naar Coromandel

 

We doen er een klein Kerstrondje van drie overnachtingen met een hele berg hoogtemeters. We doen zo hier en daar een wandelingetje en komen zo onder andere op New Chum Beach (het op 6 na mooiste strand van de wereld), Cathedral Cove (kalkstenen kust), Hot Water Beach (bij laagtij zelf te graven hot pools op het strand) en Square Kauri (een 1200 jaar oude boom, eindelijk toch echt iets werkelijk historisch, hahaha). Mooie landschappen, lekker weer en een extreem laag kerstgevoel, dat op de ochtend van de tweede kerstdag zelfs onder het dieptepunt belandt als blijkt dat in de nacht iemand onze sokken en Roelie’s fietsbroek van de waslijn op de camping heeft gestolen. Een Frans stel is hun handdoeken kwijt en loopt net als wij tevergeefs rond op de camping. Wat triest!

 

Tide water caravan park Coromandel Town

Even bijkomen van de eerste pittige klim

 

New Chum Beach, no 7 mooiste strand ter wereld

Bij laag water kun je een eigen hot pool graven op Hot Water Beach. Een foto die in alle brochures wordt gebruikt eerst en daarnaast de realiteit  

 

Cathedral Cove

Tapu - Coroglen weg

Op de ferry bij Whitianga op 1e kerstdag

De Square Kauri, een naar schatting 1200 jaar oude Kauri-boom met een enigszins vierkante stam en nee, Harry staat er niet tegenaan te plassen ;-)

Tapu - Coroglen weg

Fietsers Gerard en Klasina uit Zwitserland namen dezelfde veerboot als wij terug naar Auckland

 

Terug in Auckland hebben we nog een dag de tijd - en deze stad heeft gelukkig voldoende winkels - om ons voor te bereiden op het vervolg: Zuid-Amerika. We moeten aardig wat inslaan: natuurlijk nieuwe sokken en een fietsbroek, maar ook een nieuwe stormbestendige en lekvrije tent en een multi-fuel brander. De boxing day-sales zijn gestart en we scoren aardig wat korting. Ook al is het net geen kerstmis meer, we zijn helemaal in ons nopjes met de aankopen die we elkaar cadeau doen voor onze 12 jarige relatie afgelopen 12 december, Kerst en Harry's verjaardagen op 6 januari. De nieuwe tent is een stuk kleiner en smaller dan onze vorige, hopelijk is ons huwelijk daartegen bestand en halen we het 10 jarig jubileum in juni…

 

We schroeven de fietsen uit elkaar en stappen op het vliegtuig naar Buenos Aires voor de tweede helft van de wereldreis. Aan boord van onze tijdmachine (we vertrekken na 8 uur 's avonds, vliegen meer dan 10 uur en komen toch vier uur eerder op de dag aan in Argentinië), tussen de afleveringen van seizoen acht van “The Game of Thrones’ door, vinden we nog even tijd voor een korte reflectie: We kijken dus met gemengde gevoelens terug op Nieuw-Zeeland: zo mooi, zo onwerkelijk, maar ook met onveilige wegen voor langeafstandsfietsers en de bevolking is onzichtbaar (of zijn ze juist zichtbaar toeristen-moe maar tevens economisch sterk afhankelijk van de toeristenindustrie). We hebben er in ieder geval absoluut geen spijt van dat we hier gekomen zijn, het is echt een geweldig mooi land en we hebben er zoveel van mogen zien. We hebben voor het eerst met (in lichtgewicht vorm, maar toch) motivatieproblemen gekampt om diverse redenen: de eerder geschetste onveiligheid op de weg, omdat we wisten dat we weer terug moesten keren naar Auckland, om de keuzestress qua routemogelijkheden, het bepalende en soms desastreuse weer (waardoor we bijvoorbeeld niet de gletsjer van onze lieve vriend Frans Jozef hebben kunnen bewonderen), of dat we ons meer toerist dan reiziger voelden, en/of dat de mooiste plekken ook de grootste tourist traps blijken te zijn…?  

 

Roelie: “Getsie we zijn over de helft…! Toch niet aftellen nu, hè…?”

Harry: “Nee zeker niet! Wel ff Spaans leren in de komende dagen. Maar ik kan al twee biertjes of twee witte wijn in het Spaans bestellen en verder moeten we gewoon altijd “gracias” en “por favor” blijven zeggen: daar redden we het wel mee tot aan de States. Toch?”

Roelie:"Si! Vamos!"