Na het onovertroffen Colombia hikten we een beetje tegen de landen in Centraal Amerika aan en keken we reikhalzend vooruit naar Mexico. Nu is het zo ver: het binnenfietsen van Mexico voelt alsof we de bestemming hebben bereikt. Niet dat we in Mexico stoppen (al hebben we een tijdje met dat idee gespeeld, gezien de situatie in de Verenigde Staten). Nee, we gaan door tot Canada, onze 'finish' van onze fietstocht door The Americas. Maar Mexico is ons laatste nog nooit bezochte land op onze 'worldbybike' tour.
Denkend aan Mexico, dan... tja dan verschijnen er uiteenlopende denkbeelden van heerlijk eten, vrolijke muziek, een vrouwelijke president, mannen met poncho, (hangende) snor en sombrero, de inheemse Maya en Azteekse cultuur, cactussen, de kleuren van de vlag, moorddadig geruzie tussen drugskartels, criminaliteit, een giga hoofdstad met meer dan 20 miljoen inwoners en niet vergeten: hoogte, droogte en hitte.

Mexico heet eigenijk de Verenigde Mexicaanse Staten. Daar zijn er dertig van. Velen kunnen een aardig aantal staten van de VS opnoemen, maar hoeveel Mexicaanse staten ken jij? Wij komen niet verder dan vakantiebestemming Yucatan en schiereiland Baja California (en dat blijken in feite twee staten). Maar daar gaat verandering in komen. In deze eerste blog doorkruisen we al een handvol staten. We beginnen met de staat Chiapas dat in oppervlakte bijna twee keer zo groot is als Nederland en 5,5 miljoen inwoners telt. Chiapas kent een hoge concentratie van inheemse volkeren en is één van de armere staten van Mexico. Daarna fietsen we de volgende staat binnen: Oaxaca, bekend van... de hoofdstad Oaxaca en de Mezcal die van de agave (vet)plant wordt gemaakt. We zien de agave en de flessen Mezcal-producten overal om ons heen. We bezoeken Puebla, hoofdstad van de gelijknamige staat. Puebla is een miljoenenstad, maar valt in het niet bij het nabije CDMX, alias Ciudad de Mexico, oftewel Mexico-Stad. In de drie fietsdagen tussen Puebla-Stad en CDMX doorkruisen we nog Morelos. Mexico-Stad is geen staat maar heeft dezelfde status als de overige dertig staten. De megastad, met 22 miljoen inwoners in de top-5 van grootste steden ter wereld, is het eindpunt van deze eerste blog over Mexico.
Daar gaan we dan. Of beter gezegd, daar zitten we dan. Op iOverlander hebben we gelezen dat om 6 uur 's ochtend eenvoudig de exitstempel van Guatemala is te scoren. Het kantoor gaat dan open en er is verder niemand. Wij willen dat wel en bovendien is de etappe Mexico in nogal lang. En zo fietsen we kort na zes uur met exitstempel de poort door 'Salida' (uitgang) en 'Bienvenido a Mexico' (welkom in Mexico). Dat gaat lekker!

Een kleine vier kilometer verderop bij het Mexicaanse douanekantoor gaat het minder lekker. Het kantoor is tot zeven uur gesloten en de deur wordt om half acht geopend om ons te vertellen dat we het entreebedrag niet daar maar bij een bankkantoortje ernaast kunnen betalen. Dat gaat pas om acht uur open, of om half negen. Op een zondag, blijkt later, pas om 9 uur. Er gaat dan een luikje open maar de medewerker staat eerst nog tien minuten te 'computeren' voordat hij opkijkt naar de enige twee klanten. We betalen 860 Mexicaanse peso (bijna €40) per persoon. Bonnetje goed bewaren, anders mag je bij het verlaten van het land opnieuw betalen. Dat begrijpen we overigens niet, want je krijgt alleen een stempel in je paspoort nadát je betaald hebt: dus dan is de stempel toch het betaalbewijs? Maar goed, onze Nederlandse nuchterheid gaat niet altijd even goed samen met de Latijns-Amerikaanse way of life, weten we inmiddels. Dus met het aparte papieren betaalbewijs gaan we terug naar het eerste balie-tje om de noodzakelijke, zeer verlangde stempel te krijgen..., drie uur na aankomst. Achteraf niet raar dat er om zes uur 's ochtends weinig mensen Guatemala verlaten.
Meestal kent een grensstadje een chaotische drukte met taxi's, mensen, eten, handel, winkeltjes, kraampjes, bedrijvigheid, maar hier heerst een bijna onwerkelijke rust. We hadden de hoop dat we geld konden wisselen. Aan de Guatemalaanse kant hebben we de laatste Quetzals voor 70 peso's ingewisseld en dat is niet meer dan US$ 3,50. De eerste casa de cambio (wisselkantoor) of cajero automatico (pinautomaat) zijn te vinden in de stad Comitán en dat is vanaf de grens meer dan 80 kilometer en 1500 hoogtemeters verder. Die stad is ons beoogde einddoel voor vandaag en daar is eten en drinken voor ingeslagen, maar nu we drie uur vertraging hebben opgelopen is al aardig wat van de voorraad genuttigd, zonder te fietsen.
De OXXO in het dorp Chammic is de reddende engel. OXXO is een soort van 7Eleven. Er staan meerdere zelfbediening koffiemachines en een magnetron om iets op te warmen. Belangrijkst is dat we met kaart kunnen betalen. We scoren water, drinkyoghurt, iced koffie, een broodje en een croissantje. Een welkome second breakfast, of eigenlijk al third breakfast.
We zijn ver afgedaald en nu is het heet en wacht ons een lange klim. Tussen het eerste korte stuk en de tweede lange klim kopen we voor die 70 peso's een fles elektrolyten en water. Die hebben we hard nodig, want we hebben het zwaar vandaag, fysiek en ook mentaal, omdat we gevoelsmatig drie uur achter onszelf aanfietsen.

Het plan om naar het mooie oude koloniale centrum van Comitán door te fietsen, laten we varen. Bij het bereiken van de eerste bebouwing knijpen we in de remmen. Op links ligt een goed hotel en op rechts een mega Amerikaanse Walmart. Op links checken we in en op rechts kopen we hapjes als avondeten. We hebben een gigantisch grote kamer en na een warme douche en met de hapjes rond onze stramme benen uitgestald, voelen we ons alweer stukken beter. Het is een voor ons bekend fenomeen: een dag lang afzien en dan terecht komen op een fijne plek, staat gerant voor een intens geluksgevoel. Verslavend!
De receptionist had ons bij het inchecken verteld dat we vanaf zeven uur konden ontbijten. De volgende ochtend, klokslag zeven uur staan we voor een gesloten deur naar de ontbijtzaal. We kijken door de ramen en alle lampen zijn uit. De receptionist van de ochtenddienst zegt desgevraagd dat het ontbijt na achten is te krijgen. Zo zijn we binnen 24 uur voor de tweede keer op het verkeerde been gezet qua 'toegezegde/verwachte tijd'. Dat is balen want we willen niet nog een keer mentaal de strijd aan met een virtuele achterstand. We vinden het sowieso een beetje raar dat een hotel op een weekdag na acht uur ontbijt serveert. Andere gasten vertrekken in hun pick-up klaarblijkelijk ook zonder het inbegrepen ontbijt. De kamerprijs inclusief ontbijt, krijgt zo toch een andere waarde.
De beoogde etappe van vandaag is langer dan die van gisteren en telt meer hoogtemeters, dus gaat het zwaar genoeg worden. We vertrekken zonder op het ontbijt te wachten; we vinden wel weer een OXXO om te ontbijten. Het is bewolkt en, omdat we weer hogerop zijn, is het koeler. We fietsen net als gisteren over de snelweg 'Autopista de Frontera', een rustige brede snelweg zonder gaten en een brede, goed geasfalteerde vluchtstrook, die ook gebruikt wordt door de brommers, motoren en langzamer verkeer zoals een pick-up met een lekke band. Er ligt geen rommel op de vluchtstrook zoals in Guatemala, geen restjes autobanden met ijzerdraad, geen glas, en ook geen rietsuikerstengels, De bermen zijn veel schoner dan in Guatemala en de hellingen zijn niet waanzinnig steil, zoals in Guatemala. We gaan eigenlijk heel erg lekker vandaag.


De etappe heeft twee lange klimmen en er tussen in ligt na een afdaling het stadje Teopisca met 'zoals het heurt' een parque central met een kerk, In Zuid Amerika hebben bijna alle dorpjes en stadjes een centraal plein (daar plaza genoemd), maar in Centraal Amerika hebben we dat -buiten de koloniale steden- weinig gezien. Die structuur (plein met daarin de stad in keurige blokken verdeeld) is voor een stel Nederlandse fietsers in onbekend gebied heel prettig. Opvallend zijn de strak getrimde boomhagen op de pleinen en langs de straten.


In de tweede klim fietsen we de wolken in.

Eén van de vele stalletjes langs de weg die hout verkoopt, in dit geval verwerkt tot meubelaccessoires. In andere stalletjes worden pompoenen aangeboden.


San Cristobal is met bijna 200.000 inwoners een grote stad in de deelstad Chipas. Het heeft een koloniaal centrum dat regelmatig te lijden heeft met aardbevingen, recent nog van een zware aardbeving in 2017. De komende dagen fietsen we in de richting van het episch centum van die beving en zullen we naar verwachting meer schades zien. Hier niet. Alles ziet er (weer) spik en span uit. De stad is een toeristische hotspot en is één van Mexico's 132 Pueblos Magicos, dorpen en steden met een culturele rijkdom, historische relevantie, gastronomie, ambachtelijke nijverheid en geweldige gastvrijheid. Ook Comitan heeft het predikaat wat ons door op de snelweg te blijven is ontgaan. San Cristobal biedt een keur aan accommodaties. Wij gaan vanuit een appartementje aan de rand van het historische centrum de stad verkennen en lekker uitrusten, maar ook de fietsen schoonmaken, remblokjes wisselen en belastingaangifte doen. De stad ligt hoog en heeft zodoende een heerlijk klimaat: overdag zo'n 25 graden en in de nacht koelt het af naar net boven de 10 graden.


Een fijn appartement J&K Suites in San Cristobal.


De kathedraal met ervoor de Cruz Atrial in het oude centrum van San Cristobal


De traditioneel geklede inheemse bevolking kent verschillende dresscodes, waaronder een deel dat zich wikkelt in een zwarte rok van harte stof waar Harry van opmerkt dat die stof geliefd is in Carnavals outfits.

Fietsend de stad uit volgen we de oude 190, die tevens de Panamercan highway is en die we eigenlijk altijd een beetje proberen te mijden. Iets zuidelijker ligt een nieuwe 190 en dat is een tolweg. Al het vrachtverkeer pakt die tolweg waardoor de oude 190 lekker rustig is en leuk fietsen. Er liggen veel dorpjes, restaurantjes en winkeltjes aan de route en er is steeds wel wat te zien.










Na 20 kilometer fietsen kunnen we de benen rust geven want volgt dik 50 kilometer afdalen. De afdaling is heerlijk: niet te steil, waardoor je constant in de remmen moeten knijpen, en niet te vlak waardoor je moet bijtrappen. Slechts anderhalf uur later stoppen we in Chiapa de Corzo en dat blijkt best een leuk stadje te zijn. De straten zijn versiert met grappige slingers en er is een gigantisch centraal plein. Ook dit dorp heeft de eer om een 'Pueblo Magico' te zijn. Tot hier fietsen we van de ene naar de andere.
We checken in bij een hotel, douchen ons snel en gaan naar de waterkant. Vanaf hier vertrekken boottochten door de Sumidero kloof. Bootjes vertrekken pas als ze vol zijn en als we een kaartje hebben is er nog tijd om eerst te lunchen. We hebben het geluk dat na de lunch ook de boot volgeboekt is en we meteen van tafel in een bootje kunnen stappen.





De kapitein vaart 36 kilometer stroomafwaarts, vertelt af en toe wat en keert dan om terug naar Chiapa. Onderweg zien we een krokodil zonnebaden en aapjes slingeren, maar de grootste attractie zijn de loodrechte kloofwanden. We zijn onder de indruk als de wanden 500 meter boven ons uittorenen maar dat blijkt nog niets te zijn als we onder een wand van 1000 meter varen.


Eenmaal terug op de hotelkamer koken we ons eigen potje pasta, iets wat we vaker zullen gaan doen. Sinds San Cristobal hebben we weer een gasblikje (en één extra). Zo hebben we toch een beetje 'campinglife' op de hotelkamer.


In Tuxtla, de hoofdstad van de staat Chiapas, nemen we een weg midden door het centrum. Het is een georganiseerde drukte waar fietsers - wij zijn overigens de enigen - ofwel een fietspad krijgen ofwel prioriteit op de rechter baan. Lekker! De stad oogt nog jong, fris en netjes. Aan het centrale plein staat het moderne gouvernement. Architectonisch doet het ons aan het Eindhovense stadhuis denken. Voor het gouvernement staat al (het is half acht) een honderd meter lange rij mensen te wachten, totdat de poort van het gebouw opengaat. We hebben geen idee of dit bijzonder is of dagelijkse praktijk.
Aan de andere kant van de weg staat de witte, strakke kathedraal. Het plein oogt ook strak, maar toch met veel groen. Een plein verderop, ook mooi, schoon en groen, stoppen we weer eens bij een OXXO voor een cappuccino frio. We worden er steeds beter in om die daar klaar te maken en gaan op het plein op een bankje zitten. Twee dames van middelbare leeftijd in strakke sportieve leggings (worden zij dan MAWIL's (middle aged women in lycra) genoemd?) werken aan hun gezondheid door rondom het park te wandelen en vele keren voor ons langs te lopen. Zeer relaxed natuurlijk, er mag waarschijnlijk niet gezweet worden.

In Mexico rijden opvallend veel VW Kevers rond, van heel oud tot aan de 'New Beetle'. Harry herinnert zich dat de productie van de verschillende VW Kever modellen ook veel langer is doorgegaan in Mexico (hij heeft het opgezocht: in 2019 is de laatste Kever, de New Beetle, van de band gerold). Al op de eerste dag zijn we een Kever club tegengekomen die met glimmende versies aan een rally meededen, maar we zien er ook velen die minder glimmen, hoestende geluiden fabriceren of ergens door de hoeven zijn gezakt en al even geparkeerd staan. In Tuxtla fietsen we langs een dealer die wel weet waar hij de aandacht mee kan trekken: een New Beetle op een torenhoog voetstuk.



Tuxtla de Guttirez is met zijn 600.000 inwoners een best grote stad en een van de snelst groeiende in Mexico. Het kost ons zeker anderhalf uur voordat we er doorheen zijn. Na Tuxtla rijden we de nieuwe snelweg op en daar blijven we zo'n dikke 15 kilometer op fietsen en klimmen. Daarna zijn we de snelweg zat en keren we terug naar de oude weg. Die gaat door het centrum van stadje Ocozocoautla de Espinoza. Het valt ons inmiddels wel op dat veel steden en dorpen hier een soort dubbele (en dus lange) naam hebben: een combinatie van Indiaans en Spaans, waarbij - over het algemeen - alleen de Indiaanse naam vermeld wordt op de verkeersborden. Vreemd genoeg wil de Indiaanse naam van dit stadje maar niet blijven bij ons hangen.
Maar de feestversiering blijft wel hangen. Wat een feest al die slingers. Met een glimlach, nemen we de honderd verkeersdrempels. Hadden we het daar al over gehad? Mijn hemel zeg, wat zijn Mexicanen verzot op verkeersdrempels, en wij verfoeien die dingen! Je hebt ze hier in alle vormen en maten, sommigen zijn laag en breed gedimensioneerd, sommigen lijken meer op een stoeprand: hoog en kort. Sommigen lijken door de aanwonenden zelf te zijn aangebracht en zijn meestal aardig aan gort gereden en sommigen lijken als het ware gecamoufleerd. We hebben het ons inmiddels al aangeleerd om elkaar met een teken te waarschuwen als zo'n onding zich aandient.



Na een kleine honderd kilometer hebben we het wel gehad voor vandaag en zoeken we een hotel in Cintilapa. Bij de eerste accommodatie zit een meisje achter de receptie die de indruk geeft dat ze haar baan niet erg leuk vindt. Ze laat ons een kamer op de begane grond zien, die niet past bij de prijs: het ruikt niet fris, oogt niet fris en heeft geen raam. We zoeken verder en de volgende biedt voor bijna dezelfde prijs een frisse, ruime kamer met een koelkastje en plek om zelf te kunnen koken. We zoeken niet verder en parkeren de fietsen in de kamer. Terwijl Harry een pasta klaarmaakt, kijken we tussendoor naar op YouTube naar het WK afstanden in Hamar dat eerder vandaag is begonnen.


Er is iets vreemds aan de hand met de tankstations in Chiapas. Pemex, staatsbedrijf, heeft een soort van monopolie, maar er schijnen andere "merken" toegelaten te worden. Dat is logisch, aangezien twee Pemex-pompen naast elkaar niet logisch is maar wel de praktijk. Sporadisch zien we wel andere merken maar dan met de naam afgeplakt, of zwartgelakt zoals hier. Raar toch?

Na Cintalape wacht ons een saai stuk weg ontworpen op een tekentafel met een lineaal: ellenlange rechte stukken. De weg is wel recht, maar niet vlak: hij blijft maar op-en-neer golven en we tikken aardig wat hoogtemeters weg zo. We blijven zo tussen de 600 en 700 meter hoogte 'hangen' en op deze hoogte wordt het in de ochtend gelukkig niet al te heet. De weg is rustig en het asfalt van goede kwaliteit. Allemaal prima omstandigheden om de 40 kilometer saaiheid te kunnen doorstaan ware het niet dat we keihard tegenwind hebben. Dat wisten we al met dank aan het raadplegen van de weersverwachting en ondanks dat we dus aan verwachtingsmanagement hebben gedaan, valt het niet mee en worden we fysiek flink op de proef gesteld.


Aan alle ellende komt een eind, zo ook aan dit rottige stuk. Ter hoogte van bovenstaand meertje wordt de weg weer leuk en fietsen we met plezier de tweede helft van de etappe naar het dorp San Pedro Tapanatepec dat op de borden (dus) met alleen Tapanatepec wordt aangeduid. We klimmen nog klein stuk en daarna volgt een heerlijke bochtige afdaling naar zeeniveau. In de afdaling fietsen we de staat Chiapas uit en de staat Oaxaca (zegge wa-ha-ca) binnen.





Van Tapanatepec worden we niet erg vrolijk. Misschien dat het te maken heeft met de zware aardbeving in 2017 waarvan het episch centrum hier voor de kust lag en dat men er geen vertrouwen in heeft om te investeren in mooie gebouwen. Het is een rommelzooi. Maar goed, er staat een aardig hotel wat ook aardig aan de prijs is en er is een OXXO om de hoek, ernaast een fruit- en groentezaak en een grote supermarkt Bodega Aurrerá. Meer hebben we niet nodig en we koken weer op de kamer.
De dag erna zitten we al vroeg op de fiets om de hitte voor te zijn. Er staat een lange etappe op het programma vol met lange recht stukken op brede wegen en dat zijn - op z'n zachts gezegd - niet onze favoriete etappes. De wind lijkt ons goed gezind te zijn en die gaat draaien: 's ochtends uit het zuiden en 's middags uit het noorden en niet heel hard. Dat is trouwens betrekkelijk want we steken vandaag een vlakte over waar de wind geoogst wordt. De vlakte staat vol met windmolens, meer dan twee duizend.


Naast wind worden er in de vallei mango's geoogst. Wat opvalt is dat op veel plekken de bermen worden afgebrand, wellicht om erger te voorkomen. Op de plek op bovenstaande foto is het echter uit de hand gelopen en is ook de mangobomen en de heuvel op rechts in brand gegaan. Dat kan niet de bedoeling zijn geweest.



Een saaie, lange vlakke etappe proberen we altijd op te knippen. Ook deze knippen we op in... OXXO pauzes. De cappuccino frio is verfrissend en verslavend en we spotten op Google Maps na 25 kilometer, 60, 75 en 95 kilometer een OXXO. We hebben onze pitsstop strategie dus klaar. Alleen blijkt er bij de eerste OXXO geen koffie automaat te staan voor de koude cappuccino en dus dan maar een warme en die is zo zoet, niet te zuipen. Bij de tweede OXXO ontbreekt die frio-machine opnieuw. Potverdorie we krijgen de eerste ontwenningsverschijnselen: we worden chagrijnig. Bij de derde staat de machine wel, maar is die buiten dienst. Grrrr.



Al de hele dag worden auto's met gedeukte voorkanten naar het oosten gesleept. We denken eerst nog dat ze daarmee misschien een bots-rally gaan rijden, waarbij de langst rijdende wint. Maar het kan ook zijn dat er een enorm autosloop bedrijf ergens daar aan de oostkant van de vlakte is gehuisvest. Andere opmerkelijkheid vandaag is dat we halverwege in het gehucht Santiago Niltepec voor een winkeltje een Spanjaard zien zitten die in tegengestelde richting fietst en vlak daarna nog drie fietsers van Franse origine tegenkomen, die bij elkaar blijken te horen. Altijd leuk om even een praatje te maken al lijkt de laatste, een Franse dame te hopen dat we door fietsen. Ze is op flinke achterstand gezet door de Franse knullen.
Terugkomend op die noorderwind, die trekt gedurende de middag aan tot krachtig met windstoten. Dat hoort bij dit smalste stuk van Mexico. De Caribische kant heeft een hogere druk dan de Pacifische kant. De gebergten aan weerskanten van de vlakte trechteren de wind. De gastvrouw van het hotel in Juchitán de Zaragoza (zegge Goe-tsi-tan) vertelt dat het "wind-seizoen" is begonnen. Volgens de weer app van de iPhone heeft dat te maken met een koufront. Koufront? Het was vandaag 33 graden!



's Avonds koken we eens een keer niet op de hotelkamer en gaan we naar een restaurant met een Mexicaanse menukaart. Zo wordt het verlangen van Roelie, om Mexicaans te eten in Mexico, ook even gestild. De hele nacht giert de wind langs de kamer, de deuren en ramen rammelen in hun sponningen en buiten rammelt en klappert er nog veel meer. 's Ochtends is er geen verandering en direct bij het afgaan van de wekker checken we de weersverwachting. Met windstoten van meer dan 85 kilometer per uur besluiten we een dagje te blijven. Die wind houdt de hele dag aan en morgen ook, maar dan is die - hopelijk - ietwat afgezwakt. Fietsen richting westen tot noordwesten met windstoten van opzij op een smalle weg, op een maandagochtend als de logistiek weer op gang komt, vinden we niet slim.
De aardbeving van 2017 heeft een deel van Juchtian, waaronder het oude centrum, in puin gelegd. Er is veel herbouwd en soms ook stijlvol, maar de sfeer van historie ontbreekt natuurlijk. Maar het hotel is prima en er is een OXXO met een koude cappuccino machine en die doet het!

De stormachtige wind 'onthoofdt' bijna de arme palmbomen

Het parque central van Juchitán is de aardigste plek van het lelijke stadje. Op de achtergrond een mooi gerestaureerd of wellicht opnieuw opgebouwd gebouw. Het staat nog achter de bouwhekken.
We doen onze boodschappen bij de Bodega Aurrera, de basic/discount dochter van WalMart. We houden niet van dat soort winkels, maar je vindt deze in vrijwel alle stadjes en het assortiment is redelijk. Wel zijn er veel verschillen onderling: sommigen lijken op een 'warzone', sommigen hebben geen groenteafdeling en sommigen zijn best netjes. Allemaal hebben ze blijkbaar heel goede, versgebakken broodjes, want er staan altijd wel een aantal mensen te wachten op een nieuwe lading vanuit de oven. We hebben ze ook al inmiddels geprobeerd, en ze zijn inderdaad lekker en ook voor ons een blijvertje. De Bodega van Juchitán ligt op twee kilometer van ons hotel, dus prima te lopen. Maar dat is in Juchitän met deze stormachtige wind toch nog best een beproeving. We moeten goed uitkijken dat we niet overhoop worden gereden, dat we onze enkels niet verzwikken, terwijl het opgewaaide stof in onze ogen prikt. Terug pakken we een TukTuk die ons voor één dollar terugbrengt.
En zo blijft het de hele dag, avond en nacht door stormen. Als de volgende ochtend de wekker weer om half zes afgaat en we horen het buiten nog tekeer gaan, weten we het al: we blijven nog een dag. Na deze twee ongeplande rustdagen is de stem gaan liggen en kunnen we eindelijk verder. De etappe van vandaag delen we op in drieën. Allereerst fietsen we over een kaarsrechte weg naar de stad Tehuantepec, naamgever van de landengte en -laagte hier. De 25 kilometer overbruggen we in een uur. In de stad genieten we van een cappuccino frio voordat we aan het tweede deel van de etappe beginnen. Dat deel is een stuk zwaarder dan de vorige: het gaat weer een beetje omhoog en het wordt warmer en warmer. We fietsen weer over de oude hoofdweg 190 en die is heel rustig. Zeer recent is een nieuwe tolweg in gebruik is genomen (de 190D) en die trekt blijkbaar al het verkeer aan. Deze oude hoofdweg was ooit berucht omdat nep-agenten toeristen aanhielden en bestolen, maar we gaan er vanuit dat het zich nu niet meer loont om hier als struikrover je brood te winnen. In het volgende dorp, Llano Grande, doen we weer een stop bij een OXXO, voorlopig de laatste totdat we de buitengrenzen van Oaxaca-stad zullen bereiken. Deel drie is misschien niet zwaar, maar het is inmiddels veel te heet om te fietsen. Om ons heen zien we weer steeds meer cactussen, we kunnen ons niet meer heugen wanneer we die voor het laatst hebben gezien.



We stoppen in het dorp Tequisistlan. Om het dorp in te rijden moet je langs de gemeentepolitie die, in dit geval voor ons, de slagboom opendoet. In het dorp hebben we een best shabby hotel, waar we in een andere kamer moeten douchen omdat die van ons het niet doet. Wat we wel hebben is een airco en daar zijn we maar wat blij mee. 's Avonds eten we we bij een straatrestaurant, waar een mevrouw tortillas aan het bakken is. We krijgen er een dubbelgeslagen met een in kleine stukjes gesneden dunne lap vlees en (natuurlijk) kaas ertussen. Het is wat droog, maar de sauzen doen hun werk. We hebben honger en bestellen nog een portie.


Vroeg in de ochtend fietsen we door een dor en droog landschap waar de cactus heerst en er hier en daar kaveltjes zijn beplant met veelal dezelfde grote grijze planten. Die worden gebruikt voor het brouwen van Mezcal, een Mexicaanse sterke drank. De (vet)plant heet agave en daar wordt ook tequila van gemaakt. Verder zien we langs de gehele route, we schatten gemiddeld om de honderd meter, een 'aanbeveling' voor de presidentsverkiezing: Claudia. Claudia is Claudia Scheinbaum en zij is vorig jaar gekozen als 66e president van Mexico.


De verschillende type agave planten op een rij voor een gestileerder cq, proeverij cq verkooppunt. Op de stenen rand Stan de namen.
In El Camarón verwachten wij het betere hotel van de drie tussen Juchitan en Oaxaca aan te treffen. De werkelijkheid is anders: een hok van iets van vijf vierkante meter, vol met aftandse zooi, een gore badkamer en het slechtste matras waar we tijdens deze reis op gelegen hebben. We balen hier dermate van, dat we het drie hotel, dat naar verwachting niet beter zal zijn, maar welt we keer zo duur, willen overslaan. Overslaan betekent in dit geval dat we morgen 30 kilometer verder gaan fietsen met iets van 1200 hoogtemeters meer. Dat wordt zwaar, maar we besluiten dat we er voor gaan.

En zo staat de wekker weer op half vijf en zitten we om kwart voor zes op de fiets. De afdrukken van de springveren zitten nog in onze billen. Niemand die het ziet, het is nog pikdonker, de zon komt pas tegen half zeven op. We fietsen door een mooie canyon en die laat zich tijdens het 'golden hour' van zijn beste kant zien. Wat is het hier mooi! Onze eerste stop is het dorp San José de Garcia, waar naar het lijkt alleen maar mijnwerkers rondlopen. We zien ze overal en met vele tientallen: in een ontbijttentje, op het plein, bij de bushalte, in de winkel.. San José moet een echt mijnstadje zijn, alhoewel... De mijnwerk(st)ers (er zitten ook dames tussen), zien er te netjes uit: hun werkkleding is schoon en piekfijn in orde en zelf zien er ook netjes uit, haren gekamd en veel hebben een bril op de neus. San José ziet ook ook te netjes uit; de mijnstadjes die we op onze reis hebben gezien, waren rauw, stoffig, pionierstachtig. De openbare ruimte van dit dorp ligt er nieuw, schoon en piekfijn bij. We zien wel twee muurschilderingen met mijntaferelen. We hebben het later op de dag opgezocht: het is inderdaad een mijnstadje met tientallen concessies in de directe omgeving, in handen van één mijnbedrijf gericht op goudwinning. Dat mijnbedrijf steekt, volgens hun eigen website, vele miljoenen in het fysieke en sociale domein van San José.



Vanaf San José gaan we flink klimmen naar het volgende dorp, dat oorspronkelijk ons dagdoel zou zijn. Het is nog geen 11 uur en we stoppen voor een langere pauze, want hierna volgt een erg lange klim. Een wegrestaurantje heeft wat klandizie en we bestellen een almuerzo (lunch), voor zover we zelf begrijpen krijgen we iets met tomaat, groenten en vlees. Het blijkt een overheerlijke gevulde tomatensoep met twee smaakvolle gehaktballen te zijn. Terwijl we wachten trekt er een stoet cowboys aan ons voorbij. Ze zien er stereotype uit: rauwe mannen met grote hangsnorren in stoere lederen kleding.

Met gevulde buiken starten we goed gemutst aan de lange klim. De heetste uren van de dag zijn inmiddels aangebroken. We gaan klimmen van 900 naar ruim 1900 meter hoogte, dus het zal wel meevallen met de hitte. Toch? Niet dus; we hebben het zwaar en stoppen vaak om de beenspieren te ontlasten en iets af te koelen. Maar de zon staat loodrecht boven ons en de bomen zijn schaars. De meesten hebben hun blad verloren, dus schaduw vinden we nauwelijks. Maar zoals altijd halen we uiteindelijk te top. Als we uiteindelijk Santiago Matatlán bereiken voelen we dat heerlijke, bekende geluksgevoel al omhoog komen: we hebben het gered en daar zijn we trots op: weer een 2000m-plusser (om precies te zijn 2210 hoogtemeters) gedaan en dat in deze hitte.
Als we 's avonds de straat op gaan voor een wegrestaurantje stoppen we al snel bij een restaurant met typisch Mexicaanse gerechten. Dit restaurant is best bijzonder, want het heeft een menukaart. We zijn nog niet zo goed thuis in de Mexicaanse keuken (de ervaring met Mexicaanse restaurants in Nederland is hier volstrekt waardeloos) en vragen om een aanbeveling. Het worden alambres, mini tortillas met heerlijke vulling, en een gepofte aardappel met kip. Het is heerlijk!

De volgende ochtend kunnen we lekker uitslapen, maar liefst tot bijna 7 uur. De etappe van gisteren hadden we verlengd en dat betekent dat de etappe vandaag naar Oaxaca een stuk korter is. Als we de hotelkamer verlaten zien we op het binnenplein krekels te drogen liggen met chilipepers ertussen en de geur van heel veel knoflook. Het schijnt een populaire snack te zijn. We laten de beestjes verder drogen en stappen op de fiets. Tweehonderd meter verderop zien we een wegrestaurantje, waar een dame tortillas staat te bakken op een houtoven. We bestellen memelas, mini pizza-tjes van een mini tortilla met een gepureerde bonen-spread, (natuurlijk) kaas en wat vleessnippers (Harry). Het smaakt wel, maar tegenover gisteravond valt het ons wat tegen. Bovendien weten we dat een Mexicaans ontbijt ons altijd wat te zwaar op de maag ligt bij het fietsen. Ook nu weer, maar zoals gezegd: het is maar een stukkie van vijftig kilometer met een paar honderd hoogtemeters naar de grote stad.


Als we het dorp uitfietsen, zien we dat het dorp zichzelf de mondiale hoofdstad van de Mezcal noemt. Het is inderdaad zo dat alles hier indirect of direct draait om de Mezcal, maar wereldhoofdstad dat klinkt alsof we het Friese Bolsward wereldhoofdstad van de Berenburg, of het Limburgse Beek de wereldhoofdstad van Els likeur mogen noemen.

De route verder naar Oaxaca is saai. Oaxaca (de Juárez, is zijn volledige naam) is een grote stad, ruim 250.000 inwoners (metropool ruim 700.000) dus de wegen daar naartoe zijn veelal vierbaans en saai. We zijn daarom blij als we, 10 kilometer voor het einde, af kunnen slaan naar een fietspad dat ons de stad inleidt. Het begin van het fietspad is zo om en nabij ook de locatie van de dikste boom ter wereld en die fietsen we zonder op te merken voorbij. We hebben ooit een gigantische Boab boom in Australië gezien, waar je binnen de stam zou kunnen kamperen, maar deze moet gigantisch tot de macht 2 zijn (zien we op internet dus).




In Oaxaca hebben we via AirBnB een appartement, of eigenlijk een tuinhuisje geboekt in het oude centrum. Ángel, de eigenaar, staat ons op te wachten. We worden door hem door zijn eigen woonkamer en keuken naar de achtertuin geleid waar 'ons' huisje staat. We kijken hoopvol om ons heen of er nog een andere manier is om bij het huisje te komen, maar die is er niet. We moeten dus steeds door de keuken en woonkamer van Ángel om in en uit te gaan. Z'n vrouw komt ons begroeten, de poetsvrouw rent rond, een stiefzoon spreekt een paar woorden Engels met ons en een kleindochter zegt even hallo en vraagt of we een sapje lusten. Tja het aanbod in Oaxaca is bizar groot en we hebben te veel bekeken om precies te weten wat we nou gereserveerd hebben. We vinden het een beetje ongemakkelijk om steeds hun privacy te doorbreken, maar ze hebben er natuurlijk zelf voor gekozen. Het huisje is niet hip ingericht met kleedjes op kastjes en tafeltjes, verzameling cola glazen in één van de keukenkastjes en koffiemokken erbovenop, maar het is voorzien van echt alles zoals bijvoorbeeld een bluetooth boxje om muziek af te spelen. Bovendien zijn Angel en zijn familie super aardig, gastvrij en uiterst aimabel. Helaas schiet ons Spaans schiet tekort om gezellige kletspraatjes te maken. Genoeg over het huisje en onze gastheer en -vrouw, nu over de stad. En daar zijn deze keer geen woorden voor: de volgende foto's zeggen meer.






Santa Domingo kathedraal, gebouwd in de 16e eeuw en binnen indrukkend mooi. zie alleen al op de in gezoomde foto hieronder (midden) met een detail van het plafond. Niet normaal.



Tijdens het verblijf zien we de Netflix aflevering 'Street Food' over Oaxaca en zijn we geneigd om Doña Vale's memenes op te zoeken, maar we doen het uiteindelijk niet. De taco's bij een ander, zo te zien, bij locals populair straattentje zijn ook best lekker. We beseffen ons dat de Mexicaanse keuken ons minder makkelijk valt dan de oosterse. In Azië hebben we geen enkele moeite om meerdere keren per dag en dagen achtereen noodles, fried rice en curries te eten. Voor de tortilla's en bonen (en meestal kaas), hier de basis voor ontbijt, lunch en avondeten, is één keer op een dag toch echt ons maximum.
Wat doe je als je twee dagen wat hebt zitten lanterfanten? Juist ja, een mega etappe: meer dan 120 kilometer met meer dan 1600 hoogtemeters. Dus vroeg op! En dan gaat om onbekende reden de wekker niet af. Tegen half zes worden we wakker en schrikken van de tijd. Snel snel snel!


Wat een mooie afwisselende etappe! Eerst door het prachtige centrum van Oaxaca, daarna langs prachtige paars-blauw bloeiende bomen en stedelijk gebied, een ontmoeting met een joviale Turkse fietser, een lekkere klim door bos met Spaans mos, bovenlangs een panoramisch uitzicht, lunch bij een comedor, een lange afdaling door een droog landschap met cactussen en vervolgens een groene vallei door en tot slot de plaza van Cuicatlan.











Het beste hotel van het dorp beweert volgeboekt te zijn, wat we niet geloven; het tegenovergestelde lijkt juist het geval te zijn. Dat is ons wel vaker voorgekomen en de reden van weigering laat zich moeilijk raden. Harry oppert dat ze, zo laat in de middag, geen zin meer hebben in één geboekte kamer. Niet getreurd, we vinden om de hoek een ander 'hotel'. De kamer is erg basic, wel hoog, maar onder een heet dak van golfplaat, geen wc bril, de douche half boven het toilet, een dun matras waar de stugge springveren doorheen prikken en waardeloze kussens. Het ergste is dat de ventilator weinig verkoeling geeft en muggen en bijtvliegjes ons gedurende de nacht flink te pakken nemen. We slapen daardoor erg slecht en besluiten de volgende ochtend om alvast wat voorwerk te doen om een beter oord te vinden voor de komende nacht. We vinden een net hotel met airco in Teotitlán iets van 60 kilometer fietsen van Cuicatlan en daar verheugen we ons op.




Die ochtend doen we het heel rustig aan en we vertrekken (te) laat. De weg is fantastisch en op dit stuk komen we twee leuke Spanjaarden tegen, Hugo en Laura uit Madrid. We kletsen een tijdje en zo wordt het al flink heet en we komen nog aardig laat aan bij het gereserveerde hotel. Helaas blijkt dat we na de gebroken nacht een foutje in de boeking hebben gemaakt en gereserveerd hebben voor een dag later. Gelukkig is er een kamer vrij en kunnen we alsnog blijven. Het hotel heeft gemeenschappelijke ruimtes met een grote, luxe keuken. Er is echter geen supermarkt in het dorp en het centrum is een aardig eindje weg. We vermoeden dat het lastig wordt om de boodschappen te halen en te koken. We wandelen naar het centrum en zien dat veel restaurants dicht zijn op deze donderdagavond. Het dorp is overigens, ondanks de meerdere dichte restaurants, zeer levendig. Een pizzeria is open en daar eten we dan maar. Goede pizza trouwens, hoewel meer American dan Italian style (ook qua formaat) en er blijft zelfs wat over om mee te ontbijten. Het vermoeden dat het moeilijk boodschappen doen wordt bevestigd als we shoppen voor ontbijt maar we sprokkelen een en ander bij elkaar. We houden een tuktuk aan die ons voor een halve dollar weer naar het hotel aan de rand van het dorp brengt.

Prachtige muurschilderingen op de muur van het dorpshuis aan het parque municipal van Teotitlán de Flores Magon.
De etappe die volgt valt in twee delen uiteen. Het eerste deel is afwisselend, rustig en heeft veel onverhard. We realiseren ons dat we in Mexico nog niet onverhard hebben gefietst. In tegenstelling tot de vorige Latijns-Amerikaanse landen, zijn hier veel wegen en weggetjes verhard met asfalt of beton. Maar door een drooggevallen akkerbouw-irrigatiegebied valt nog wel onverhard te fietsen en het is extra mooi als we daarmee ook nog eens iets van honderd hoogtemeters skippen. We moeten wel door een -voor dit landbouwgebied belangrijke- rivier waden, maar zo aan het eind van het droge seizoen is deze niet veel groter dan een beek. Het doorwaden levert zo geen problemen op en de sandalen hadden we vanochtend al aangedaan. Na een tijdje onverhard, fietsen we het dorpje Axuxco in. Alles ziet er nog pioniers-achtig en 'onaf' uit: huizen, wegen, voorzieningen. Maar de mensen zijn heel aardig en bijna iedereen groet ons spontaan. Wat er wel 'af' uitziet is het kerkje (dat eigenlijk heel groot is gezien het formaat van het dorp) met zijn kleuren en vlaggetjes.







Vanuit Axuxco zoeken we weer de aansluiting met de hoofdweg. Daarvoor fietsen we een kilometer of tien over een ontsluitingsweg dat grotendeels 'verhard' is met grof grind. En zo wordt onze constatering dat is Mexico veel meer geasfalteerd is dan in voorgaande landen, al weer ter discussie gesteld. Veel landbouwgrond ligt er nu droog en onbenut bij, alleen suikerriet wordt hier en daar nog geteeld en geoogst. Voorwaarde: er moet genoeg en bereikbaar water zijn om te irrigeren.



Het tweede deel van de etappe is in tegenstelling tot deel 1, saai en druk. Voor het gevoel maken we maar langzaam vorderingen: de weg is breed en voert ons 30 kilometer lang over vals plat verder omhoog. Er zijn twee hoogtepunten: allereerst de vele cactussen die hier groeien, sommige zo groot als een forse eikenboom en ten tweede, het vooruitzicht van, een OXXO. De OXXO die zich volgens GoogleMaps in het volgende stadje zou moeten bevinden, is er niet, althans niet op de aangeven locatie. We vragen aan een marktvrouw waar de OXXO is. In het volgende stadje zou volgens haar wel een OXXO moeten zijn. Ondanks dat we aan een pauze toe zijn, overbruggen we meteen die 8 kilometer, die ons nog scheiden van een cappuccino frio.

Uiteindelijk bereiken we Tehuacan, dat best een grote (250.000 inwoners), maar niet zo'n mooie stad blijkt te zijn. Dat maakt ons niet zoveel uit, want we hebben onze zinnen gezet op een hotel nabij onze favoriete supermarkt, Chedraui. Het hotel is best prima en lekker goedkoop, maar de kamers zijn erg klein. We laten het idee om voor onszelf te koken meteen los en gaan 's avonds eten bij de buurman die ons een combinatie geeft van de Mexicaanse en arabische keuken, oftewel tortilla's met shoarmavlees zonder knoflooksaus. Wij smullen ervan en bestellen ieder nog een extra portie. De Mexicanen zijn er blijkbaar ook dol op, want we zien veel van dit soort eettentjes met kenmerkende homp vlees aan een verticaal spit.
En dan volgt de mega etappe naar de miljoenenstad Puebla, dik 120 kilometer verderop en dik 1000 hoogtemeters hogerop. Opnieuw staan we om half vijf op en zitten we om kwart voor zes op de fiets. We delen de pauzes in naar OXXO's en dat betekent ongeveer elke 20 kilometer een stop.


De hangende kip wordt aangeboden met een tak koriander in de strot geduwd... tja

Het (4e) kalf past nog net in de bak van de pick-up, maar z'n poten niet...

Vulkaan La Malinche (inactief)

In Puebla hebben we een heerlijk appartement geboekt, een loft in een oud pakhuis of iets dergelijks. Na een avondje netflixen gaan we de volgende dag op stap met Anilu, een vriendin van een oud-collega van Harry. Ze heeft jaren in Nederland (Herkenbosch, 4.000 inw.) gewoond en is nu weer terug in haar geboortestad (1.500.000 inw.). Samen met haar struinen we door het centrum, lunchen we en gaan we naar de Decathlon. Daar stelt ze voor om ons Cholula te laten zien, een dorpje dichtbij, waarvan wordt gezegd dat het zoveel kerken heeft dat je elke dag van het jaar naar een andere zou kunnen gaan. De eye catcher onder die kerken is de kerk die op een Azteekse piramide is gebouwd. De piramide ligt grotendeels verscholen onder de grond, maar de kerk staat er fier bovenop; een uiting van dominantie(?).
In Cholula met haar gigantische Zócalo (het centrale plein) is het gezellig, maar zeker niet te, druk op deze zaterdag met een prettige sfeer. Terug naar Puebla-Stad zet Anilu ons later af bij het summum onder de Mexicaanse supermarkten: de City Market. Een (bijna) decadente supermarkt met parket op de vloer, meer schoonmakers en overig personeel dan klanten, een hoop blingbling en navenante prijzen (maar zeker ook kwaliteit). We kunnen ons goed inhouden mede dankzij deze uiterst luxe uitstraling, maar een stuk Old Amsterdam blijkt toch onweerstaanbaar. Een Uber brengt ons terug naar onze loft, hij doet er ruim een half uur over en het kost ons iets van vijf USdollar.
Op zondag struinen we wat door het centrum, bezoeken kathedraal en een paar kerken (helaas niet van binnen, omdat er aan de lopende band diensten gaande zijn) en de antiek markt, een tip van Anilu. De derde dag in Puebla doen we het nog rustiger aan: Harry doet zelfs een middagdutje terwijl Roelie al de elektronische formulieren invult om ergens eind mei te worden toegelaten in het beloofde land van Trump. Tegen het eind van de middag nemen we nog een kijkje in de kathedraal: het interieur is gigantisch, imposant en 'over-de-top' tegelijk. 's Avonds hebben we weer met Anilu afgesproken voor een drankje en diner. Anilu doet mee met het drankje, maar eet niets. Ze vertelt dat voor 'de' Mexicaan de belangrijkste maaltijd 's middags om drie uur is. We begrijpen dat ze om zes uur nog geen trek heeft. Het drankje wordt een Pasita, een traditioneel druivenlikeurtje met een stukje kaas aan een prikker erin. En als diner kiezen we ook een traditioneel gerecht uit Puebla: enchiladas (gevuld met kip) met een mole Poblano van chocolade, sesam, noten en chilipepers. Het is bijzonder en best lekker, maar voor ons geen culinair topgerecht.




En dan breekt de dag van vertrek aan. De beoogde etappe is niet lang en we kunnen het rustig aan doen: Harry zet een kop koffie voor op bed. Daar ontvangen we een routebeschrijving van Gail en John, een fietsstel uit Engeland die we in 2023 in Griekenland zijn tegengekomen. Zij zijn de enigen waarvan wij weten dat ze niet over de Baja California door Mexico hebben gefietst (zoals 99% van de fietsers), maar door het binnenland komen vanuit New Mexico USA. Dat willen wij ook (in tegengestelde richting dan) en we zijn heel benieuwd naar de door hun gevolgde route. De route is in tekst en Harry oppert om die vandaag nog uit te pluizen en dus (nog) een dagje extra te blijven in het heerlijke appartement. Roelie reageert direct enthousiast, en aldus geschiedde: de dag van vertrek wordt dag vier in Puebla.




Deden we het op dag drie rustig aan, dag vier is een echte rustdag. We gaan twee keer de deur uit: 's ochtends voor boodschappen en 's middags brengen we nog een bezoekje aan de kapel/kerk Capilla del Rosario, Templo de Santa Domingo en Barrio del Artista. We hebben geen reden meer om langer te blijven plakken en verlaten met enige moeite het appartement en fietsen naar de Paso de Corte. Nou niet helemaal naar de Paso maar wel een aardig eind in de richting van. Dagdoel is de populaire wildkampeerplek met uitzicht op Popocatépetl (= rokende berg), een actieve vulkaan met een top van 5426 meter hoogte. Zo hoog gaan we niet en dat wordt ook absoluut afgeraden wegens verhoogde activiteit. Buitenlandse zaken heeft de vulkaan als rood gebied aangemerkt. We kamperen op bijna 2900 meter op ruime afstand van de vulkaan, maar het voelt heel dichtbij. Tegen het eind van de middag doet Popocatépetl haar naam eer aan en begin een aardig sjekkie te roken. Het is een uniek plekje maar ook winderig en koud en we duiken vrij vroeg de tent in.





De laatste kilometers naar de kampeerplek hebben we op een slechte onverharde weg afgelegd. We hopen dat de weg hogerop beter wordt. De pas ligt op bijna 3700 meter hoogte en dat is dan nog zo'n 13 kilometer fietsen. Na een dik uur zijn we 3,5 kilometer opgeschoten. Het gaat dus voor geen meter, maar we gaan zeker niet liften. Bovendien er is bijna geen verkeer en de sporadische pick-up die voorbij rijdt heeft de bak vol. Maar stel nou dat iemand ons de fietsen ziet duwen en een lift aanbiedt, dan accepteren die zeker, zeggen we tegen beter weten in. Maar het onwaarschijnlijke gebeurt. Fabian rijdt met zijn stoere 4x4 camper langszij en vraagt hoe het gaat. Al snel schakelen we over naar Nederlands. Hij is in Leiden geboren, in Twente opgegroeid en woont nu formeel in Berlijn en informeel in zijn camper. Zoontje Jelle reist ook mee, maar is nu even in Berlijn bij zijn moeder. Puppy Taco reist vanaf de Baja California mee. Fabian zegt dat hij ons op een of andere manier mee moet nemen, gezien de aard van de weg. En zo reizen van hier tot de top nog twee fietsers mee. We zijn zo ongelooflijk blij met deze lift. De weg wordt namelijk helemaal niet beter, zien we onderweg. Ook Fabian doet er anderhalf uur over om die kleine negen kilometer te rijden. Anderhalf uur mooie humoristische verhalen van de uiterst sympathieke Fabian.




Op de top van de Paso (3650 meter) steekt de vulkaan helemaal niet zo hoog meer uit en ziet er minder indrukwekkend. De zon schijnt volop, maar het is er toch koud. Voor de afdaling doen we vestjes, jassen en handschoenen aan. De afdaling is lang, eerst over een bochtige weg door de bossen, daarna over secundaire en hoofdwegen tegen de wind in. Toch houden we de vaart er in en zitten we iets van 40 kilometer verderop weer onder de 2000 meter en begint het zweten weer. We fietsen door, maar ons dagdoel, Tepotzlán (een Pueblo Magico), laten we met nog iets van 30 kilometer te fietsen, schieten. Het is al best laat en de laatste 20 kilometer gaan weer bergop. Zodoende stoppen we 10 kilometer verder in Yautapec en kloppen we bij een vrij basic hotel aan. We eten een hamburger bij een tent die Black Dog heet en bestellen een obese-fles bier. Black Dog zou volgens GoogleMaps een gevarieerde kaart hebben, maar nu even niet. De hamburgers zijn evenwel heerlijk, maar de ook bestelde Ceaser salade -"para compartir" (om te doen), wordt niet gebracht. Misschien ook maar goed, want we zitten aardig vol.


De volgende dag kunnen we het rustig aan doen. De etappe gaat naar Tepotzlán, dat het oorspronkelijk doel was van gisteren. Het dorp willen we niet overslaan, of doorgaand maar kort aandoen, want het belooft een leuk dorp te zijn. En aan het aantal accommodaties en kampeermogelijkheden te zien, moet dat wel kloppen. We verheugen ons op het dorp én alweer een kampeerplekje, nu wel met douche. Tepotzlán ligt maar 20 kilometer verderop, maar wel 400 meter hoger, wat we niet erg vinden, want het was weer een warme nacht op een hoogte van 1250 meter. Allereerst doen we boodschappen bij de Bodega Aurora voor de camping. Achteraf was dat niet nodig geweest, want we zien later op de dag dat Tepotzlán een paar kleine, maar relatief zeer goede supermarktjes heeft met een prima assortiment (blauwe kaas bijvoorbeeld, een favoriet ingrediënt in een van onze pasta recepten).


We kiezen er voor om bij het hostel Ekko te gaan kamperen. Het heeft goede reviews en een heerlijke kampeerweide met veel bomen voor de noodzakelijke schaduw. Dat laatste klopt zeker, maar we schrikken een beetje van het hoge hippie-gehalte en de basic voorzieningen. Zo kunnen we douchen met koud water (niet erg) op een van de riekende compost toiletten (wel erg). En de prijs liegt er niet om: 15 dollar voor ons en ons tentje. Het plekje dat we uitzoeken vergoedt evenwel alles: onder een groep bomen en met heerlijk uitzicht op de nabije bergwand ten noorden van ons. Ook erg leuk dat we andere fietsers zien: een introverte oudere meneer, maar ook een gezin uit Duitsland. Chris en Marin fietsen met hun zoontje Tronte van 15 maanden van Denver tot CDMX. Dan gaan ze even naar huis, maar ze willen door blijven fietsen totdat Tronte zes jaar en leerplichtig wordt. Het fietsen met zo'n kleine vergt nogal wat en houdt de dagelijkse vooruitgang in kilometers beperkt (20 tot max 50 kilometer).

's Middags lopen we het dorp in en dat is inderdaad een heel leuk dorp: met recht een Pueblo Magico. Er is een markt op meerdere straten en het centrale plein is omgedoopt tot een groot foodcourt, met vele eetkraampjes. We nemen plaats bij ene en krijgen daar een heerlijke taco voorgeschoteld. Vervolgens nemen we een kijkje in een kleine supermarkt en komen dus tot de conclusie dat ze hier alles (en meer) hebben wat we 400 meter lager al hebben gekocht. Dat komt waarschijnlijk door het aantal toeristen, veel uit het buitenland, maar nog meer uit CDMX dat een uur rijden met de auto hiervandaan ligt.

's Avonds koken we ons potje pasta in de gemeenschappelijke keuken, waar het een dringen is voor het fornuis. Harry staat zijn bacon te bakken tussen de potjes met groene veganistische substanties. Als we na het eten op een bankje aan het uitbuiken zijn, begint een DJ annex beatboxer annex achtergrondmurmelaar, opvallend lekker muziek te maken. De hippies gaan vervolgens spelen met vuur, oftewel poi dansen. Blijkbaar was er eerder die avond een workshop hoi dansen en wordt dat, nu het donker wordt, in de praktijk gebracht. Twee zijn bijzonder goed, het blijken de leraren te zijn. De rest, de 'studenten", ach ja... De sfeer is relaxed en even overwegen we om de avond langer te laten duren en morgen uit te slapen. Dat doen we niet: om negen uur liggen we alweer op een oor en de wekker staat om half zes.


Een steile klim door het dorp over kasseien, gevolgd door een iets minder steile klim over asfalt helpt ons de prachtige vallei uit waar Tepoztlan in ligt. De verdere route loopt over een voormalig treinspoor. Dat kennen we en dat is easypeasy toch? Nou nee, het is nog eens zo'n 30 kilometer klimmen en in de eerste 10 kilometer is de wegbeheerder te ruimhartig geweest in het 'verharden' van het pad met grove steentjes. Schuivers, wegglijders, stoppers, vallende fietsen en enig gemor als gevolg. Het pad is echter geweldig mooi al horen we na een kilometer of wat continue het geluid van scheurende motoren op de snelweg een stuk onder ons. Het is zondag, mooi weer en de motorliefhebbers laten hun machine flink ronken. We wanen in de Ardense bossen nabij Francorchamps.


Het kan echter nog slechter. Zo net na het wat armetierige dorp Tres Marias komen de MTB skills van pas door stoffig zand over een bultige weg. Geen spoor te zien van MTB-ers die we eerder wel in de downhill zijn tegengekomen. We zijn dan ook wel een heel klein beetje op onze hoede over het vervolg. Een kilometer of anderhalf kunnen we over de hoofdweg en staan dan voor de keuze: verder over die hoofdweg of toch terug naar het spoorlijntje. Het wordt het spoorlijntje en daar krijgen we snel spijt van: nog steeds poederzand op een weggeslagen pad. Maar er is hoop want even verderop zou er verandering in kunnen komen. We gokken het erop en dat pakt geweldig goed uit: een verhard fietspad door een prachtig gebied. Wow! Op dit pad klimmen we de laatste kilometers naar de top op ruim 3000 meter.




In de afdaling stoppen we voor een taco met een biertje. We bekijken hoe ver we kunnen komen en gokken het erop dat we het historische hart van Mexico Stad kunnen bereiken. Er staat een leuke studio op AirBnB en we vragen eerst of de fietsen veilig geparkeerd kunnen worden bij of in het appartement. Het is nog 35 kilometer verder en alles omlaag. Dat moet te doen zijn. Al snel worden we echter flink opgehouden omdat een langgerekte zondagse markt het fietspad mis-/gebruikt.

Op circa twee kilometer voor het bereiken van de plek van het appartement krijgen we een bericht dat de fietsen veilig geparkeerd kunnen worden. Het is dan tegen zes uur en we zijn er heel erg blij mee, want om dan nu nog verder te moeten zoeken en fietsen, daar hebben we helemaal geen zin meer in. Om de hoek ligt de Chinese wijk. We kopen nasi en een paar loempia's op de markt om mee te nemen en gaan relaxen.

Twee dagen hebben we om wat van de stad te zien. De eerste dag gaan we naar Museo Palacio de Belle Artis, dat gesloten blijkt op maandag. We lopen door naar de Zócalo, het megagrote plein Zócalo met onder andere de gigantische kathedraal. Verder doen we het rustig aan met een koffietje hier, een tacootje daar en wat boodschappen bij Walmart waardoor we meteen ervaring opdoen met de metro en metrobus. En dat gaat heel soepel. De tweede dag bezoeken we de engel, het symbool van Mexico, kopen metoprolol, Harrys hartmedicatie in een veel te (4x) hoge dosis; gelukkig hebben we een pillensnijder. Daarna struinen we door het Antropologisch museum, wat gigantisch groot is. Op zich niet verwonderlijk, de beschaving in Mexico is oud, rijk, heel divers en blijkbaar goed bewaard. Om dat allemaal te tonen, heb je een enorm museum nodig. We raken echter verzadigd; al voordat we de helft hebben gezien nemen we nog maar weinig in ons op. We nemen foto's om later te bekijken, zoals we hebben afgekeken van de Chinezen op hun vijfdaagse Europa-reis.







Na ruim een maand fietsen door Zuid-Mexico is Mexico Stad eindpunt van deze (lange) blog en tevens het startpunt van de reis door de oostelijke Siërra Madre. Daarover schrijven we in een volgend blog.